Muziek / DVD

Joyce DiDonato maakt de waanzin tastbaar

recensie: George Frideric Händel – Hercules

Ook al ben je de sterkste man van de wereld, aan de jaloezie van een vrouw ga je ten onder. Dat is in het kort het verhaal van Händels Hercules, een werk dat zich in het niemandsland tussen opera en oratorium bevindt. Bij de eerste uitvoeringen in 1745 begreep het publiek dan ook niet wat de componist voor ogen stond en het stuk verdween al snel in de vergetelheid.

Door de vele koorpassages heeft Hercules het meest weg van een oratorium, maar de tekst, gebaseerd op Sofocles en Ovidius, doet eerder denken aan de Italiaanse opera’s van Händel. Een ‘muzikaal drama’ noemde de componist het zelf, en daar valt nog het meeste voor te zeggen, want extreme jaloezie en waanzin, daar draait het om.

Moord en doodslag

~

De handeling is geconcentreerd op de laatste dag van het leven van Hercules. Zijn vrouw Dejanira wordt verteerd door jaloezie wanneer Hercules aan het hof terugkeert met als oorlogsbuit de jonge en beeldschone prinses Iole. Dejanira is ervan overtuigd dat Iole en Hercules minnaars zijn, al kan zij daarvoor geen bewijzen vinden. Ook Iole kan haar niet overtuigen. In de hoop Hercules aan zich te binden, geeft Dejanira haar man een mantel. Deze blijkt echter vergiftigd met het bloed van de door Hercules vermoorde Nessus. De onoverwinnelijke Hercules sterft, de jaloezie van zijn vrouw vervloekend. Wanneer zij beseft dat Hercules door haar toedoen is gestorven, wordt zij waanzinnig. Iole en Hercules’ zoon trouwen op bevel van Jupiter en nemen plaats op de troon. De gebruikelijke ingrediënten voor een opera dus …

Het is dan ook niet het verhaal dat deze coproductie van de Wiener Festwochen en het Festival van Aix-en-Provence zo bijzonder maakt. Op het eerste gezicht is ook de regie van Luc Bondy niet wereldschokkend. Hij plaatst de handeling in een soort Grieks amfitheater, zij het met enkele anachronistische elementen: zo komt Hercules terug van het front gekleed als de eerste de beste GI Joe. Maar juist doordat hij het decor verder zo kaal laat, komt de nadruk volledig op zijn personenregie te liggen. En daarin excelleert Bondy, vooral ook omdat hij geholpen wordt door zangers die niet alleen voortreffelijk kunnen zingen, maar ook goed kunnen acteren.

‘Let me be mad’

~

De jonge Zwitserse sopraan Ingela Bohlin is een even verleidelijke als afstandelijke Iole, terwijl de Engelse bariton William Shimell een echte macho-Hercules weet neer te zetten. Beiden worden echter volkomen overvleugeld door de Amerikaanse mezzosopraan Joyce DiDonato in de rol van Dejanira. Nadat zij aan het eind van het derde bedrijf Let me be mad zingt en alle furiën aanroept, volgt de meest huiveringwekkende waanzinaria die ik ooit gezien heb. Marc Minkowski maakte in 2000 een schitterende opname van Hercules (Archiv Produktion) met wereldster Anne Sofie von Otter als Dejanira, maar wat de Amerikaanse hier laat horen en vooral zien doet Von Otter verbleken. Waar Von Otter koel en afstandelijk blijft, is DiDonato niet bang om ook de ruwe kantjes van haar stem door te laten klinken en de waanzin bijkans tastbaar te maken.

Het goede nieuws is dat deze productie in april 2007 ook in het Amsterdamse Muziektheater te bewonderen zal zijn, maar helaas zonder DiDonato. Aan het aanstormende talent Sarah Connolly de lastige taak DiDonato te evenaren. Gelukkig heeft zij nog meer dan een jaar de tijd om deze dvd te bestuderen.