Muziek / Album

Tingeltangeltechno

recensie: Pantha du Prince - Black Noise

Black Noise is het derde album van Pantha du Prince. Hendrik Weber heeft na twee goed ontvangen albums de Hamburgse Dial-stal (bekend van verwante artiesten als Efdemin en Lawrence) ingeruild voor Rough Trade. Het album combineert minimaltechno met ambient soundscapes en de klanken van klokken en bellen. Heel veel klokken en bellen.

De hoes met daarop een kapel in een bergachtige omgeving spreekt boekdelen. Gastmuzikanten als Noah Lennox van Animal Collective en Tyler Pope van LCD Soundsystem tonen helemaal aan dat we hier niet te maken hebben met een typisch technoalbum. Die indruk wordt bevestigd, zodra Black Noise uit de luidsprekers schalt. Het album opent niet met een straffe beat – je oren worden juist gekieteld door subtiele percussie-elementen. De kickdrum klinkt weliswaar op de achtergrond, maar is zelden prominent aanwezig.

Overdaad

Als de overtreffende trap van bellen zou bestaan, belst, dan zou die zeker van toepassing zijn op Black Noise. De hoeveelheid bellen en belletjes op het album is ongekend. Eerst werkt dit verfrissend, maar op den duur kunnen de bellen je behoorlijk de keel uitkomen. Meestal zijn de belgeluiden nogal willekeurig. Slechts een enkele keer vormen ze een sprankelende melodie. Ook de hoeveelheid subtiele details is groot op het album. Aan deze overdaad gaat Black Noise ten onder.

~

Verschillende tracks kennen te veel ideeën. Hierdoor worden de nummers rommelig, omdat ze bestaan uit losse stukken die geen geheel vormen. Het nummer ‘Stick to My Side’ bijvoorbeeld, maar ook ‘Behind the Stars’ kent dit euvel. In andere songs gebeurt juist te weinig. Deze tracks volgen het typische minimalstramien: een trage opbouw zonder climax, veel percussieve elementen en nauwelijks een melodie.

Koptelefoon

Is het dan allemaal kommer en kwel? Nee hoor, er zijn genoeg stukken die zich na een aantal luisterbeurten behaaglijk in je gehoor beginnen te nestelen. Het loont voor liefhebbers van luistertechno zeker de moeite om het album te beluisteren op de koptelefoon – en niet via de luidsprekers. Dan hoor je nog meer details. Zo merk je dat de nummers goed doorwrocht in elkaar zitten en dat de beats kunstig zijn opgebouwd.

De tracks die meer voor de dansvloer bedoeld lijken, zijn het meest geslaagd. Hier wordt de spanning door een zorgvuldigere opbouw vastgehouden. ‘A Nomads Retreat’, ‘Satellite Snyper’ en ‘Welt am Draht’ zijn lekkere nummers. Ook de track ‘Es Schneit’, die doet denken aan het vroege ambientwerk van Aphex Twin, is erg fijn. Een lome beat wordt hierin gekoppeld aan dromerige soundscapes en belletjes die voor een keer wél op hun plaats zijn.

Black Noise is zeker een origineel album. Helaas blijft echter vaak de gedachte hangen dat het vlees noch vis is. Aan de ene kant heeft het album te weinig opbouw en een te laag tempo voor de dansvloer. En aan de andere kant heeft het te weinig afwisseling om door te kunnen gaan voor luisteralbum. Vier op de elf echt goede tracks: dat is te weinig om dit album geslaagd te noemen.