De kunst mag spreken

In Amsterdam-Zuid heb je grofweg lanen en pleinen. Op de een of andere manier structureren ze inhoudelijk de negende editie van de tweejaarlijkse tentoonstelling ARTZUID. Het is elke keer weer de moeite waard om de hedendaagse kunst in gesprek te zien gaan met de al (be)staande beelden in het Plan Zuid van Berlage.
De overkoepelende titel is dit jaar Enlightenment (Verlichting). Of, zoals in een flyer staat te lezen: ‘De titel (…) verwijst naar (…) de 18de eeuw (…). Een eeuw van de rede (…). Tegelijkertijd was er de keerzijde van het kolonialisme (…). Deze paradox (…) is nu net zo actueel als toen en hoort bij het discours’ in de 750-jarige stad.
Als je als bezoeker bij Station Zuid de uitgang richting Oud-Zuid neemt, stuit je onder het viaduct met de tram- en bushaltes op het Prinses Amaliaplein. Hier staat als eerste van de in totaal zeventig beelden het adembenemende Bloemen Ikonen (lichttekens) van Adelheid en Huub Kortekaas. Het stelt een lichaam voor waarvan het hoofd als het ware is omkranst door bloemen. Intuïtief voel je aan dat het concept hiervan verdergaat dan de hersens, de ratio; de bloemen reiken tot rondom de hartstreek. Is het een statement dat curator Ralph Keuning voor deze ARTZUID maakte? Nee – want hij gaat uit van een ‘enerzijds’ en ‘anderzijds’ en niet van een eenheid zoals Adelheid en Huub Kortekaas. Maar een mooie binnenkomer is het.
Invulling van het begrip ‘verlichting’
Wanneer je vervolgens de eerste laan vanaf deze kant, de Minervalaan, inloopt, stuit je op een rationeel opgebouwd werk als Palletstapel van Wouter van der Giessen. Met rode, gele, blauwe en groene banen. Nét geen Mondriaan met diens primaire kleuren rood, geel en blauw. Je ziet echter ook een andere invulling van het begrip ‘verlichting’ door Keuning: Water van Ronald Westerhuis, bekend van het Nationaal Monument MH17. Water kan immers – wanneer het straks warm weer is – verlichting bieden.
Na het informatiepunt wordt het echter anders. Aan de Apollolaan lijken als het ware pleintjes of eilandjes te zijn gemaakt. Op het ene pleintje stuit je op kunst die op de een of andere manier te maken heeft met wat Keuning de keerzijde van de Verlichting noemt: het kolonialisme. Je stuit bijvoorbeeld op The Monument Group van Atelier van Lieshout. Het is op deze plaats neergezet een commentaar op monumenten die politieke en militaire overwinningen verheerlijken en – verbeeld door de gebogen man op de voorgrond – de nare gevolgen ervan. En dat in de nabijheid van wat vroeger het Van Heutsz-monument heette en nu het Monument Indië-Nederland. Én in de nabijheid van Long Tall Peace Sister van de Japanse kunstenaar Yoshitomo Nara.
Luisteren en in gesprek gaan
Een ander eilandje bevat kunstwerken die het thema ‘luisteren’ oproepen. Neem bijvoorbeeld APEX van Ricardo van Eyk, met zijn schotels die geluiden opvangen. Een werk als dit past goed binnen het thema en draagt bij aan waar het Keuning ook om gaat: het gesprek over kunst, de 750-jarige stad en de samenleving. Daartoe is een publieksprogramma samengesteld.
In die zin interpreteer ik The Ones XI van Micky Hoogendijk: twee gestileerde figuren zonder meer. Leeg dus, zonder verdere opvulling – niet op de manier van het beeld De verwoeste stad van Zadkine in Rotterdam, maar als de verbeelding van het begrip ‘het lege midden’ van de theoloog Karl Barth. Een midden dat namelijk uitnodigt om door middel van gesprekken te worden gevuld.
Al was het alleen maar een gesprek over Bloemen Ikonen of die ene zonnestraal die valt op de bronzen Migrant van Tony Cragg. Hoe breed je het thema en de gebaren van deze ARTZUID ook opvat en laat zijn, dáár gaat het uiteindelijk om. De kunst mag spreken. Tot je gevoel en je ratio. Soms adembenemend mooi en hoopvol, maar soms ook niet.