Muziek / Album

Belgische prins

recensie: Stijn - Ten Danz

In België kennen ze uiteraard de Amerikaanse artiest Prince. Of ze in Amerika echter ooit in groten getale achter de Belgische Stijn aan gaan lopen is nog maar de vraag. Toch werd Stijn wel al eens de Vlaamse Prince genoemd.

Drie keer is normaliter scheepsrecht, maar of het derde album van Stijn, Ten Danz, internationaal hoge ogen gaat gooien is echter onzeker. Het vijftien nummers tellende album is zeker amusant te noemen. De funky nummers zijn vermakelijk. En het merendeel is ook lekker dansbaar. Maar zelden ontstijgt het niveau van de tracks de grijze middenmoot.

Jaren tachtig

~

De elektronische funk die Stijn ten gehore brengt is diep geworteld in het geluid van de jaren tachtig van de vorige eeuw. De synthesizergeluiden op Ten Danz ademen de sfeer van oude Atari spelcomputergeluiden. Alsof je regelmatig op de achtergrond iemand een Super Mariospel hoort spelen tijdens de opnamen van de cd.

Het album is op zijn sterkst op de momenten dat Stijn de vergelijking met Prince het meest eer aan doet. De funky nummers ‘Booty’ en ‘Funkafy’ bijvoorbeeld. Vooral de zang lijkt rechtstreeks door the artist himself ingezongen. Deze rafelige nummers hebben dat lekkere sleazy geluid dat je bij dergelijke muziek verwacht.

Doorsnee

Maar daar tegenover staan dan weer nummers als ‘Jan Met De Pet’, dat net zo doorsnee is als de naam doet vermoeden. Of het buiten de toon van het album vallende openingsnummer ‘Hakkel’, net zoals ‘Pop64’ een instrumentaal nummer dat nergens naar toe lijkt te gaan en simpelweg afgeraffeld opvulmateriaal lijkt te zijn.

Ten Danz heeft zijn hoogtepunten, maar helaas ook net iets te veel dieptepunten om een uitgebalanceerd album te vormen. Het beste kun je die enkele pareltjes los aanschaffen en de hele plaat verder gewoon met rust laten. Het geheel ontstijgt namelijk duidelijk niet die grijze middelmoot waarin Jan met de pet zich zo thuis voelt. En dat is jammer voor die funky prinselijke nummers die ook op het album te vinden zijn.