Muziek / Album

Oude idealen roesten niet

recensie: Thelonious Monster – California Clam Chowder

Het is ruim tien jaar geleden dat Thelonious Monster haar laatste plaat Beautiful Mess uitbracht. Toch is de band volgens voorman Bob Forrest nooit uit elkaar geweest. Forrest had genoeg van de muziekindustrie en platenlabels: dàt is de reden geweest dat het zó lang stil was rondom Thelonious Monster. Bob Forrest is een eigengereid persoon. Hij raakte, tegelijk met John Frusciante (Red Hot Chili Peppers), rond 1992 aan de harddrugs en kickte een jaar of vijf later af. Dit proces heeft een prachtig album opgeleverd onder de toepasselijke bandnaam The Bicycle Thief (You Come and Go Like a Popsong). Nu dan is er eindelijk weer een nieuwe plaat van Thelonious Monster: California Clam Chowder.

~

Eerst een bekentenis: ik ben een Bob Forrest-fan. Ondanks mijn hardgrondige afkeer van hippies is Bob Forrest een verschrikkelijk sympathiek figuur. Al op de oude Thelonious Monster-platen bezong hij zijn afkeer van de Westerse maatschappij, de neem-het-zoals-het-is cultuur en het materialisme. Dit heeft er uiteindelijk toe geleid dat hij, samen met geestverwant Frusciante, een half decennium aan de zelfkant van het leven heeft verkeerd. Deze periode van drugs en straatleven is op pakkende wijze tastbaar gemaakt op het onderschatte album You Come and Go Like a Popsong. Nu dan heeft Forrest, naast zijn baan als drugsconsulent voor (ex-)drank en drugsverslaafden, tijd gevonden voor een nieuw album. Op Lakeshore Records, die de jongens van Thelonious Monster volledige artistieke vrijheid heeft gegeven.

Oude idealen

Bij het bekijken van het cd-hoesje blijkt dat oude idealen niet roesten; op de inlay vinden we een haast Dogma-achtig statement over ‘musical ethics’; “All influences have been absorbed and combined and this recording is certified original” in dit visstoofpotje (Clam Chowder). Verder is alle muziek gemaakt door vrienden, zonder de bemoeienis van het bedrijfsleven. Deze idealen zijn dan ook één van de belangrijkste motieven op de vijftien nummers (met een verborgen nummer) durende plaat. Ieder nummer is vernoemd naar een artiest of band, zonder dat de muziek of tekst hiermee erg duidelijk correspondeert. Het levert een breed muzikaal scala op, dat varieert van (semi-)akoestische nummers als The Bob Dylan Song of The Curtis Mayfield Song tot meer up-tempo nummers als The Joy Division Song. De bandmaten van Forrest zijn in grote mate dezelfde als tien jaar geleden en ook het jonge megatalent Josh Klinghoffer speelt mee. Klinghoffer toerde met Beck en PJ Harvey, speelde mee op de laatste plaat van Frusciante en The Bicycle thief; iemand om in de gaten te houden.

Over de top of niet?

Dat Bob Forrest een rocker pur sang is wisten we al van het Pinkpop-optreden begin jaren negentig en van de tournee die volgde op het verschijnen van het Bicycle Thief-album. De nummers zijn veelal aanstekelijk, gepassioneerd gespeeld en doen qua structuur aan oude jaren zeventig rocknummers denken. Hoewel Forrest een goede zangstem heeft, is het af en toe even slikken wanneer je denkt Jon Bon Jovi te horen. Gelukkig zijn de teksten niet afgedrukt in het boekje; die zijn, hoewel persoonlijk, vaak nogal naïef (Forrest heeft deze kritiek al ondervangen: “I am not stupid, I am not naive. But people matter. And I believe, we can change the world”). De teksten zijn nogal rechttoe-rechtaan en dat is eigenlijk nogal opmerkelijk, aangezien de teksten voor het Bicycle Thief-album erg verassend en sterk waren. Maar dit is Thelonious Monster en ondanks een afwezigheid van tien jaar hebben de heren weer een opwindende plaat volgespeeld, die nu eindelijk misschien eens de aandacht krijgt die ze verdient.