Muziek / Concert

Onbekommerd en breekbaar tegelijk

recensie: Henny Vrienten

.

Na 23 jaar verscheen er weer eens soloplaat van Henny Vrienten. In de tussentijd hield de voormalige voorman van Nederlands meest succesvolle bandje ooit zich bezig met filmmuziek, musicals en kinderliedjes voor Sesamstraat en Het Klokhuis. En Toch is de titel van het bijzonder aardige nieuwe album, dat soepel laveert tussen luchtige onbekommerdheid en breekbare intimiteit.  

Door de wol geverfd

~

De ‘macho’ van weleer is al lang niet meer: Henny Vrienten is tegenwoordig de bescheidenheid zelve. Zo grossiert hij vanavond in loftuitingen voor zijn begeleidingsband (met o.a. zoon Xander op basgitaar en de gitaristen Jan Hendriks  -ja, die van Doe Maar- en Theo Sieben). De ingetogen liedjes en de intieme setting in de Hertzaal van TivoliVredenburg lenen zich ook niet voor overdadig branievertoon. Bovendien is Vrienten met zijn 66 jaar niet meer piepjong …

De aanvang van het optreden is wat aarzelend, maar gaandeweg palmt de door de wol geverfde muzikant de zaal in met zijn vrij eenvoudige, doch aanstekelijke songs. Dat zijn stemgeluid soms wat aan de bleke kant is, doet daar weinig aan af. Tussen de nummers door keuvelt hij met het publiek over de verstaanbaarheid van Frank Boeijen, de overeenkomst tussen vrouwen en muggen, het grijpen van kansen en het grote vergeten.

Moederziel alleen
Het contrast is groot tussen onbezorgde liedjes als ‘Gitaar’, ‘Mug in de Klamboe’ en ‘Hij Zingt Omdat-Ie het Niet Zeggen Kan’ en intieme songs over de plotse, zelfgekozen dood van een goede vriend (‘Het Uur Tussen Hond en Wolf’) en over zijn dementerende, inmiddels overleden moeder (‘Lieske’). Het getuigt van lef om dat persoonlijke kleinood moederziel alleen te zingen en te spelen. Ook mooi is het duistere, door samenzang opgesierde en melodieus krachtige ‘Nooit Iets Anders Dan Dit’.  

Dat hij jarenlang met vuur speelde, maar tegenwoordig niet meer, bezingt hij in een kakelvers lied (“Voor elk optreden schrijf ik een nieuwe song, dan heb ik zo weer een album vol!”), waarbij hij de zaal maant tot meezingen. Zijn bandgenoten zwaait hij nogmaals alle lof toe in een jazzy intermezzo: ieder mag een solootje spelen.

Tja, en dan die afsluiter: heel fijn natuurlijk, een bluesy versie van ‘Is Dit Alles’. Het publiek lust er wel pap van, maar vreemd is het wel dat Vrienten zich verslikt in de tekst en iemand uit de zaal (“Ze zijn er nog!”) nodig heeft om hem weer op het juiste spoor te zetten. Een pose? Desinteresse voor het aloude Doe Maar-repertoire? Of zou ook bij hem het grote vergeten toeslaan? Fluiten kan hij wel nog als de beste …