Muziek / Album

Vakwerk, maar oubollig

recensie: Samba-Jazz & Outras Bossas

.

Joyce, door de grote Braziliaanse componist Antonio Carlos Jobim met de eervolle titel ‘een van de grootste zangers allertijden’ bekroond, heeft al eenentwintig soloplaten uitgebracht en meer dan driehonderd artiesten hebben nummers van haar hand opgenomen. Haar eerste opname, als lid van de groep Sambacana, dateert uit 1964 en haar eerste solo-album verschijnt in 1968 onder de titel Joyce. Ze is binnen de Braziliaanse scene een begrip. Geliefd om haar zuivere stem en geroemd om haar bijzondere scat-techniek. Midden jaren zeventig verdiept ze haar talenten door naast zang en compositie zich ook toe te leggen op het gitaarspel. De composities van Joyce zijn wereldwijd gebruikt in het theater en films (o.a. The Player van Robert Altman) en de lijst van artiesten waar ze mee samen heeft gewerkt lijkt oneindig lang en gevarieerd (o.a. Milton Nascimento, Michael Brecker, Elis Regina). Zo maakte ze in 2003 nog een soloplaat met de Noorse keyboard-goeroe Bugge Wesseltoft.

Dream Team

~


Samba-Jazz & Outras Bossas is een ode aan de samba-jazz die zo bepalend is geweest voor het leven van het echtpaar. Met een mengeling van eigen composities en opnieuw gearrangeerde covers zetten zangeres/gitariste Joyce en drummer Tutty Moreno een stukje zelf geproduceerd vakwerk op de markt. Bovendien hebben zij zichzelf omringd met hun eigen ‘dream team’: een groep topmusici waaronder Jorge Helder (akoestische bas), Nailor Proveta (altsax en klarinet) en uitblinker Helio Alves op piano. De plaat swingt vanaf de start met de opener Penalty, een eigen compositie van Joyce, waarbij zij direct haar scats laat rollen over de strakke ritmesectie. De door Ella Fitzgerald beroemd gemaakte scat, waarbij iemand een instrument imiteert door klanken te improviseren (alsof je met je stem bijvoorbeeld altsax speelt), is een stijl van zingen waar je van moet houden. De techniek wordt veelvuldig toegepast op dit album, vooral in de instrumentale stukken als Embalo, Garoto en de moderne bewerking van haar klassieker Magica. De rest van het album kent veelal een akoestisch flow, een geluid dat zo kenmerkend is voor de bossanova.

Oubollig

Alhoewel Samba-Jazz & Outras Bossas voldoende afwisseling kent, breekt er al vrij snel een verzadigingspunt op. Natuurlijk is dit een kwestie van smaak, maar het klinkt allemaal teveel als een herhalingsoefening, wat overigens niets afdoet aan de kwaliteit van de productie en de musici. Liefhebbers van vrouwelijke vocale jazz, met latin-invloeden, zullen hun hart kunnen ophalen aan deze plaat. Gevreesd mag worden dat het voor anderen misschien allemaal te oubollig klinkt.