Muziek / Album

Met horten en stoten

recensie: The B-52s - Funplex

.

Een bommenwerper is natuurlijk geen fun. Een alcoholische versnapering is dat uiteraard wel, tot op zekere hoogte. En een bandje met een naam die op beide voorgaande zaken is gebaseerd? Op basis van de grootste hit van The B-52s zou het antwoord een volmondig: “Ja! Dat is zeker fun!”, moeten zijn. Maar is dat nog steeds zo bij hun nieuwste album?

Hoewel The B-52s al in 1977 het daglicht zagen, zijn ze bij ons eigenlijk pas echt bekend geworden in 1989 met de hitsingle Love Shack. Een vrolijk dansbaar nummer met een zomerse ‘feel good’ sfeer. Maar daarna werd het een stukje stiller rondom de band. Alleen in 1994 doken ze nog even op met het titelnummer van de film The Flintstones.

They’re back!

~

Ze zijn echter weer terug! Met het album Funplex hebben ze voor het eerst sinds zestien jaar een nieuw, volledig album opgeleverd. In 1992 hadden ze nog het nauwelijks succesvolle album Good Stuff uitgebracht, maar daarna werd het dus lange tijd stil rondom de band. In 2000 begon de band echter weer wat vaker rond te toeren en werd al snel het plan opgepakt met een nieuw album te komen. Het heeft even geduurd, maar nu is het dan eindelijk zover. Volgens gitarist Keith Strickland is Funplex: “It’s loud, sexy rock and roll with the beat pumped up to hot pink.” Maar kunnen we het daar als 8WEEKLY mee eens zijn? Is Funplex harde, roze rock-‘n-roll? Of is het misschien toch wat anders?

Wat meteen opvalt als de cd opent met het nummer Pump, is dat de band volwassener is geworden. Het klinkt allemaal meteen wat gelikter dan de nummers op Cosmic Thing, het album met de hit Love Shack. Muzikaal zit het net iets beter in elkaar. Het vrolijke, welhaast naïeve enthousiasme is verdwenen en heeft plaats gemaakt voor een professioneler klinkende productie. En Keiths belofte van hardere rock-‘n-roll lijkt ingelost te worden. Helaas is de vreugde van korte duur. Het tweede nummer, Hot Corner, is dan wellicht nog wel rock-‘n- roll, maar zeker niet hard. Toch had Keith wel enigszins gelijk, want dit nummer is behoorlijk roze. Het heeft die zuurstokroze klank van de jaren vijftig. Een beetje gedateerd en heden ten dage nog nauwelijks spannend te noemen.

Roze rock

~

Het hele album ademt deze roze gedateerdheid uit. Op zich ook niets mis mee als het goed uitgevoerd wordt, maar helaas schort het er in de uitvoering ook behoorlijk aan. Iets wat voornamelijk wordt veroorzaakt door de zang. Gitarist Keith Strickland blijft voorlopig nog buiten schot en krijgt wat de muzikale uitvoering betreft nog het voordeel van de twijfel. Het is vooral de zang van Fred Schneider die het album geen goed doet. Het is uiteraard kenmerkend voor zijn zang dat hij zijn teksten meer ritmisch uitspreekt dan dat hij ze zingt, maar op Funplex draaft hij een beetje door.

Het staccato opdreunen van zijn teksten geeft het gevoel dat het hele album zich hortend en stotend voortbeweegt van nummer naar nummer. Bij Love Shack was dit nog wel functioneel en werd het ruimschoots gecompenseerd door de zang van Cindy Wilson. Maar op Funplex laat Wilson zich meeslepen in de ‘zang’wijze van Schneider. Zelden komt haar inbreng er melodieus uit en regelmatig vervalt ook zij in het uitstoten van korte abrupte zinnen. Dit komt de voortgang van het album in het algemeen en de nummers in het bijzonder niet bepaald ten goede.

Na een veelbelovende start met het nummer Pump vervalt Funplex al snel in een hakkelende staccato woordenstroom van beide zangers. En het sprankelende, vrolijke ritme waarmee The B-52s zoveel succes hadden in vervlogen tijden met Love Shack is daarmee helaas verdwenen. Hoewel instrumentaal gegroeid, heeft de band vocaal een behoorlijke stap terug gedaan. En dat is jammer. We hadden zo graag nog zo’n sprankelend, feestelijk nummer meegemaakt zoals in die mooie dagen in 1989.