Kunst / Expo binnenland

Rondrennen en stilstaan

recensie: KAAP

.

Net buiten de stadgrenzen van Utrecht is het groene, heuvelachtige paradijsje Fort Ruigenhoek met zijn kronkelpaadjes, zonnig grasveldje en een aantal koele, donkere bunkers bij stijgende temperaturen een ideaal toevluchtsoord. Zeker als je een paar onrustige kinderen bij je hebt. Anderhalve maand lang is het er zelfs extra leuk; in het kader van KAAP hebben zich in Fort Ruigenhoek namelijk tien splinternieuwe kunstwerken verschanst.

In veel van de getoonde werken wordt de beweeglijkheid van kinderen niet alleen getolereerd, maar zelfs nadrukkelijk gevraagd. Zoals bijvoorbeeld bij Circustent met kadaver van Klaas Kloosterboer (Nederland, 1959). Hij plaatste een oranje minicircustentje, bovenop een heuvel, met in het midden een hangend, macaber gewicht in zwart plastic. De tent is op een reuzentol gezet en dat merk je als je in de tent stapt; de tent raakt uit balans en het zwarte gevaarte komt op je af. Dit is het begin van een letterlijke, fysieke interactie tussen kind en kunstwerk, die kan uitmonden in het eindeloos rondrennen tot misselijkheid er op volgt. Ook de robuuste sculptuur Stokrots van Kristof van Gestel (België, 1976) moet bijna wel fysiek bedwongen worden. Tussen de twee grillig gevormde, dikke houten platen, die met elkaar verbonden zijn door tientallen horizontaal geplaatste stokken, passen kinderen perfect. Meer hebben zij dan ook niet nodig om zich uitgenodigd te voelen het werk te beklimmen.

Kunst met al je zintuigen
Natuurlijk kan er bij KAAP, naast rennen en klimmen, ook gecreëerd worden. Pompei liet bijvoorbeeld, naast de vijf grote trompetten, een grote hoeveelheid kleine sculpturen achter bij het fort. Deze sculpturen, een soort in de diepte verlengde raamkozijnen in allerlei verschillende kleuren, kunnen door de liefhebbers aangevuld worden met behulp van een grote bak klei, om ze vervolgens tegen de heuvel of in de bunker te plaatsen.

Mooi is dat er door curator Mark Kremer ook werken zijn uitgezocht die verstilling en aandacht nodig hebben, zoals bijvoorbeeld I saw a dream of Kubotsu, chapter 3 van Takako Hamano (Japan, 1975). Haar landschap van zout en op televisie getoonde tekeningen in een van de bunkers maakte ze naar aanleiding van een bezoek aan het geboortedorp van haar moeder. Het vraagt veel van de meeste bezoekers om op het vrijgehouden pad te blijven en de verleiding te weerstaan om sporen en patronen achter te laten in het maagdelijk witte zout.

Met de Stilleven Stokerij van Nikolaus Gansterer (Oostenrijk, 1974) en Wietske Maas (Nederland, 1978) is een speels evenwicht gevonden tussen de fysieke beleving en het passief ondergaan van een kunstwerk. Hiervoor word je meegenomen onder de grond, naar een spannend laboratorium waarin de speciaal gekweekte bloemen en planten uit het zeventiende-eeuwse Bloemstuk met twee hagedissen van Roelant Saverij door middel van destillatie weer tot  leven worden gewekt. Gansterer en Maas zetten hiermee de kijkervaring om in een geur- en smaakbeleving die de vierhonderd jaar moeiteloos lijkt te overbruggen.

Nauwelijks zoetsappig
KAAP is een leuk en interessant avontuur voor kinderen. Ze worden op allerlei manieren geprikkeld en uitgedaagd en gelukkig wordt het nauwelijks zoetsappig. Behalve misschien bij Vang een draak van Servet Kocyigit en Anthea Bush, waarbij aan kinderen wordt gevraagd gouden en zilveren voorwerpen te maken om een draak die ons land bedreigt te vangen. En hoewel de bunkerinstallatie Time machine for Simon and Garfunkel van Helgi Thorsson en Morgan Betz (IJsland 1975) met zijn poppen van papier-maché en de verschillende bevroren scènes ook wat wegheeft van een Efteling-attractie maakt de nachtmerrie-achtige onsamenhangendheid en onvergelijkbare esthetische norm dat je de Fata Morgana snel weer vergeet. Het is een krankzinnige, donkere wereld waarin houten mannen vanaf de hoge gietijzeren trap op je af stormen en bevers, al dan niet in rare outfits gestoken of met lampen op hun hoofd, uit de kleine nissen en gaten toestromen.

Hoewel je je kunt afvragen of speciale kindertentoonstellingen nodig zijn, is het toch een prettig idee dat vanaf nu kinderen elk jaar de kans krijgen om op een speelse en luchtige manier kennis te maken met de rijkdom die kunst te bieden heeft. Wellicht trekt het inderdaad een aantal potentiële kunsthaters over de streep.