Muziek / Album

Valt dankzij Bill Cosmiq niet tegen

recensie: Cannibal Ox - Blade of the Ronin

.

Het jaar 2001: de ‘bling era’ viert hoogtij, en hoewel hiphop steeds groter wordt in de mainstream, verliest een groeiende groep liefhebbers aansluiting bij deze populaire hiphopvariant. Als reactie schieten in de underground eigenzinnige labels en artiesten uit de grond die zich hier zowel muzikaal als tekstueel tegen afzetten en tegelijkertijd de grenzen van het genre verleggen. In de schaduw van glimmende grills en halfnaakte dames bloeit de underground, met labels als Definitive Jux en Anticon. In deze periode brengt rapduo Cannibal Ox, bestaande uit Vast Aire en Vordul Mega, een van de hoekstenen van deze stroming uit: The Cold Vein.

Alles aan die plaat is volslagen uniek, vernieuwend en trendsettend, van de chaotische, futuristische producties van El-P (die het complete album produceerde), tot de poëtische, beeldende teksten over het straatleven in New York en de onorthodoxe flows van beide heren. Nog altijd vergaart het album met het jaar een fermere klassiekerstatus.

Godsonmogelijke tweede

Vast Aire krijgt echter gedonder met El-P, labelbaas van Definitive Jux, terwijl Vordul Mega een drugs- en drankprobleem zou hebben. Hierdoor zien we de undergroundlegendes slechts terug op wisselvallige soloalbums en andere projecten en lijkt een vervolg op The Cold Vein er niet in te zitten. Tot 2012. Dan maakt het duo bekend weer een album te gaan maken, gevolgd door een EP in 2013. En nu, bijna vijftien jaar na de legendarische voorganger, kunnen we ineens luisteren naar Blade of the Ronin. Een godsonmogelijke tweede. En dan ook nog zonder El-P.

Is het Vast Aire en Vordul Mega gelukt The Cold Vein te evenaren? Nee, natuurlijk niet. Maar dat zegt verder weinig. Blade of the Ronin is namelijk wel degelijk een sterk album. Dat zit ‘m allereerst in de producties van Bill Cosmiq, de onbekende, getalenteerde beatbakker die vrijwel het hele album produceerde. In zijn donkere, spacy beats gebeurt weinig wereldschokkends, gezien de rechttoe-rechtaan boombapdrums en de weinige ontwikkeling binnen de nummers. Elke productie biedt echter boeiende, memorabele melodieën en draagt bovendien bij aan een dystopisch sfeertje dat het album bij elkaar houdt.

Tekstueel onsamenhangend

Sterker nog, als Vast Aire en Vordul Mega hun niveau van The Cold Vein hadden benaderd, had dit een behoorlijk fantastisch album kunnen worden. Dat is echter niet het geval. Goed, beiden kunnen nog altijd een flink potje rappen, maar scoren vergeleken met vijftien jaar geleden ondermaats. Vordul Mega haalt zijn tekstuele niveau wel aardig (‘Learning origami when folding paper into Ferraris’) en komt met enkele prachtige beelden, zoals in ‘Carnivorous’, waar hij een opgejaagde katachtige als metafoor gebruikt voor iemand met de politie op de hielen. Hij brengt het echter wel met heel weinig energie, waardoor zijn teksten ondersneeuwen door zijn maatje.

Vast Aire heeft namelijk wel een gedreven delivery en zijn nog altijd aparte stemgeluid, maar hij heeft tekstueel juist gigantisch ingebonden. Er komen nog regelmatig vermakelijke zinnen langs, maar deze zijn op onsamenhangende wijze bij aan elkaar gegooid. Neem het eerder genoemde ‘Carnivorous’: behalve het noemen van ‘Hounds in Brooklyn / Wolves in Harlem’ houdt hij zich, in tegenstelling tot Vordul, op geen enkele manier aan het concept.

Wat we krijgen zijn dus brag & boast-verses met een twist van Vast Aire, terwijl Vordul Mega nog wel sfeervolle plaatjes schildert. Daarbinnen valt zat te genieten, maar het album mist op tekstueel gebied de focus die het op muzikaal gebied wel heeft. Jammer, want doordat het nooit écht ergens over lijkt te gaan mist het diepte; een enorm contrast met zijn voorganger, die juist als geheel een krachtig beeld van een ijskoud New York neerzette.

Meer dan verwacht
Wat de beide heren laten horen is echter wel vermakelijk; de flow van Vast Aire is geregeld smullen en de gastverses van onder meer Kenyattah Black, Elzhi en MF DOOM zijn vrijwel stuk voor stuk goede toevoegingen. Aangezien dit alles gebeurt onder uitstekende begeleiding is dit simpelweg een sterk hiphopalbum dat een duidelijke, eigen sfeer uitademt en daardoor alle bestaansrecht heeft. Met ‘Harlem Knights’, ‘Carnivorous’ en ‘Water’ bevat het zelfs enkele flinke hoogtepunten. Bovendien staan er, een vervelend refreintje op ‘The Fire Rises’ daargelaten, geen echte dieptepunten op. Op tekstueel gebied had er dus meer in gezeten, maar dankzij Bill Cosmiq slaagt Blade of the Ronin toch nog. En dat is stiekem al meer dan verwacht.