Muziek / Concert

Perfecte rauwe randjes van Claw Boys Claw

recensie: Claw Boys Claw

Dat de rockmuziek van alle Claw Boys Claw-albums nog immer dampend, superheet en daardoor zeer relevant is, is bij een grote schare fans natuurlijk allang bekend. Zet hun album Sugar uit 1992 (mijns inziens een van de beste Nederlandse albums ooit) nog maar eens op en je weet genoeg: anno 2007 is Claw Boys Claw muzikaal gezien nog uiterst essentieel. Maar dat óók de live-feel van deze band na een bijna tien jaar lange winterslaap nog werkelijk niets-nada-nakkes aan kracht heeft ingeboet, zagen de bezoekers afgelopen zaterdagavond in De Lantaarn in Hellendoorn. Het was een van ’s bands eerste try-outconcerten. Maar wát voor een…

Tjonge, jonge, wat werd dat publiek stuk voor stuk op werkelijk enerverende wijze vijftien jaar terug de tijd in geslingerd. Op de voorste rijen enkel vrolijke CBC-fans: veelal dertigers en veertigers die wild pogoënd (jawel, ze kunnen het nog!) en bier gooiend elkaar murw beukten, tegen de grond gooiden en (uiteraard) meteen ook weer op raapten. Daar achter keek de rest van een uitverkochte zaal uiterst geamuseerd naar én die hossende menigte én de bijna perfecte podiumperformance van die ouwe rockers van weleer.

~

Of het muzikaal allemaal perfect was? Neen, eigenlijk helemaal niet. John Cameron die eens verkeerd inzet; bassist Marcus Bruystens die feitelijk een waanzinnig goede muzikant is maar her en der toch steekjes liet vallen omdat hij nieuwkomer in deze band is; drummer Marc Lamb die het tempo soms niet bij kon benen; zanger Peter te Bos die enkele zanglijntjes ietwat gemakzuchtig aanpaste omdat de hogere (schreeuw)regionen absoluut niet meer aan hem besteed zijn. Maar juist dát alles maakte het nu zo leuk! Want who gives a fuck, de bezieling is er. En dát was te zien, aan het plezier van de vier bandleden én aan het plezier van de talloze toehoorders, iets wat beide partijen de afgelopen jaren zichtbaar gemist hebben. Dat móet wel.

Totale anarchie
Een try-out betekent natuurlijk aftasten, uitproberen en fine tunen. Maar deze try-outserie betekent ook ‘kijken naar een band die zelf uiterst verbaasd is over welke impact hun muziek nog steeds op publiek heeft’. En dat kan na een paar nummers maar één resultaat hebben: de beer ging letterlijk (Te Bos: “g@d$%#$d^^mme!!!!!”) los. Na een ‘rustig’ (vele meeknikkende kopjes en her en der een enthousiasteling die woordelijk meeblèrt en de handen steevast de lucht in zwiept) begin betekende de Claw Boys Claw-klassieker So Mean het feitelijke startschot voor een werkelijk werelds rockavondje. Na Bones volgden onder andere het te gekke nieuwe nummer Halibut en ook Weatherman, Edit Away en Rosie. Maar de werkelijke ommekeer van de avond kwam tijdens Bite the Dice. Iedereen uit z’n dak, totale anarchie! En wat doe je dan als band? Wat doe je, wanneer je ziet dat de eerste rijen van het publiek zó dolenthousiast reageren? Tja, dan speel je dat nummer gewoon lekker brutaal nog een keer. Claw Boys Claw is back.

~

Daarna zit je als entertainer natuurlijk steeds meer écht in je vel. Vooral de iets dikkere en iets grijzere Te Bos genoot zichtbaar en grapte en grolde wat af: hij kroop bij Cameron om z’n nek en hijgde hem in het oor, hij dolde met Bruystens en drukte hem quasi nonchalant een aantal keren naar de onverlichte zijkant van het podium. Hij zong vanachter het drumstel, hij smeet meerdere malen met microfoons en creëerde zo een heerlijke pot chaos. Bassist Bruystens had meerdere malen pech door dat ongeleide projectiel van 56 jaar: Te Bos trok diens baskabels per ongeluk een paar keer los en een uitgevallen basgitaar moest zelfs compleet vervangen worden. Cameron vergat soms op het juiste gitaarpedaal te trappen en Lamb leek af en toe een zuchtende, steunende motor in een te hoog toerental. Maar dat mocht de pret niet drukken, de CBC-trein denderde als een bezetene door. Wanneer Te Bos teveel lulde tussen de nummers werd hij brutaal onderbroken door aftikkende drumstokjes; toen hij juist graag snel wilde beginnen (Gimme Nothing) haastte Bruystens zich om als de donder het juiste effect uit z’n bas te toveren. Al met al bleek dat Claw Boys Claw het kunstje nog lang niet verleerd is. Ze hadden er schik van.

Hek van de dam
Deze band laat zien dat een perfect concert niet altijd betekent ‘zo min mogelijk fouten maken’. Juist de rauwe randjes van Claw Boys Claw maken dat het nog immer een live-act is die het verdient om door veel mensen bekeken te worden. En wat die nieuwe nummers van hun aanstaande wapenfeit Pajama Day (1 februari 2008) betreft: die kunnen zich met gemak meten met andere gespeelde klassiekers als Pretty, Super Kid en Hail On. Na een stief uurtje doorstampen was het hek dan ook helemaal van de dam: microfonen werden door Te Bos naar de fans gegooid (“Zing eens mee!”), tijdens het nummer Wild Voodoo liep hij door de zaal heen en bestelde even pils aan de bar. Als toegift volgden onder andere nog de covers Locomotive Breath (Jethro Tull) en I Wanna Be Your Dog van Iggy & The Stooges.

Al wat daarna resteerde is de piep in de oren en naar bier riekende kleren. Uiteindelijk kan je dan alleen maar enthousiast reageren op Te Bos die zijn waanzinnig geworden publiek ergens als volgt toesprak: ‘Bedankt dat jullie ons terug lieten komen’. Welnu, Te Bos en Claw Boys Claw: bedankt dat jullie er weer zijn, met jullie concerten en de daarbij horende perfecte rauwe randjes.