Muziek / Album

8enswaardig album

recensie: Dream Theater - Octavarium

Twintig jaar zijn er alweer verstreken sinds Portnoy (drums), Myung (bas) en Petrucci (gitaar), toendertijd nog student, hun band Majesty begonnen. Na een naamsverandering naar Dream Theater werd in 1989 het debuut When Dream and Day Unite uitgebracht. De drie eerstgenoemde muzikanten zijn nog steeds de spil van de band maar met zanger James LaBrie (sinds 1992) en keyboard-genie Jordan Rudess (sinds 1999) in de gelederen staan deze Amerikanen alweer zes jaar garant voor een flinke dosis ingenieuze progressieve metal/rock.

~

Met Octavarium legt het vijftal alweer hun achtste studioplaat neer in hun twintigjarig bestaan. Een album dat na de behoorlijk stevige voorganger Train of Thought weer een geheel nieuwe weg inslaat. Er is dit keer duidelijk gekozen voor een meer songgerichte aanpak met aandacht voor couplet en refrein, iets wat toch niet heel kenmerkend is voor Dream Theater.

Virtuoze rockliedjes…

Meer aandacht voor echte liedjes dus. Waar voorgaande albums bol stonden van de meest ingenieuze nummers vol wervelende melodieën, onvoorstelbare maatsoorten en breaks die je spontaan deden juichen van adoratie, vinden we hier voornamelijk nummers waar een heel duidelijke lijn in zit zonder dat je continu op het verkeerde been wordt gezet. Ik zou zelfs durven beweren dat de band qua hitgevoeligheid op dit album een tweetal nummers heeft staan die zich met gemak kunnen meten met de hedendaagse populaire rockmuziek. Het gaat dan om de nummers I Walk Beside You en Never Enough. Eerstgenoemde klinkt als een combinatie van U2 en Coldplay (al schijnt dat tegenwoordig ook niet veel verschil te maken). Never Enough bevat passages die zo op Origin of Symmetry hadden kunnen staan. Toch klinken de nummers bij Dream Theater wat spannender, wat extra nootjes hier en daar, het bereik van LaBrie die ook net wat meer variatie in zijn stem heeft; het heeft gewoon net iets meer.

…en vertrouwd werk

De die-hard fans hoeven zich echter geen zorgen te maken. Het is namelijk niet zo dat hun oogappel ineens veranderd is in een liedjesschrijvende rockband. Tegenover de twee hiervoor genoemde nummers staan namelijk ook twee duidelijke epische werkstukken. Elkaar opvolgend aan het eind van het album zijn Sacrificed Sons en Octavarium twee onmiskenbare Dream Theater-stukken in de traditie van bijvoorbeeld Metropolis, pt. 2. De sfeer van de nummers is in eerste instantie wel vrij rustig, maar de aanpak en opbouw laten daarna alle vormen van variatie langskomen die we gewend zijn van de band. Opener The Root of All Evil en Panic Attack daarentegen klinken meer in de lijn van voorgaand album, heavy en technisch sterk. Dream Theater laat op dit album een nieuwe kant van zichzelf zien en geeft tegelijkertijd een overzicht van hun carrière tot nu toe.