Kunst / Expo binnenland

Het Nieuwe Stedelijk

recensie: Twintig kunstenaars actief in Nederland - Beyond Imagination

“We zijn open!” met deze euforische woorden begon Ann Goldstein, directeur van het Stedelijk Museum, haar toespraak. Meer superlatieven volgden, waaronder ‘tremendous team effort‘ en ‘dazzling presentation’. Gepast enthousiasme, want na ruim acht jaar is het museum eindelijk weer open.

Foto: John Lewis Marshall

Foto: John Lewis Marshall

Met een stralend witte aanbouw (terecht ‘De Badkuip’ genoemd) heeft het Stedelijk Museum 3400 vierkante meter winst geboekt. De enorme luifel van De Badkuip biedt beschutting aan het publiek wanneer er op het plein eronder performances plaatsvinden. Boven deze luifel bevinden zich de kantoorruimtes van het museum, waardoor het originele gebouw nagenoeg volledig aan het tentoonstellen van kunst gewijd kan worden. En groot is het geworden. Dwalend door de zalen van het Stedelijk verdwijnt de scheidslijn tussen oud- en nieuwbouw bijna volledig en blijven de zalen gevuld met topstukken elkaar opvolgen.

Foto: John Lewis Marshall

Foto: John Lewis Marshall

Waar de grens tussen het originele gebouw en De Badkuip in de tentoonstellingszalen grotendeels onzichtbaar is, is deze in de foyer geaccentueerd. Het grote contrast tussen de geornamenteerde gevel en het moderne wit is op een goede manier schril, maar komt ook erg bekend voor. De transparantie die door de glazen wanden van de begane grond ontstaat verkleint de overgang tussen binnen en buiten, waardoor het Museumplein maximaal bij het gebouw betrokken wordt.

Highlights en B

right Young Things


De highlights van de collectie, waaronder The Beanery van Edward Kienholz uit 1965, zijn niet de enige geluksmomenten die de bezoeker ervaart. Nieuwe kunst van de Bright Young Things van de kunstwereld is tentoongesteld in de zalen in De Badkuip. Met Beyond Imagination geven curators Martijn van Nieuwenhuyzen en Kathrin Jentjens een zeer accuraat beeld van het artistieke landschap van nu.

De werken spreken, zoals de titel van de tentoonstelling al suggereert, tot de verbeelding, maar blijven wel met beide benen in het hier en nu. Een interessant voorbeeld hiervan is de reeks fotomontages van Jan van Toorn. De collages bestaan uit allerhande beelden die schijnbaar nonchalant op elkaar geplakt zijn. Het voorgestelde lijkt op eerste gezicht niet zo heel vreemd, al snel echter blijkt hoe absurd het daadwerkelijk is. Een turner balancerend op een bureaustoel in een witte ruimte. Publiek kijkt geïnteresseerd toe en de voorgrond is volgestouwd met een aftandse kartonnen doos, een kleurrijke spelcomputer en een stoel waarover was te drogen hangt. Langs de randen staan teksten, maar ze geven maar in zeer beperkte mate hints voor de interpretatie van het beeld. Resulterend is dat de werken de kijker laten dwalen en fantaseren. Toch is er ook een kleine mate van institutionele kritiek van de kunstenaar te bespeuren. Met de lukrake opmaak keert Van Toorn zich tegen de standaardopmaak die de grafische wereld overheerst.

Fantasie is voor Beyond Imagination een sleutelbegrip. Dit blijkt ook uit de bijbehorende publicatie waarin onder andere een fascinerend sciencefictionverhaal wordt verteld over een virtuele ruimte, i.e. een vierdimensionale kubus, alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Het gaat over zaken die we ons niet voor kunnen stellen, maar die ooit onderdeel van het dagelijks leven zullen vormen. Zoals de heropening van het Stedelijk een paar jaar geleden nog zo ver weg leek, maar nu weer onderdeel van onze wekelijkse routine kan worden.