Muziek / Concert

Paradiso kreunt en zucht

recensie: The Waterboys

.

Even na negenen kruipt een eenzame figuur, outfit Small Faces, vrijwel onopgemerkt het podium van Paradiso op en vertelt: vandaag geen voorprogramma van Mic Christopher, aangezien hij zojuist een ernstig ongeluk heeft gehad en in het ziekenhuis is beland. “In plaats daarvan zullen wij langer spelen”, zegt de man met de grote haardos in een sappig Schots accent.

~

We? Het begint door te dringen: dit is Waterboys-frontman Mike Scott in eigen persoon en het wordt hoog tijd om je om te draaien en naar het podium te kijken. En wat zei hij net? Een extra lange set? Het publiek begint te juichen, volstrekt niet bekommerd om wat het arme voorprogramma is overkomen.

Amsterdam is raar

“Hello Amsterdam, it’s great to be back at Paradiso. Amsterdam is such a strange, strange town.” Het publiek juicht een beetje confuus. Hoezo is Amsterdam raar? Scott opent sober, zichzelf begeleidend op een akoestische gitaar, met het onbekende nummer “Storms”. Tijdens de tweede song mengen de toetsenist en de violist (die ook elektrisch mandoline speelt) zich in het nummer, de akoestische gitaar wordt op een gegeven moment ingeruild voor een elektrische en halverwege het derde lied klimt de rest van The Waterboys, onder wie een watermeisje (bas), achter de instrumenten. Een ongeveer 2,5 uur durend concert volgt. En wat voor concert!

Tampons in je oren!

Een beetje kenner weet dat de Schotse band The Waterboys al 20 jaar aan de top staat en in die tijd vele samenstellingen heeft gekend, met als grote motor achter de band de bevlogen zanger/gitarist/pianist/componist Mike Scott. De vijf muzikanten waaruit The Waterboys nu bestaan vormen een soepel geoliede band. Zij laat met drums, bas, toetsen, (prachtige!) viool, elektrische mandoline en (akoestische en elektrische) gitaar een perfect mengsel van rock, folk en blues horen, en soms zelfs echte zwarte gospel.

De leden van The Waterboys zijn nog lang niet bejaard en het spelplezier straalt er vanaf. Het zijn ook zeker geen watjes: het geluid is zo hard, dat ondergetekende naar de dames-WC vlucht om tampons (3 voor 1 piek) uit de automaat te trekken en ze vervolgens tot oordoppen te verwerken. Werkt overigens perfect; een echte aanrader!

Too Close To Heaven

~

De band put uit het omvangrijke repertoire van The Waterboys en Mike Scott solo: Don’t bang the drum, de grote hit Whole of the moon, het prachtige Glastonbury Song, Bring ‘em all in, I know she’s in the building, en veel meer. Tussendoor wordt natuurlijk veel nieuw materiaal gespeeld, afkomstig van de in oktober verschenen cd Too Close To Heaven, wat feitelijk deel twee is van de legendarische Fisherman’s Blues uit 1988.

Sex

Wat opvalt is dat het publiek niet alleen veel uit dertigers en veertigers bestaat, maar vooral ook veel uit vrouwen. Is dat te verklaren door de sensuele uitstraling van de androgyne Scott die met zijn prachtig hese stemgeluid, barstend van emotie, ieder woord laat zinderen? Of omdat Mike Scott (“Is Amsterdam a sexy city? Then I’ll play a sexy song.”) zelf zijn muziek als sex schijnt te beleven, zoals blijkt uit zijn vaak onomwonden teksten en de meer dan opzwepende gitaarsolo in The Pan within, waarbij hij op het hoogtepunt plots op zijn knieën valt en zich daarna duidelijk moet herstellen van zijn opwinding? Een uitverkocht Paradiso kreunt en zucht mee, gaat volledig plat…

Heksenketel

Maar niet alleen spanning zit in de muziek, vaak is het ook ronduit hossen geblazen, zoals op de hoempa-gospel On my way to heaven, afkomstig van de nieuwste cd. Voor het podium is een grote heksenketel van uitzinnig publiek dat maar geen afscheid kan nemen, ook niet na drie toegiften (waaronder This is the sea). Bijna verlegen door zoveel enthousiasme staat de band te dralen: zullen we of zullen we niet? Ja, hoor, toch wel.

What language do you speak?

Tijdens het laatste nummer, Savage earth heart, krijgen we een verhaal te horen dat moet verklaren waarom Amsterdam zo’n “strange town” is. Scott liep door de straten met haar “coffeeshops, touristshops and teashops”, toen een man aan hem vroeg “What language do you speak?” “Why?” wilde Scott weten. De man antwoordde dat hij onder zijn jas een pistool had waarmee hij een kogel door hem heen zou schieten als hij niet snel zijn geld zou geven. Scott: “I said to him: show me the gun, and I’ll show you the money. And the man ran away.”

Oerkreet

Vervolgens kwam Scott bij een oude groene deur en ging naar binnen. Hij kwam tot zijn verbazing in een paradijselijke tuin terecht. Hij had het gevoel dat hij werd bekeken. Hij draaide zich om en zag Lord Pan. “I felt I had permission to speak”, en hij vroeg: “Lord Pan, What are you doing here in the middle of this city?” Het antwoord daarop: een oerkreet van Lord Pan van anderhalve minuut waar je het koud van krijgt. Einde nummer. Publiek volledig uit haar dak. Waterjongens af. Half 12.

Officiële bandsite: www.mikescottwaterboys.com