Muziek / Album

Bombastische bravoure

recensie: Epica - The Quantum Enigma

.

Met The Quantum Enigma brengt Epica hun zesde studioalbum uit. Een album dat in ruim een uur of dertien verschillende stukken langs laat komen, als een sonische en bombastische symphonie waarin alle elementen die we kennen uit de symfonische en powermetal voorbij komen.

Het metalgenre is waarschijnlijk het meest rijke genre dat er is. Er zijn weinig muziekstijlen die zo’n enorme diversiteit aan stijlen kent als deze. Toch bekruipt de vraag meer en meer of met de moderne technieken van nu, waarin steeds meer distortion, laagte, triggers en guttural grunts wordt gebruikt, metal nog wel metal genoemd mag worden. Het genre is in de basis een stroming dat voor authenticiteit staat, zich tegen de gevestigde autoriteit keert en haar eigen niche van de mainstream maatschappij inneemt. Nu steeds meer bands de brug proberen te slaan naar de mainstream, kunnen we beter spreken van een nieuw soort cross-over.

Trots wordt er melding gedaan dat men voor het eerst met een nieuwe producer in zee is gegaan: Joost van den Broek en mixer Jacob Hansen (bekend van Volbeat, Hatesphere, Amaranthe). Met deze mensen achter de knoppen is gezocht naar een compacter en volwassener geluid. Tevens is The Quantum Enigma meer dan voorheen een collectief geschreven plaat. De thematiek van dit album draait rondom ‘an exploration of the subconscious mind’.

Weinig episch
In de praktijk valt er weinig terug te horen van het feit dat de composities tot hun essentie zijn teruggebracht en compacter zouden zijn, getuige het laatste nummer dat ruim tien minuten klokt. De tracks kennen bij het eerste gehoor het probleem nogal op elkaar te lijken. Dit komt niet in de laatste plaats doordat in de productie praktisch alle nuances gladgestreken zijn. Hiermee stoot bijna 70 minuten lang een sonisch en bombastische drone uit je speakers, die de niet-geoefende luisteraar al gauw murw slaat. Het is van tevoren te hopen dat de nummers onderling eruit springen, qua eigen compositie, qua thematiek en vooral qua afwisseling.

De tragiek van deze plaat is echter dat elk nummer inwisselbaar klinkt. Het geluid is volledig vol gedrukt met instrumenten en zang. Voor een band die Epica heet, is de plaat ironisch genoeg weinig episch, behalve wellicht het instrumentale ‘The Fifth Guardian – Interlude –’, die doet denken aan de tragische val van de held van een of andere Chinese blockbuster. De plaat mist een herkenbaar, eigen gezicht. Zelfs na meerdere luisterbeurten blijft het album klinken als een modern symfonie-orkest, zonder een bepaald verhaal te willen vertellen. Het is de nietszeggendheid die we kennen van meerdere moderne metalbands die zo nodig hun werk met een metropool-orkest moeten opnemen. Het voegt weinig tot niets toe, behalve een kriebelige deken van synthetisch klinkende muziek, die wollig en saai aandoet. 

Daarmee sterft deze plaat ook uit. Wanneer het toch nog beetje epische afsluitingsnummer ‘The Quantum Enigma – Kingdom of Heaven Part II’ na zo’n tien minuten uitdooft, is de hele ervaring van deze plaat ermee weggedoofd. Muzikaal geweld, gitarengekletter, vallende drums, her en der wat grunts en een engeltje die er boven uit zingt, teloorgegaan in een overdaad aan bombastiek.