Kunst / Expo binnenland

Potsierlijk en duister tegelijk

recensie: Léopold Rabus

Het werk van Léopold Rabus (1977) is bizar. Het soort bizar dat mateloos intrigeert. De Zwitserse kunstenaar vertaalt de donkere kant van de menselijke geest in felle kleuren en scherpe details. GEM in Den Haag presenteert Rabus’ eerste museale solo-expositie en benadrukt daarmee nog eens zijn focus op de hedendaagse schilderkunst.

Rabus’ grote doeken zijn duidelijk de hoofdrolspelers in de tentoonstelling, ondanks de aanwezigheid van enkele omvangrijke installaties. De schilderijen oefenen een vreemde aantrekkingskracht uit. Als je dichterbij komt doemen waanzinnig gedetailleerde taferelen op. Je krijgt het gevoel deelgenoot te worden gemaakt van heimelijke situaties, die je eigenlijk niet had mogen zien. Toch lukt het niet je ogen af te wenden.

Personnes derrière une serre (2009), olie op doek, 270x440 cm

Personnes derrière une serre (2009), olie op doek, 270×440 cm

Karikaturaal
De weergave van natuur en lichtval is bijna hyperrealistisch. Daarentegen zijn de afgebeelde personen minder waarheidsgetrouw, door weggedraaide pupillen en scheve grootteverhoudingen. Ze bezitten uitvergrote hoofden en extra ledematen, of worden vanuit meerdere perspectieven tegelijk weergegeven. Het doet denken aan cartoons en maakt de figuren potsierlijk en karikaturaal.
Vaak gebruikt Rabus maar een klein deel van het geprepareerde doek. Dat verschaft de voorstellingen de nodige rust en ademruimte, en versterkt tevens het idee van een droom of fantasie. Voor- en achtergrond zijn afwisselend vaag en scherp in beeld gebracht.
Hier en daar vallen elementen van kitsch te bespeuren. Zo is de verf soms bedekt met een laagje glitter en lijkt een van de installaties een verzameling van voorwerpen uit boswachterhuisjes, zoals ingelijste tekeningetjes van eekhoorns en opgezette hazen. Alsof ze regelrecht uit de schilderijen zijn komen wandelen.

La bergère et le bûcheron (2006), olie op doek, 200x240 cm

La bergère et le bûcheron (2006), olie op doek, 200×240 cm

Grens
Je hoeft geen kunstkenner te zijn om de dubbele laag in Rabus’ werk meteen aan te voelen. Hij speelt met de noties van goed en slecht, religie en seksualiteit. Hij gebruikt jachtgeweren, dubieuze paddenstoelen, eekhoorns, kraaien (al dan niet met uitpuilende ingewanden), oude matrassen en beknopte wilgen als rekwisieten in zijn universum.
Rabus situeert zijn groteske scènes in de alledaagse omgeving van zijn geboortedorp Neuchâtel, die duidelijk met tederheid is geschilderd. De bleke bewoners bevinden zich in het bos, in een schuur of op besneeuwde akkers. Hierdoor wordt de grens tussen werkelijkheid en fantasie, maar ook melancholie en krankzinnigheid des te vager. 

Fluisteren
De kunstgeschiedenis is op diverse manieren aanwezig in Rabus’ werk. Je kunt hem beschouwen als een hedendaagse surrealist, maar ook roept hij associaties op met het duistere van Francis Bacon of het kleurrijke van Otto Dix. Er kan zelfs een link worden gelegd met landschapschilderijen en genrestukken. Mede hierom vergelijkt GEM Rabus met Paul McCarthy en Jonathan Meese. Behalve historische referenties delen zij hun zwarte humor en macabere beeldtaal. Alle drie kunstenaars geven een eigen wereld vol bizarre fantasieën, obsessieve trekjes en freudiaanse grapjes weer.

La maison des oiseaux (2005), gemengde technieken op doek, 190x230 cm

La maison des oiseaux (2005), gemengde technieken op doek, 190×230 cm

Toch doet de vergelijking geen recht aan alle aspecten van Rabus’ werk. Meese en Mc Carthy zijn opzichtig, expliciet en provocerend. Rabus is dat ook, maar met veel meer oog voor esthetiek en ambacht. Zij schreeuwen, hij fluistert. Rabus’ kracht schuilt in de suggestie.
Dit is precies waardoor zijn werk het persoonlijke niveau ontstijgt. Want heeft niet ieder mens wel eens beschamende gedachten of vreemde ideeën? De manier waarop Rabus provoceert is daarom niet shockerend, maar confronterend. Tenslotte ben jij degene die zijn suggesties invult – vanuit jouw eigen fantasie.