Muziek / Concert

Sublieme première van La Passione della Parole

recensie: Boogman — La Passione della Parole (en werken van Biber en Montiverdi)

Strijd! Laarzengestamp, dronken soldaten, zwaardengekletter, een kruisridder die zijn geheime geliefde doorklieft met zijn zwaard, en tot slot strijd tussen klank en het Woord. Het ging er muzikaal heftig aan toe tijdens de ZaterdagMatinee in het Amsterdamse Concertgebouw.

Holland Baroque Society speelde onder leiding van dirigent Andrea Marcon werken van Biber en Monteverdi. In Battalia (dat strijd of oorlog betekent), van de 17e eeuwse Boheemse barokcomponist Biber wordt het slagveld op zeer originele en eigenzinnige wijze hoorbaar gemaakt. De strijkers bootsen met hun instrumenten wapengekletter, tromgeroffel, volksliederen, een drankgelag en kanonslagen uit. De scène waarin verschillende volksliedjes door elkaar en in verschillende toonsoorten worden gespeeld doet soms zelfs denken aan wat de 20e eeuwse Amerikaanse componist Charles Ives deed. En dit allemaal in nog geen 10 minuten!

Monteverdi’s Combattimento di Tancredi e Clorinda uit 1624 verklankt de bloedige strijd van kruisridder Tancredi tegen een onbekende Saraceen die niemand minder dan zijn geheime liefde Clorinda uit het vijandige kamp blijkt te zijn. Monteverdi heeft in dit madrigaal de perfecte symbiose tussen woord en muziek bereikt. Bariton Furio Zanazi, in zijn rol van verteller, bariton Marián Krejèík als Tancredi en sopraan María Espada als de stervende Clorinda, overtuigden volledig in deze aangrijpende madrigaalscène, fijnzinnig begeleid door Holland Baroque Society.

La Passione della Parola

~

De aandacht van deze ZaterdagMatinee ging vooral uit naar de eerste uitvoering van La Passione della Parole (het lijdensverhaal van het Woord) voor eenentwintigstemmig gemengd koor van Willem Boogman (1955), geschreven in opdracht van en voor het Nederlands Kamerkoor. De oorspronkelijke opzet was de Millenniumviering en de geboorte van Christus, maar dit idee werd uiteindelijk losgelaten. Hiervoor in de plaats kwam het ruimere en algemenere begrip van ‘geboorte’, ‘begin en ontstaan’, waarbij de verkenning van het Woord, in vele facetten, het hoofdthema werd.

Het werk van symfonische omvang (bijna 55 minuten) is opgebouwd uit 6 delen, met in (bijna) elk deel een openingskoraal, als een soort houvast (‘als een huis’, zoals de componist het noemt), en een afsluitend, door een solist met begeleidend koor gezongen, Lied op een gedicht van Vasalis. Door de delen heen gebruikt Boogman tekstfragmenten van onder anderen de middeleeuwse mysticus Meister Eckhart, en dichters TS Eliot en Rilke. Boogman gaat gedurende het hele stuk op zoek naar de betekenis van het Woord, naar wat klank is en wat dit misschien niet meer is, en doet dit door middel van het gebruik van vele ongebruikelijke ruis-, fluister-, sis- klik-klak-, plop-, fffff-, en brrr-klanken, maar ook door lachen, ‘gewoon’ praten, klappen en het wrijven in de handen en vingerknippen.

Om een nieuw begin te kunnen maken, wordt de luisteraar in het eerste deel, ‘Exodus’, de woestijn in gevoerd. Hier is het Woord ontdaan van zijn betekenis en functie en ligt het als dood of half dood in het zand. De geboorte, het nieuwe begin, wordt in het tweede deel (‘Opstanding’) verkend. In deel drie (‘Optreden’) onderzoekt Boogman de sporen, de echo’s die het Woord achterlaat. In het vierde deel (‘Offer’) wordt het Woord weer poëzie en muziek. Via het vijfde deel (‘Overgang’) worden de klanken extatischer om uiteindelijk uit te monden in een apotheotisch slotdeel (‘Overgave’), met een slotkoraal: ‘Das ungewordne Wort wird mitten in der Zeit/Was Es nie is gewest in aller Ewigkeit‘.

Droomuitvoering

~

Het fantastisch zingende Nederlands Kamerkoor bezorgde onder de trefzekere leiding van dirigent Klaas Stok (die zich ook nog even vocaal mocht laten gelden) het complexe werk een droomvertolking. Elke klank, elke nuance, elke toon; het klonk allemaal even glashelder. Regendruppels zijn niet mooier nagebootst zoals dat gebeurde in het slot van het tweede deel!

Over het Woord gesproken: het is jammer dat een nieuw werk van een dusdanige complexiteit en omvang zonder enige gesproken toelichting vooraf aan het publiek wordt gepresenteerd. Het programmaboekje is zonder meer verhelderend, maar in een pauze is er doorgaans te weinig tijd en aandacht om een uitgebreide toelichting door te lezen. Hierdoor word je bijna gedwongen dit tijdens de uitvoering zelf te doen (of niet, maar in beide gevallen gaat er dan iets verloren). Het zou prettig zijn geweest als er bijvoorbeeld een kort gesprekje met de componist, dirigent of koorlid aan vooraf was gegaan zodat de nieuwsgierigheid van het publiek wordt geprikkeld.