Muziek / Concert

Debussy – 24 préludes voor piano

recensie: Pierre-Laurent Aimard

.

Met een virtuoze en expressieve uitvoering van de 24 Préludes van Claude Debussy heeft pianist Pierre-Laurent Aimard het vernieuwende en abstracte van dit hoofdwerk vol in de schijnwerpers gezet.

Suggestie voor een titel
Precies honderd jaar geleden voltooide Claude Debussy (1862 – 1918) zijn twee boeken met elk twaalf preludes. Deze vorm, twee keer twaalf, is het enige traditionele aan de compositie. In ieder ander opzicht schreef Debussy ‘modern’ in de zin van het woord aan begin van de vorige eeuw: het zoeken naar een andere definitie van kunst door vernieuwing in vorm en inhoud. Hij doorbrak het schema van majeur en mineur en de tonaliteit. Hij verzette zich tegen de dwang waarin de luisteraar een beeld wordt opgedrongen bij de muziek. In plaats van een titel boven het stuk plaatste hij tussen haakjes aan het eind een  ‘suggestie’.

‘Ik noem het de realiteit’

Fotograaf: Marco Borggreve
Fotograaf: Marco Borggreve

Het was daarom niet nodig de lijst met 24 gesuggereerde titels bij de hand te houden. ‘De wind op de vlakte’, ‘Het meisje met vlasblond haar’, ‘Dode bladeren’, ‘Vuurwerk’ – alle beelden wijzen zich vanzelf – of niet! De toehoorder kan ook op heel andere associaties komen, zoals bijvoorbeeld ‘Haven in de winter’ of ‘Verlaten spoor’ om maar eens iets te noemen in de buurt van het Muziekgebouw. Het speelse en informele: de ongrijpbare werkelijkheid van de onmiddellijke ervaring omzetten in klank was essentieel voor de componist. Aan zijn uitgever Durand schreef hij in 1908: “Ik probeer iets anders te schrijven. Ik noem het de realiteit.”

Vrijheid en expressie
De 24 Préludes vormen een enorm  bouwwerk, dat veel eist qua pianotechniek en virtuositeit. De thema’s natuur, mythologie, schilderkunst, literatuur en andere associatieve velden waar Debussy zich door liet inspireren worden tweemaal , in het eerste en het tweede boek, gespiegeld gepresenteerd. De spanningsopbouw dient dus na de pauze  – in boek twee – als het ware herhaald te worden. Het is de verdienste van Pierre-Laurent Aimard dat hij deze technische en formele problemen ver achter zich liet. Met een grote vrijheid van expressie en ogenschijnlijk gemak doorliep hij de twee livres voor een bijna uitverkochte zaal.

Aimard, afkomstig uit Lyon, begon zijn carrière als negentienjarige bij het Ensemble Intercontemporain van Pierre Boulez en specialiseerde zich in de complexe etudes van de Hongaarse componist Ligeti. Later nam hij ‘Die Kunst der Fuge’ van J.S. Bach op. Ook de 24 Préludes van Debussy zijn inmiddels op cd vastgelegd.