Muziek / Album

De definitieve naamsverandering

recensie: David Gilmour - On an Island

Pink Floyd; klinische pielmuziek of compositorische genialiteit? Deze boude vraag verwoordt een tegendraads gevoel dat al jaren in mij woedt. Om nog maar te zwijgen over de vraag waar deze band momenteel uit bestaat. Op beiden heb ik vorige week een klip en klaar antwoord gekregen. Want toen kwam On an Island uit, de derde soloplaat van Gilmour. David Gilmour ís Pink Floyd. En hij maakt nog steeds magistrale, klinische pielmuziek.

Gilmour is één van de beste en meest karakteristieke gitaristen van de wereld. Punt. Geen discussie over mogelijk. De langgerekte, welbekende symfonische en psychedelische solonoten. Dat heldere snerpende distortiongeluid zonder kraakjes. Het klinkt werkelijk fantastisch. Maar die oeverloze perfectie leverde hem minstens zoveel vijanden op. Die vinden het allemaal maar saaie gitaarsolomuziek.

~

En die zang van Gilmour? Tja, vroeger luisterde ik eerlijk gezegd veel liever naar Roger Waters. Maar die tijd is na die eenmalige reünie van de band tijdens Live8 wel voorbij. Waters’ stem stelde daar weinig meer voor. Daardoor stel ik vandaag de dag: Gilmour is Pink Floyd. En andersom. Tegenwoordig plakt de man alleen geen Pink Floyd-label meer op z’n uitgebrachte werk. Na A Momentary Lapse of Reason (1987) en The Division Bell (1994), beiden voor het overgrote deel gevuld met Gilmour-werk, zet hij onder dezelfde soort van muziek nu zijn eigen naam. Want Pink Floyd is definief voorbij, zeker gezien de laatste reünie tijdens Live8. Want daar bleek de sinds mensenheugenins durende vete tussen Waters en Gilmour nog steeds niet opgelost. Er kon geen lachje van af toen ze naast elkaar stonden.

Dé gitaar

Het instrumentale Castellorizon is het eerste nummer van On an Island, dat overigens mede werd geproduceerd door Phil Manzanera van Roxy Music en Chris Thomas: het zijn de sfeervolle, filmische klanken die zich samenmengen tot een mooie opbouw. Richard Wrights hammond orgel ronkt als vroeger. Dan na twee minuten: dé gitaar. Het nummer vloeit vervolgens mooi over in de titeltrack die ook als single gedoopt is. Het eerste dat daar opvalt, is dat er veel aandacht aan de zang is besteed. Voor het nummer On an Island riep Gilmour de hulp in van het achtergrondkoor David Crosby en Graham Nash. In The Blue, waarvoor Polly Samson, Gilmours vrouw, de tekst schreef, soleert Gilmour zeer geraffineerd met een octaver-effect. Toegegeven, dit nummer heeft een buitengewoon saaie drumbegeleiding. Heel veel songs op dit album trouwens. Even wenste je dat Nick Mason ingehuurd was. Hij zou zich er niet zo gemakkelijk van afgemaakt hebben. Maar goed, dan had de band net zo goed weer Pink Floyd kunnen heten, zal Gilmour gedacht hebben.

De zanglijn van Take a Breath doet, inclusief het gebruikte effect, denken aan The Dogs of War. Gilmours slide in Smile, klonk sinds Seamus op het Pink Floyd-album Echoes niet meer zo mooi. Red Sky at Night is een instrumentaal nummer dat de sfeer van de Syd Barrett-eerbetoon Shine on You Crazy Diamond ademt. De sax wordt door de meester zelf gespeeld.

Bij Then I close my eyes sluit ik eerbiedig m’n ogen. Ik besef me dan meteen dat er twee werelden zijn die nooit samenkomen; de Pink Floyd-haters en de Pink Floyd-liefhebbers. Ja, Gilmours derde klinkt een beetje degelijk en een beetje cheasy. Maar hier is onmiskenbaar een meester aan het werk. Die op zijn zestigste nog zin heeft om een verrassend divers album uit te brengen. En daar verblijdt hij sowieso een hele grote schare Pink Floyd-fans mee. Hoe klinisch die pielmuziek ook klinkt.