Muziek / Album

Energieke shake

recensie: Ganashake - Ganashake

Het Belgische trio Ganashake lijkt hetzelfde enthousiasme te hebben als het Nederlandse DeWolff. Ganashake beweegt zich in het gebied tussen blues, rock ’n roll en funk.

Het hoesje verraadt al dat de opnames in een viertal dagen hebben plaatsgevonden. Wel met een flinke tussenpose. De eerste vijf tracks zijn in november 2009 in de studio vastgelegd, terwijl de volgende zes tracks pas in juli 2010 zijn toegevoegd. De opnames werden geproduceerd door Jean-Marie Aerts, die eerder o.a. TC Matic produceerde.
Het spelplezier spettert werkelijk uit de cd-speler. De heren van Ganashake hebben het tempo over het algemeen lekker hoog liggen en mengen de drie grondstijlen tot een heel eigen ‘shake’. De inname gaat met grote teugen en smaakt duidelijk naar meer.

Korte historie

~

Pas sinds mei 2009 vormen Jess Jacob (zang/gitaar), Sander Goethals (bas)en Bert Minnaert (drums) samen de groep Ganashake. De eerste vijf liedjes die ze opnamen werden op een EP’tje geperst waarmee de mannen op pad gingen om aandacht te krijgen voor hun muziek.
De roep om een volwaardig debuutalbum werd vanuit het publiek steeds sterker, zodat de tweede set van composities naadloos werd toegevoegd. In oktober 2010 werd het album in België uitgebracht. Drie maanden later is Nederland aan de beurt en kan de opmars van de band verder gaan. Ondertussen toert de band in Frankrijk en België. Met een denderend album op zak moet het de heren lukken om regelmatig de krachten te meten met andere bluesrockers op menig blues-getint-festival.

Grooven
Het titelloze debuut van Ganashake heeft het tempo hoog liggen. Het album opent met een gitaarriff afgewisseld met drum en pompt lekker door in het nummer ‘Indian Chief’. Het gitaarintro van ‘Cherry Red Lips’ zuigt de luisteraar verder het album in. Bij de derde track gaat het tempo, dat al niet langzaam is, nog een tandje omhoog en genieten we zo’n drie minuten van ‘Gimme Back My Wig’. Ganashake is er in geslaagd om het vuur van het podium vast te leggen op het album. De heren weten alle elf tracks aaneen te rijgen tot een aanstekelijke, funky blues-rock die even doorwrocht klinkt als van een band die zijn sporen al dik verdiend heeft. Nergens is de tweesplitsing in de ontstaansgeschiedenis van het album te horen. Iedere compositie staat als het spreekwoordelijke huis. Jess, Sander en Bert grooven dwars door je huiskamer en zullen elke luisterbeurt tot een feestje maken. Dat deze mannen pas begin twintig zijn is niet te horen aan de volwassenheid van dit debuut. Met deze eerste proeve van bekwaamheid levert de band een prachtingrediënt voor een dampend partijtje.