Kunst / Expo binnenland

Rondreis door de surrealiteit

recensie: Thomas Huber - Schilderijenkabinet

In Rotterdam is de eerste overzichtstentoonstelling van de Zwitser Thomas Huber (1955) te zien. Dit retrospectief toont een doorsnede van Hubers bijzondere conceptuele schilderkunst. De schilderijen van Thomas Huber staan niet op zich, hij werkt namelijk al vroeg in zijn carrière aan cycli van werken die op de een of andere manier bij elkaar horen. Voor deze overzichtstentoonstelling heeft Huber persoonlijk honderd werken uitgezocht en in nieuwe cycli geordend, met nieuwe begrippen. Ze zijn onder hun nieuwe noemers in de tentoonstelling opgehangen en in de overzichtscatalogus afgebeeld. Al deze werken heeft Huber verwerkt in een groot schilderij, Het Schilderijenkabinet (2004).

detail van Das Kabinet der Bilder, 2004

Het werk van Thomas Huber is tegelijk conceptueel en surrealistisch. De voorwerpen die op de werken staan afgebeeld functioneren als een soort iconen voor een concept. Rede over de zondvloed (1982) en Rede in de school (1983) zijn in die zin te beschouwen als basiswerk waarvan allerlei voorwerpen in andere werken terugkomen. De betekenis van het woord is in het werk van Huber ook erg belangrijk. Bijvoorbeeld in Wohnzimmer in Mettmann mit Morgenstimmung (1989). Het is een ‘doodnormale’ afbeelding van een woonkamer in de ochtend, maar door een tekst aan de muur kom je er achter dat de bewoners de avond ervoor ruzie hebben gehad, wat het werk een heel andere lading geeft.

Appropriation

Rede über die Sintflut, 1982

Qua schildertechniek en thematiek lijkt het werk van Thomas Huber erg op dat van de Duits-Joegoslavische schilder Milan Kunc, die realistisch geschilderde, absurdistische schilderijen maakt. Beiden maken gebruik van ‘appropriation’, een begrip uit het postmodernisme, dat zoveel betekent als het gebruiken van bestaande elementen in een nieuwe context. In een aantal schilderijen uit de cyclus Plaatsen beeldt Huber gebouwen af van Bauhaus-architecten. Dit zijn de enige werken op de tentoonstelling waarin rechtstreeks het beeld van anderen wordt gebruikt. Meestal is er bij Huber namelijk sprake van hergebruik van eigen iconen, terwijl Kunc juist gebruikmaakt van iconen uit de bestaande cultuur en daardoor speelt met hun betekenis. Deze laatste werkwijze is in het postmodernisme het meest gebruikelijk, waardoor Huber als buitenbeentje kan worden gezien.

Grenzen opheffen

Huber is een erg precieze schilder is. De verf is heel glad opgebracht en de schilderijen bevatten weinig sporen van de penseelvoering. Door de schildertechniek en de thematiek is het werk vrij afstandelijk. Soms komen er wel figuren voor, maar de kijker zal zich niet snel met deze vrij abstract geschilderde mensen identificeren. Alleen in de cyclus Studio komt gevoel boven, omdat het lijkt dat de eigen familie van de kunstenaar is geschilderd, waardoor je je een beetje een voyeur voelt. Opmerkelijk is de band die het werk van Huber met strips heeft. De schilder maakt gebruik van erg cartooneske figuurtjes, vertelt soms zelfs een gag, zoals in Ende der Malerei (2001), en probeert in zijn serie Geluid & Rook om in schilderkunst onvatbare zaken als geluid weer te geven. Hier is een verband te leggen met strips die immers ook proberen om de grenzen tussen de verschillende dimensies op te heffen.

De cirkel rond

Ende der Malerei, 2001

Behalve in het werk van Huber zit er in de tentoonstelling in het Boijmans ook een cyclus. De schilderijen zijn rond een binnentuin opgehangen waardoor je uiteindelijk weer bij het begin terugkomt. Hier hangt Het Schilderijenkabinet. De werken op dit doek komen de bezoeker opeens heel bekend voor en laten de gedachten nogmaals over deze heel interessante tentoonstelling gaan.

Bij de tentoonstelling is een uitgebreide oeuvrecatalogus van Thomas Huber verschenen. Dit omvangrijke, tweetalige boekwerk kost € 39,95 en is in het museum te verkrijgen. Na het Boymans reist de tentoonstelling naar het Kaizer Wilhelm Museum in Krefeld (Dld.) (van 20 februari tot 8 mei 2005).