Muziek / Voorstelling

De borsten van Tirésias

recensie: Opera Trionfo en Nieuw Ensemble (olv Ed Spanjaard) - Les mamelles de Tirésias

“Emancipatie, prima, maar het moet wel leuk blijven!” roept de echtgenoot van Thérèse verontwaardigd uit als zij als Tirésias verder door het leven wil gaan. Zijn vrouw trekt zich daar niets van aan, en prikt haar borsten lek. Hop! Vanaf nu is zijn Thérèse, alias Tirésias, “plate comme une punaise“.

“Vrouw weg. Eitjes weg. Niks meer te bevruchten”, moppert hij even later. Maar deze echtgenoot zit niet bij de pakken neer. Als vrouwen geen kinderen meer willen krijgen omdat ze generaal of president willen worden, dan moeten mannen het zelf maar doen. En voilà, “quarante mille quarante-neuf enfants en un seul jour!

Francis Poulenc
Francis Poulenc

Serieuze ondertoon

Nee, Les mamelles de Tirésias (‘De borsten van Tirésias’) is geen doorsnee opera. De Franse componist Francis Poulenc (1899-1963) baseerde zijn opera op Guillaume Apollinaires absurde en hilarische toneelstuk over de verwarring tussen de seksen. In zijn inleiding op het stuk gebruikt Apollinaire als een van de eersten de term ‘surrealisme’ en hoewel 40.049 kinderen in één dag inderdaad weinig met realisme van doen heeft, kent het stuk wel degelijk een serieuze ondertoon. Apollinaire schreef het stuk aan het einde van de Eerste Wereldoorlog, en de oproep ‘meer kinderen op de wereld te zetten’ was in het door de oorlog flink uitgedunde Frankrijk maar al te actueel.

Dertig jaar later, toen Poulenc zijn opera componeerde, waren de omstandigheden weer hetzelfde: de Tweede Wereldoorlog had flink huisgehouden onder de bevolking en vele levens gekost. In de partituur overheerst echter het lichte. Invloeden van modernisten als Stravinsky zijn hoorbaar, en hoewel Poulenc tussen beide wereldoorlogen in zelfs contact heeft gezocht met de avant-gardistische kring rond Arnold Schönberg, zijn het vooral Offenbach, Chabrier en Gounod die in Les mamelles de Tirésias doorklinken. Het eindresultaat klinkt als een mengsel van vaudeville, Franse operette en Puccini, maar gelukkig wel met een modern en hier en daar behoorlijk scherp randje, zeker in de bewerking voor kamerorkest van Bart Visman.

Ed Spanjaard
Ed Spanjaard

Jong talent

Het Nieuw Ensemble onder leiding van Ed Spanjaard laat horen dit repertoire tot in de puntjes te beheersen, maar het zijn vooral de solisten die grote indruk maken. Tenor Bernard Loonen zet een overtuigende echtgenoot neer en het moet gek lopen als sopraan Renate Arends (Thérèse) over een aantal jaren niet in de grote operahuizen schittert.

Drie jaar geleden maakte Opera Trionfo, het gezelschap dat jonge zangers podiumervaring op laat doen, al veel indruk met een door David Prins geënsceneerde productie van Poulencs opera. Veel van Prins’ regievondsten gaan natuurlijk verloren in een concertante uitvoering, maar regisseur Jeanne Companjen heeft er alles aan gedaan om deze uitvoering alles behalve statisch te maken. Solisten komen uit alle hoeken van de Grote Zaal van het Concertgebouw op en wisselen veelvuldig van kostuum. Zelfs het koor doet mee. Ronduit hilarisch wordt het als allen aan het begin van het tweede bedrijf een slabbetje voordoen en als de kinderen ’tra la la’ inzetten.

Wanneer Tirésias zich na amper een uur weer bij haar echtgenoot voegt, is dat bijna jammer. Niet omdat daarmee de feministische boodschap teniet wordt gedaan, maar omdat daarmee een einde komt aan een sprankelende voorstelling die geen seconde verveelt. Kom daar maar eens om bij al die schier eindeloze Duitse opera’s…