Kunst / Expo binnenland

Weg met de vertrutting!

recensie: Dutch Pop Art & The Sixties

Dutch Pop Art & The Sixties in het Cobra Museum geeft een uniek tijdsbeeld van de jaren zestig, met Pop Art als belangrijkste internationale kunststroming. Naast werk van Nederlandse kunstenaars is er ook kunst te zien van Pop Art-iconen zoals Andy Warhol, Christo en Roy Lichtenstein.

Mimmo Rotella, Marilyn, 1962, decollage, 133 x 94 cm, coll. Becht, Naarden.
Mimmo Rotella, Marilyn, 1962, decollage, 133 x 94 cm, coll. Becht, Naarden.

Begin jaren zestig ontstond in de VS en Europa tegelijkertijd de internationale Pop Art beweging. Deze wordt gekenmerkt door het afbreken van de grenzen tussen hoge en lage cultuur en een positieve benadering van de wereld. Kunstenaars experimenteerden met verschillende materialen en nieuwe kunstvormen, waaronder video en happenings. Massamedia en aspecten van de industriële maatschappij gelden als inspiratiebronnen voor de nieuwe kunst. De omwenteling beperkte zich niet alleen tot de kunst, maar strekte zich ook uit tot andere gebieden. In ‘Dutch Pop Art & The Sixties’ worden de kunstwerken daarom afwisselend getoond met Nederlandse mode, design, muziek, film, fotografie, reclame en verpakkingen uit de jaren zestig. Hierdoor ontstaat een tijdsbeeld van één van de meest roerige, sprankelende en bevrijdende periodes in het Nederland van na de Tweede Wereldoorlog.

Dutch Pop Art?

Is er in Nederland dan een heuse Pop Art beweging geweest? Nee. Maar hoewel in Nederland geen sprake was van een officiële Pop Art stroming, is er toch een groep eigenzinnige eenlingen die geïnspireerd raakte door de mentaliteit van de internationale Pop Art. Inhoudelijk verschilden ze echter van de Amerikaanse Pop Art door hun gebruik van humor, hun sociale bewogenheid en hun hang naar kitsch. Uit interviews met een aantal van de exposerende kunstenaars blijkt ook dat ze de Pop Art niet hebben ervaren als een allesoverheersende kunststroming. Ieder lijkt voor zich gefascineerd te zijn geweest door de nieuwste ontwikkelingen binnen de kunstwereld. Er bestonden echter wel contacten met kunstenaars uit het buitenland.

Jacques Frenken, Crucifix / Target, 1966, assemblage, 133 cm, coll. Museum voor Religieuze Kunst, Uden.
Jacques Frenken, Crucifix / Target, 1966, assemblage, 133 cm, coll. Museum voor Religieuze Kunst, Uden.

Gustave Asselbergs, Woody van Aamen, Daan van Golden, Rik van Bentum, Jan Cremer, Wim T. Schippers en nog wat anderen verzetten zich tegen de Nederlandse vertrutting en burgerlijkheid door humoristisch werk te maken met een ernstige ondertoon. Voorbeelden hiervan zijn Sex O’Clock van Woody van Amen en Crucifix/Target van Jacques Frenken. Beiden stellen zich in hun werk kritisch op tegenover de maatschappij.

Uitblinker

De grote uitblinker op deze tentoonstelling is Wim T. Schippers. Zijn werk getuigt van originaliteit, engagement en veel humor. Legendarisch is zijn happening in 1961 waarbij hij een flesje limonade-gazeuse leeggiet in de zee bij Petten. De krantenberichten uit die tijd maken duidelijk dat deze happening uiterst geslaagd was in het trappen tegen de Hollandse hokjesgeest. Ook Schippers’ kunstwerken maken indruk. Geen hapsnapwerk of zeer Amerikaans georiënteerde kunst, maar goed doordachte kunst met een duidelijke onderliggende betekenis. Alles wat hij maakt is een aanklacht tegen de hokjesgeest, en doet een oproep aan de verbeeldingskracht van de toeschouwer.

Tom Wesselmann, Great American Nude 25, 1962, olieverf op doek, acryl, papier,folie, linoleum, stof op board, 122 x 122 cm, particuliere collectie België.
Tom Wesselmann, Great American Nude 25, 1962, olieverf op doek, acryl, papier,folie, linoleum, stof op board, 122 x 122 cm, particuliere collectie België.

Consumptiemaatschappij

De mix van kunst met mode, design, film et cetera maakt deze tentoonstelling de moeite waard. Zo wordt op een leuke manier inzichtelijk gemaakt hoe de maatschappij in de jaren zestig een enorme ontwikkeling doormaakte. De eerste mens op de maan, het gebruik van plastic, de opkomst van televisie, kortom het ontstaan van de consumptiemaatschappij, bracht een grote omwenteling teweeg. Geen wonder dat de kunstenaars hierop reageerden. Toch lijkt een deel van het tentoongestelde werk te veel op de welbekende Amerikaanse voorbeelden waardoor een eigen identiteit ontbreekt. Het gaat misschien wat ver om het werk van deze kunstenaars over één kam te scheren en er het Dutch Pop Art-label op te plakken.