Muziek / Concert

Als een warm bad

recensie: Gregory Porter

Gespannen wacht het publiek in de grote zaal van een bijna uitverkocht Concertgebouw de komst van het fenomeen Porter af. Iets na kwart over acht daalt hij de trap naar het podium af, gekleed in smetteloos wit colbert en dito gilet en natuurlijk zijn zwarte muts.

Een luid applaus valt hem en zijn begeleiders ten deel. Sinds het uitbrengen van zijn derde cd, Liquid Spirit, is de bekendheid van Porter fors toegenomen. Speelde hij tot voor kort nog in kleine gelegenheden, tegenwoordig zijn de grotere podia zijn speelterrein. De band, onder leiding van pianist Chip Crawford op piano, zet ‘Painted On Canvas’ in. Het geluid van drums en bas lijkt de zang te overstemmen en ook de saxsolo van Yosuke Satoh klinkt ver weg.

Zang en sax

~

Porter heet iedereen welkom en vertelt dat het een eer is om in Amsterdam te spelen. Lange tijd speelde hij in zaaltjes die niet groter waren dan zijn kleedkamer in het Concertgebouw. Vervolgens wordt ‘On My Way To Harlem’ uitgevoerd van zijn vorige cd Be Good. Gelukkig klinkt het geheel inmiddels beter. Wanneer de band ingetogen speelt, is zijn prachtige stem goed te horen, vooral wanneer hij iets verder van de microfoon staat. De warme klank die we kennen van zijn cd’s, is dan ook in de zaal hoorbaar. Ook nu is er weer een geweldige saxsolo.

Dit zal het patroon van de avond worden: de eerste klanken van de piano gevolgd door bas en drum. Dan het zingen van Porter waarna Satoh de sterren van de hemel blaast. Bij sommige nummers vraagt Porter om medewerking van de zaal: er wordt geklapt en zelfs meegezongen’, zoals bij ‘No Love Dying’.

Na de titelsong van zijn laatste cd zingt hij de prachtige ballad ‘Skylark’, geschreven door Johnny Mercer en Hoagy Carmichael. Heel subtiel is de pianobegeleiding. Met het uptempo nummer ‘Work Song’ van Nat Adderley wordt de set voor de pauze afgesloten. Door het spel van piano, bas en drums lijkt het alsof je het bikken van de stenen door de chaingang in werkelijkheid hoort. Ook dit nummer zingt Porter vol overgave.

Gospel
Na de pauze komen alleen Porter en Crawford naar beneden om het ingetogen en gevoelige ‘Imitation Of Life’ te spelen. De hele band, met verder Aaron James op bas en Emanuel Harrold op drums, gaat door met ‘Mother’s Song’, ‘Be Good’ en twee nummers van Liquid Spirit, ‘Free’ en ‘Hey Laura’. Bijzonder is de uitvoering van ‘Children, Your Line Is Dragging’ uit de Broadway productie It Ain’t Nothin’ But The Blues, een echte gospelsong, ondersteund door uitbundig geklap van het publiek.

Het concert wordt afgesloten met ‘Real Good Hands’ en een nummer van zijn eerste cd Water, ‘1960 What’. Na een ovationeel applaus speelt de band als toegift ‘The Way You Want To Live’, waarna Porter swingend de trap op verdwijnt. Het dankbaar publiek had een fantastische avond. Toch is dit soort zalen wellicht te groot voor Porter; je mist de intimiteit van met name zijn laatste cd. Zijn prachtige stem komt beter tot zijn recht in kleinere zalen en met minder microfoonversterking.