Muziek / Concert

Op zoek naar signatuur

recensie: Susanne Alt Quartet

Ze heet echt ‘Alt’. Susanne Alt, Duitse saxofoniste uit Amsterdam. Ze is al enkele jaren bezig en staat nu in het Bimhuis. Bekend van toegankelijke jazz en het nachtleven (samenwerkingen met diverse dj’s en Wicked Jazz Sounds), heeft Alt inmiddels ook een behoorlijke fanschare opgebouwd. Flink wat mensen zijn dan ook naar het muziekgebouw toegestroomd.

~

Het begin belooft echter niet veel goeds. Contrabassist Sven Schuster gaat met zijn eerste solo de mist in. Bovendien zoekt Alt nauwelijks contact met het publiek, en waar ze dit wel doet oogt ze dwingend. Technisch herstelt het kwartet zich. Maar techniek is niet alles: er wordt vlak gespeeld, volgens de regels. Er is geen enkele solo te horen waarin de noten het werk doen, geen intentie die naar passie neigt. Dat maakt zelfs dat de eerste vurige solo van Alt even schrikken is. Het is geen vuur dat zorgvuldig is opgebouwd na een zoektocht naar het beste brandhout. Het is het vuur na een jerrycan vol benzine.

Onzeker

Het kwartet komt het compliment toe dat het uitsluitend eigen composities speelt. Het gros daarvan kent een poppy opbouw, bestaande uit vier tot acht akkoorden waarin steeds helder is wanneer de solo’s verschijnen. Toetsenist Thijs Cuppen maakt af en toe een uitstapje naar zijn Rhodes. Cuppen laat menigmaal horen dat hij het metier verstaat, maar wekt een brave indruk in zijn soleerwerk. Is het onzekerheid? De enige die zich hier grotendeels aan onttrekt is drummer Philippe Lemm, die het naar zijn zin lijkt te hebben en nu en dan ongedwongen speelt.

Dat gebeurt met name vlak voor de pauze, in de twee meest creatieve composities van de avond. Het kwartet brengt een afwisseling van funk en bebop die iets spannender is dan al het voorgaande, om te besluiten met een bijna Cubaans stuk waar Lemm laat horen dat salsa hem na aan het hart ligt. Zijn breaks zijn lekker, klinken natuurlijk. Het doet echter de vraag rijzen wat het kwartet past. Bij downtempo nummers, vanuit ingetogen solo’s, gelukt het de muzikanten beter het plichtmatige los te laten. Op sopraansax lijkt Alt ook net iets meer een eigen verhaal te hebben dan op alt. Maar bij de meeste nummers beklijft het idee dat je op een cruiseschip bent waar een achtergrondjazzband per uur betaalt krijgt en het daarom bijna drie uur volhoudt – want zo lang duurt het concert.

Op zoek?

~


En dan is het niet prettig om in het Bimhuis te zitten. Op een gegeven moment wordt het vermoeiend te luisteren naar solisten die noten ondergeschikt maken. Harmonieus wordt er nauwelijks iets uitgeprobeerd, maar slechts gereden op geijkte wegen. Contrabassist Schuster verpersoonlijkt dit en dikt het aan met een allesbehalve natuurlijke timing. Susanne Alt is duidelijk nog op zoek naar een goede manier om met het publiek contact te maken. Wat ze wil zeggen leest ze van een blaadje op, waarmee ze nog charmant de sympathie wekt van velen. Maar wanneer datzelfde publiek niet op de maat meeklapt krijgt het een boze blik toegeworpen. Exemplarisch is misschien dat ze zelf besluit tot een toegift, zonder te wachten tot het publiek om meer schreeuwt. Wellicht ongepastheid die deze avond past.