Muziek / Album

Graag uw aandacht voor de volgende veiligheidsdemonstratie

recensie: Chikinki - Brace brace

Chikinki is een band die in het verleden terecht geroemd werd om zijn vernieuwende electropop. De vier heren uit Bristol spelen gitaar, drums, synthesizer en nog meer synthesizer. Het is deze extra synthesizer en de manier hoe dit instrument in hun nummers werd verweven die de band ondescheidde van andere popbands met een electro-knipoog. Chikinki is op zijn best met spannende muziek. Jammergenoeg is op hun laatste album niet zoveel meer inspiratie terug te vinden.

Brace brace stelt helaas teleur.

De mannen van Chikinki begonnen zoals veel bandjes dat deden: ze namen bij een van de bandleden thuis ‘per ongeluk’ een nummer op. Eerst de gitaarpartij en toen de rest; er is natuurlijk wel vaker een twaalfsporenrecorder in de buurt. Nadat er op mysterieuze wijze een aantal nummers waren ontstaan en zelfs al waren opgenomen, was het tijd om een vergadering bijeen te roepen. Onder leiding van Rupert Browne was daar de band dan officieel geboren. In 2001 debuteerde Chikinki met Experiment with mother, maar de band brak pas door bij een groter publiek met het in 2004 verschenen Lick your ticket geproduceerd door Steve Osborne, die onder andere met Happy Mondays werkte. Van dit album was vooral Assassinator 13 een indie-hit van aardig formaat. Het was tevens dit nummer dat de band het predikaat dance-rock/electroclash/indie-disco/newrave opleverde.

Glitch-pop-fuck-noise

~


De meest recente plaat van Rupert Browne, Ed East, Steve Bond en Boris Exton zou volgens de mannen zelf in de categorie “glitch-pop-fuck-noise” vallen. Maar, zo vertellen ze er in bijna elk interview bij, er zijn eigenlijk twee dingen waar ze het liever niet over hebben: het verhaal achter de oorsprong van de bandnaam en het muziekplakkertje dat ze niet willen ontvangen. Desalniettemin gaat het toch gebeuren. Waar op de voorgaande platen van Chikinki de scherpe “glitch-pop-fuck-noise”-nummers duidelijk aanwezig waren, ontbreekt van de puntige en innovatieve muzikale avonturen van het viertal op deze plaat ieder spoor. Natuurlijk, de voor Chikinki herkenbare, speelse synthesizergeluiden komen in elk nummer terug. Maar in plaats van meer spanning in de nummers te brengen, dragen de piepjes en plopjes juist bij aan het middelmatige hitparadegeluid dat op Brace brace overheerst. Een voorbeeld van deze overbodige synthesizertrucjes is te horen in het nummer You said. Afgezien van de enigszins oppervlakkig tekst over bindingsangst en zeurende vriendinnen is het intro zó vlak, de melodielijn zó voorspelbaar en het refrein zó vol met elektronisch geneuzel dat het nummer ten onder gaat. Hetzelfde geldt voor het erg hitgevoelige Like a see-saw, waar het clichématige refrein zo goed wordt voorbereid en ingeleid dat over het verloop van de rest van het nummer weinig meer te raden valt.

Middelmatige pop

~


De vijftien mid- en up-tempo popliedjes lijken zonder inspiratie bij elkaar geraapt te zijn. Ook het laatste nummer van de cd, Talk to the Moon, laat de kwaliteiten van Chikinki niet goed horen. Wiens idee was het om aan het einde van de plaat nog een zoetsappige ballad toe te voegen? Het kleine lichtpuntje van de plaat is Hello hello, een zonnig liedje dat duidelijk geïnspireerd is door jaren ’60 surfpop. Maar dit ene nummer kan Brace brace niet redden. Dit is niet meer de band die muzikaal initiatief neemt, maar een band die de ‘grote popbandjes’-hype volgt en helaas niet meer met de koppen boven het veld uit weten te komen. Hopelijk is het slechts een fase.