Muziek / Album

Surreëel en ongrijpbaar

recensie: The Knife - Silent Shout

Het Zweedse duo The Knife heeft met Deep Cuts (2003) een van de beste elektronische popalbums aller tijden op zijn naam staan, maar sloeg in Nederland – in tegenstelling tot bijvoorbeeld Duitsland en Engeland – nooit aan. Het enige wat de meeste Nederlanders ooit van de band gehoord hebben is een overgewaardeerde akoestische versie van hun disco-opus Heartbeats, een cover van José Gonzaléz – die van die stuiterballenreclame.

~


Silent Shout
zal niet veel aan deze situatie veranderen. Het is namelijk een veel moeilijker toegankelijk album dan de voorganger Deep Cuts: dat wonderbaarlijke amalgaam van razend spannende elektropop en onweerstaanbare discomuziek. Instanthits als You Take My Breath Away kom je – afgezien van de opwindende (en enige logische) single We Share Our Mother’s Health – op dit album niet tegen.

Variatie

In plaats daarvan trakteert het duo Karin en Olof Dreijer de luisteraar op een duistere verzameling elektrocomposities. Het eerste wat daarbij opvalt zijn de schijnbaar sobere arrangementen. Het titelnummer opent en eindigt met een doodeenvoudige beat; eenvoudige, soms zelfs minimalistische melodieën voeren op dit album de boventoon. Verder blijkt al gauw dat geen twee nummers hetzelfde klinken: voor iedere song is een andere aankleding of een ander uitgangspunt bedacht. Dat komt wellicht omdat het album over een periode van anderhalf jaar geschreven en opgenomen is, op verschillende locaties. Organische instrumenten ontbreken in ieder geval geheel, maar subtielere variaties in elektronica zul je ergens anders niet gauw aantreffen.

De basis van Neverland had 2 Unlimited vijftien jaar geleden ook bedacht kunnen hebben, maar het opstapelen van melodieën en het raffineren van de beats in dit nummer is typerend voor The Knife. Na Na Na is een gedigitaliseerd acapella-stuk met synthesizertoonladders; de elektropercussie van Like a Pen is magnifiek. Marble House had een Robbie Williams-smartlap kunnen zijn, ware het niet dat het met zijn droevige synthesizerklanken een duistere lading heeft waar Robbie niet van zou dromen.

Naïef

Onveranderd zijn de vervormde stemmen en de onmiskenbare hang naar het vreemde; de kennelijk elektronisch verlaagde stem van Olof, de kinderlijke melodieën, de zang – een naïef soort krom Engels met Zweeds gekleurde uitspraak, met vaak surreële en ongrijpbare teksten. “What I need is chemical castrations, hope and godspeed”, klinkt het op Na Na Na. Liedjes met kop en staart zijn het niet allemaal: The Captain houdt plotsklaps op; Forest Families komt nooit op gang en is zo weer afgelopen. Dit is daarmee een van de weinige mindere nummers op Silent Shout. Als de eerste teleurstelling dat het album niet zo lekker klinkt als Deep Cuts voorbij is, besef je hoe doordacht de meeste nummers zijn: pas na herhaaldelijk luisteren blijven de melodieën hangen. Zoveel plezier als bij Deep Cuts zul je er niet aan beleven, maar het beste elektropopalbum van het jaar is waarschijnlijk al gemaakt.