Kunst / Expo binnenland

Komedie en tragedie

recensie: Weegee

.

‘Weegee the Famous’, zo noemde Usher Fellig zichzelf. Dit is niet onterecht: Weegee was én is een inspiratiebron voor vele fotografen en een grote naam in de canon van de fotografie uit de twintigste eeuw. FOAM toont tot en met 5 maart een overzicht van 220 vintageprints uit de collectie van de Duitse verzamelaar en handelaar Hendrik Berinson. Deze collectie bevat zowel beroemde werken van Weegee, veelal gemaakt vanuit commercieel oogpunt, als ook een groot aantal minder bekende foto’s. Een aanrader voor leek en liefhebber.

Gedurende bijna drie maanden is FOAM aan de Keizersgracht in Amsterdam voor een groot deel ingericht met het werk van Weegee. Zo verfrissend en apart als de exposities van dit museum kunnen zijn, zo sereen en enigszins conservatief is de Weegee-tentoonstelling. Zwarte lijsten, witte passe-partouts en een enkele vitrine met boeken. Een aantal uitspraken van Weegee sieren de muren van het museum. Deze keuzes maken de tentoonstelling overzichtelijk maar niet saai. Alle aandacht gaat naar de authentieke afdrukken van Weegees foto’s en die verdienen ze.

Bloed en humor

Usher Fellig (1899-1968) was autodidact. Hij werd geboren in Zloczew in Galicia, een Poolse provincie – destijds onder bewind van Oostenrijk – en emigreerde met zijn ouders in 1910 naar Amerika. Na een ruzie met zijn vader verliet hij op achttienjarige leeftijd het ouderlijk huis. Vanaf die tijd leefde hij op straat, rondkomend van allerlei klusjes. Hij begon zijn carrière als portretfotograaf; hij huurde een pony en fotografeerde de kinderen van voornamelijk emigranten. Weegee kwam tegemoet aan de wens van deze emigranten om zo blank mogelijk te lijken. Om dit te verwezenlijken drukte hij zijn foto’s af in hoog contrast, een element dat kenmerkend is voor zijn stijl.

The critic, 22 November 1943, Weegee (Arthur Fellig), International Center of Photography, Getty Images
The critic, 22 November 1943, Weegee (Arthur Fellig), International Center of Photography, Getty Images

Vanaf de jaren dertig ging Fellig zich richten op persfotografie. In deze tijd nam hij ook de naam Weegee aan, een fonetische variant van Ouija, het bord dat wordt gebruikt om geesten op te roepen. Met zijn auto als rijdend kantoor en met een kortegolfradio om politieberichten te beluisteren, was hij vaak sneller ter plaatse dan andere fotografen, soms zelfs sneller dan de politie. Hierdoor stond hij vaak eerste rang bij de moorden, misdaden en ongelukken die gebeurden tijdens de nachten in New York City. In deze foto’s komen ook zijn scherpe humor en oog voor detail naar voren.

Lichtbakken met teksten als Joy of Living of The Spot schijnen boven lijken die hij fotografeerde; een brandend gebouw wordt geblust en centraal op de gevel staat de tekst Just Add Boiling Water. Dit soort grapjes zijn veel te zien in Weegees foto’s. Uit zijn keuzes voor kader en compositie blijkt dat Weegee meer deed dan documenteren: hij zocht naar toeval, humor en ironie. Een foto van een bebloed lijk krijgt zo een heel andere lading. Het gaat niet alleen om de gebeurtenis, maar ook om het beeld op zich. Hierin wist Weegee zich te onderscheidden van andere persfotografen.

Tijdsbeeld

Harry Maxwell shot in car, 1941, Weegee (Arthur Fellig), International Center of Photography, Getty Images
Harry Maxwell shot in car, 1941, Weegee (Arthur Fellig), International Center of Photography, Getty Images

De collectie van Berinson bevat echter ook foto’s die een andere kant van Weegee laten zien. Niet alleen de lijken en de nachtelijke misère, maar ook een menselijke benadering van situaties die hem raakten; de benen van een donkere vrouw, slapende kinderen op een brandtrap, twee huilende vrouwen op straat met de titel I Cried When I Took This Picture. Door zijn achtergrond en sociale klasse voelde hij zich verbonden met de minderheden van die tijd. Dit is in veel van zijn beelden duidelijk te zien. Een voorbeeld is de foto The Critic uit 1943. Te zien zijn twee opgedofte dames, duidelijk van welgestelde komaf, en een vrouwelijke alcoholist. De dames kijken de toeschouwer aan, gecharmeerd van de camera terwijl links in beeld de vrouw hen afkeurend aanschouwt. Armoede, sociale verschillen en racisme zijn thema’s die steeds terugkeren. De tentoonstelling is in zekere zin ook een blik in het leven van verschillende New Yorkers in de jaren dertig en veertig. Naast de sociale rangorde zien we ook de architectuur, kleding, reclameborden en het straatbeeld uit die tijd. Een bijzondere foto is New York City, Where Seven and a Half Million People Live Together in Loneliness: twee mensen zitten afzonderlijk van elkaar op twee bankjes, de man zit naar de toeschouwer toegekeerd, de vrouw zit omgedraaid, je ziet alleen haar rug. Het beeld geeft enorm veel eenzaamheid en stilte weer, in al zijn simpliciteit. De titel versterkt dit gegeven en relateert het aan het dagelijkse leven in de grote stad.

Hard, direct en vol met sarcastische humor, zo kunnen veel foto’s van Weegee omschreven worden. Geen poespas, dit is het. Zijn manier van fotograferen, dicht bij het onderwerp met hard flitslicht en het afdrukken in hoog contrast, maken zijn beelden genadeloos en puur. De beeldtaal die Weegee ontwikkeld heeft is zo herkenbaar dat het een stijl op zich te noemen is. Niet voor niets wordt Weegee als een van de belangrijkste persfotografen van de twintigste eeuw gezien. In deze tentoonstelling is goed te zien wat een getalenteerde fotograaf deze kleine nachtbraker was. De bezichtiging zal voor velen een feest van herkenning zijn en voor wie zijn werk nog niet kent een ontdekking van Weegees bijzondere oeuvre.