Muziek / Album

Studeerplezier

recensie: Adolf von Henselt - Opus 2 & Opus 5: Douze études caractéristiques, Douze études de salon en Poème d'amour

Ken je dat? Je hebt net naar één of ander ontzaglijk hip bandje zitten luisteren en halverwege krijg je ineens ontzettend veel zin om Supertramp op te zetten. Veel te veel mensen laten zich door kwaliteitsoordelen van anderen afhouden van dat, wat ze eigenlijk het prettigste vinden. Zo laat de gemiddelde klassieke-muzieksnob zich voorstaan op het noot-voor-noot kennen van alle Mahlers, het citeren van stukken uit Beethovens negende of het neuriën van Schoenberg (kan dat dan? Ja, dat kan). Maar nooit zul je ze horen over bijvoorbeeld Adolf von Henselt (1814-1889).

~

Toch keer ik steeds weer terug bij Adolf von Henselts pianoconcert. Niet omdat het ontzettend vernieuwend is, of in enig ander opzicht uniek. Integendeel, je zou het bijna als een blauwdruk voor het typische Duitse pianoconcert uit het midden van de negentiende eeuw kunnen neerzetten. Er zit een virtuoze pianopartij in, de lyriek is erg belangrijk en het is bijna voluptueus georkestreerd. Maar dat is natuurlijk niet het hele verhaal. In tegenstelling tot menig concert zijgt het niet door zijn eigen gewichtigdoenerij ineen. Von Henselts concert is voor alles heel leuk: de levensvreugde en het plezier spatten er vanaf – een beetje zoals bij Dvorák.

Solist

~

Maar waar Dvorák een relatief onbekommerd mens was, kun je dat van Von Henselt niet zeggen. In het begin van zijn carrière werd hij heen en weer geworpen door succes als pianosolist in salons en aanvallen van extreme verlegenheid. Ook in zijn privéleven zat het hem niet altijd mee – zijn huwelijk met de vrouwelijke hofarts in Weimar leverde de nodige problemen op en tot overmaat van ramp maakte hij ook nog ruzie met de invloedrijke Robert Schumann. Een jaar na dat huwelijk, in 1838, werd hij echter hofpianist in St. Petersburg, hoefde daardoor niet meer te toeren en kon Schumann in zijn sop gaar laten koken. In St. Petersburg werd Henselt een belangrijk man die van grote invloed was op latere generaties Russische componisten.

Von Henselt werd bovendien rijk, zoals je in de negentiende eeuw als componist rijk werd: door het schrijven van pianostukken waarmee de gegoede burgerij zich op de zondagmiddag rond de thuistingeltangel vermaakte. Deze cd bevat een aantal van die studiestukken (‘etudes’), met daar tussenin een vreemde eend in de bijt: het poème d’amour, een stuk van een dikke zeven minuten uit 1837 ter gelegenheid van zijn huwelijk met mevrouw de dokter.

Von Weber

In tegenstelling tot de meeste van zijn tijdgenoten werd Von Henselt niet meegesleept door de muziek van Beethoven, maar eerder door die van Carl Maria von Weber. Weber, tegenwoordig een naam uit de marge van het repertoire, schreef kolossale hoeveelheden muziek in het verlengde van de stijl van Mozart en zijn werk is dan ook nogal wat lichter van toets dan dat van Beethoven – wat tegelijkertijd ook verklaart waarom Henselt zoveel minder ernstig klinkt dan veel van zijn tijdgenoten.

Het doel van dit soort stukken was om met bescheiden middelen (ook opoe moest het, met een beetje oefening, kunnen spelen) maximaal effect te bereiken. Dat maakt het voor de doorsnee thuispingelaar tot dankbaar materiaal, maar voor een toppianist als Piers Lane is dat natuurlijk anders. Het gebrek aan donderende virtuoze effecten maakt Lane op deze cd goed door zeer terughoudend maar met veel gevoel te werk te gaan, waardoor je geen moment de indruk krijgt het oppervlakkig wordt.

Een hele hijs

De lichtheid in het werk van Henselt moet ook niet worden verward met oppervlakkigheid, en dat heeft Lane goed aangevoeld. Anderzijds moet me wel van het hart dat opoe aan de etudes van Henselt een hele hijs zou hebben gehad. In de handen van Lane klinkt alles simpel, maar de notenbarrages in een paar stukken zijn toch best indrukwekkend (zie bijvoorbeeld nummer 7 van opus 5).

Het enige minpuntje dat ik kan opnoemen is dat Lane hier en daar wel erg vlot door de stukken glijdt en dat het daardoor wat gladjes aandoet. Het doet soms wat minder fijnzinnig aan dan de muziek lijkt te verdienen. De opname voldoet aan de gebruikelijke hoge standaard van Hyperion, hoewel het hier en daar ietsjes directer had gemogen. Een prima uitvoering van werken die misschien niet revolutionair, misschien zelfs niet onmisbaar, maar zo ontzettend fijn zijn om naar te luisteren.