Muziek / Concert

Beheerste wilde beesten

recensie: Wild Beasts

.

De Engelse formatie Wild Beasts stelde donderdagavond hun nieuwe album voor in een uitverkochte Melkweg. Ze speelden een foutloze sessie, maar de muziek is vooral beheerst en de extase blijft bijna altijd uit. Vaak zou je willen dat Wild Beasts wat beestachtiger speelde.

Je kunt je afvragen waarom deze heren zich wilde beesten noemen; er is immers maar weinig popmuziek die zo gelaagd en uitgekiend is als dat van Wild Beasts. In interviews delen ze naar hartenlust hun ideeën over genderkwesties of hun definitie van popmuziek, en noemen ze de Franse filosoof Roland Barthes een belangrijke inspiratiebron. Geen moment krijg je donderdagavond het idee te worden geconfronteerd met de dierlijke driften van de vier mannen op het podium. Nee, de muziek van Wild Beasts is vooral erg beheerst.

Gewichtige thema’s
In eerste instantie heette de band ‘Fauve’, naar de Franse term voor een wild beest. Hierin herkennen we een verwijzing naar het Fauvisme, de kunststroming onder aanvoering van Henri Matisse die vooral bekendstaat om het gebruik van felle kleuren. De Fauvisten wilden de indruk van improvisatie wekken, maar in feite werd het doek net zo lang bewerkt tot het juiste evenwicht werd bereikt. Maar Wild Beasts probeert geen moment de indruk van improvisatie te wekken. De verfijning en het intellectualisme liggen als een (te) dikke saus over de muziek.

Het publiek bestaat donderdag dan ook uit hippe, hoogopgeleide dames en heren, die zich op hun gemak voelen bij de gewichtige thema’s (masculiniteit, de dunne lijn tussen seks en geweld) die het viertal uit Kendal, Engeland in hun nummers aansnijdt. De toeschouwers vanavond zijn mensen die hun weg in het leven hebben gevonden en die hun voorkeur voor pop weloverwogen hebben gekozen.

Post-punkrevival
Bij de nummers van Wild Beasts dringen onwillekeurig associaties op met jaren 80-bands als Pulp en Depeche Mode. De band wordt door critici vaak gelinkt aan de post-punkrevival, een term die verwijst naar bands die voortborduren op het synthesizergeluid van de jaren 80. De stroming is sinds 2000 steeds groter en invloedrijker geworden, en dus groeit ook de muziek van Wild Beasts in populariteit.

In de oude zaal speelt de band vooral werk van hun onlangs uitgebrachte album Present Tense. Het beginblok met ‘Mecca’ en ‘Sweet Spot’ is sterk, met veel energie en overtuigingskracht. Maar even later, na het mooie ‘A Simple Beautiful Truth’, zakt het een beetje in. Het probleem zit hem in de langzame, wel erg voorzichtige opbouw van de liedjes. De nummers ontwikkelen zich vaak zo tergend traag dat het nauwelijks nog rock of pop te noemen is  eerder kamermuziek. De muziek wordt foutloos uitgevoerd, maar is voortdurend bijna pesterig erotisch en de extase blijft bijna altijd uit.

Beestachtig


Een ander pijnpunt is de nerveuze, rondfladderende zang van voorman Hayden Thorpe. Zijn stem is misschien nog het best te omschrijven als een samensmelting van Beiruts Zach Condon en de bijna alweer vergeten popzanger Mika. Vaak klinkt Thorpe aanstellerig en dan is het een verademing als bassist Tom Fleming een zangpartij voor z’n rekening neemt. Zijn stem is dieper en evenwichtiger, en eigenlijk zou je wensen dat hij alles zou zingen. Het door Fleming gezongen ‘Nature Boy’ is bijvoorbeeld een hoogtepunt van de avond.

Na een avondje Wild Beasts bekruipt je de gedachte dat het allemaal wat pretentieus en moeilijk is. Vaak zou je willen dat er wat meer gerockt werd, dat Wild Beasts hun ijzeren beheersing eindelijk verliest en een beestachtig nummer speelt. Een avondje Wild Beasts doet je verlangen naar een jazzcafé waar zwetende muzikanten improviseren alsof hun leven hier op aarde ervan afhangt. Muzikanten die, anders dan Wild Beasts, een klein dier uiteen zouden scheuren om hun muziek een klein beetje beter te laten klinken.