Muziek / Album

Weinig om het lijf

recensie: Bright Eyes - Noise Floor (rarities: 1998-2005)

Noise Floor is geen nieuw studioalbum maar een compilatie van singles, collaboraties, covers en onuitgebracht materiaal. De titel is een vakterm uit de signaaltheorie die verwijst naar het totaal van ongewenste ruis in een opname. En inderdaad, de opnames zijn niet erg gelikt. Het heeft wat dat betreft wel wat gemeen met veel van Bright Eyes’ eerdere werk, dat vaak ook vrij nonchalant was opgenomen.

Vanaf zijn veertiende maakt Conor Oberst (1980) al liedjes op een wat ongepolijste, maar daardoor ook heel directe manier. Zijn onmiskenbare, trillerige stem zong de luisteraar al toe in de noisy emocore van Commander Venus, Oberst’s eerste band. Vervolgens was die geëmotioneerde zang onder de noemer Bright Eyes te horen op albums als Fevers and Mirrors (2000), Lifted (2002) en de gelijktijdig uitgebrachte albums I’m Wide Awake, It’s Morning en Digital Ash in a Digital Urn (2005). Laatstgenoemden brachten respectievelijk de countrykant en de meer elektronische zijde van Bright Eyes voor het voetlicht. Hoewel de muzikale omlijsting van de twee albums dus duidelijk verschilde, drukte het stemgeluid van Oberst op allebei de uitgaven weer een onontkoombaar stempel.

Afwisselend

~

Op Noise Floor is dit niet anders. Wel verschilt de cd van de vorige twee wat betreft consistentie in stijl. De verschillen tussen de nummers zijn tamelijk groot, waarschijnlijk omdat de opnames geselecteerd zijn uit een periode van zeven jaar. Er zijn nummers die wat punkier zijn dan de rest (Spent on Rainy Days, Blue Angels Air Show) en daardoor aan Oberst’s vroege werk doen denken. Voor een belangrijk deel bevat de plaat akoestisch singer/songwriter-materiaal, zoals Trees Get Wheeled Away en Motion Sickness. Daarnaast komt in Grateful for This Day, waarin een drumcomputer een belangrijke rol speelt, de Digital Ash-sound weer voorbij. Wat betreft de muzikale afwisseling zit het met Noise Floor dus wel goed.

Saai

Jammer genoeg zijn de meeste nummers niet zo sterk. Dieptepunten als Seashell Tales, Amy in the White Coat en I’ve Been Eating (for You) wordt de das omgedaan door het ontbreken van een spannende melodie of enige andere earcatcher. Veel nummers lijden in meer of mindere mate aan dit monotone euvel. Een totale mislukking is Noise Floor niet: een paar poppareltjes zijn er namelijk wel op te vinden. Van die toppers is Trees Get Wheeled Away absoluut het beste. Oberst combineert een pakkende melodie met een passende countrybegeleiding en een sterke tekst. De refreinzin There’s a virgin in my bed and she’s taking off her dress krijgt door de getormenteerde zang een prachtig indringende lading. Ook de cover van het door Daniel Johnston geschreven Devil Town, met een simpele maar doeltreffende melodie en een aandoenlijke tekst, is het vermelden waard. Helaas lukt het Bright Eyes maar op een klein deel van de compilatie om dergelijke kwaliteiten ten toon te spreiden. Noise Floor is daarom alleen voor echte fans een aanrader.