Kunst / Expo binnenland

Van flauwe rommel tot esthetische apotheose

recensie: Diverse kunstenaars - De Schone Slaapster

.

De Schone Slaapster te bewonderen. 

Fredric Leighton, 'De Schone Slaapster', ca. 1895, olieverf op doek.

Fredric Leighton, ‘De Schone Slaapster’, ca. 1895, olieverf op doek.

De tentoonstelling ontleent haar naam aan het bekende schilderij van Frederic Leighton: Flaming June (De Schone slaapster). Dit is de slapende vrouw die in een vurig oranje, doorzichtig gewaad in een sensuele houding op een bank op een veranda is gedrapeerd. Ze oogt veel zachter dan de reproducties waarvan we haar kennen. Lange haren, een arm onder haar hoofd gebogen. Op de achtergrond de Middellandse Zee, waarvan het water ter hoogte van haar hoofd door de (verder onzichtbare) zon in een gouden gloed gezet wordt. Het verstilde beeld van de vrouw krijgt door deze aureool van licht iets goddelijks en tijdloos, iets uit een andere, onbereikbare wereld. Dat is precies het gedachtegoed van de prerafaëlieten: natuur, spiritualiteit en onbereikbaarheid.

Monumentaal

Sir Edward Coley Burne-Jones, 'De slaap van Koning Arthur in Avalon', ca. 1881, olieverf op doek.

Sir Edward Coley Burne-Jones, ‘De slaap van Koning Arthur in Avalon’, ca. 1881, olieverf op doek.

De Schone Slaapster mag dan het dromerige uithangbord zijn, het absolute hoogtepunt van de tentoonstelling is het ruim zes meter lange monumentale De slaap van koning Arthur van Sir Edward Coley Burne-Jones. Het onderwerp is gebaseerd op het vijftiende-eeuwse boek van Sir Thomas Mallory. Koning Arthur ligt op zijn sterfbed, beweend door zijn vrouw en andere smartelijke omstanders. Sommigen spelen op snaarloze muziekinstrumenten, anderen houden standvastig de wacht of staan met hun rug naar het tafereel, verzonken in een stil verdriet. De figuren zijn harmonisch verdeeld in en om de centrale zuilengalerij waarin de koning ligt. Het geheel is gedrenkt in een omgeving vol bomen, water, planten en bloemen. Bovendien heeft Burne-Jones een prachtige stofuitdrukking gelegd in de sieraden, kronen en gewaden van de figuren. 

Veel voor weinig 

Sir Edward Coley Burne-Jones, 'De prins treedt het woud binnen uit de kleine Doornroosje-serie', 1871-73, olieverf op doek.

Sir Edward Coley Burne-Jones, ‘De prins treedt het woud binnen uit de kleine Doornroosje-serie’, 1871-73, olieverf op doek.

Net zo imposant als het doek is het verhaal erachter. Burne-Jones begon in 1881 in opdracht aan het werk. Hij verloor zich zo in het vrije onderwerp, dat de opdrachtgever zich terugtrok om Burne-Jones zijn dierbare doek te laten houden. Het werd een onvoltooid project dat steeds groter vormen aannam. Figuurlijk, voor de kunstenaar zelf, maar ook letterlijk: het schilderij werd te groot voor zijn atelier en belandde na omwegen in het grootste atelier van Londen. Na Burne-Jones’ dood in 1898, hij had dan al bijna twintig jaar aan het doek gewerkt, werd het werk verkocht. In 1963 werd het weer op een veiling aangeboden, waar de vraagprijs niet werd geboden. Het werk vond voor slechts 1600 pond een nieuwe eigenaar in de Zuid-Amerikaanse politicus en kunstliefhebber Luis Ferré. De werken op deze tentoonstelling zijn alle afkomstig uit zijn kunstverzameling, die is ondergebracht in Museo de Arte de Ponce in Puerto Rico. 

Burne-Jones is de ster van de tentoonstelling. Ook zijn Doornroosjes-serie voert mee naar verborgen werelden. De tentoonstelling wordt afgerond met een zaal met een viertal werken van prerafaëlieten als John Everett Millais en Dante Gabriël Rossetti. Tot slot zijn enkele voorstudies van Burne-Jones te bewonderen. De relatief kleine omvang is de kracht van de tentoonstelling, die je als bezoeker zeer goed op je in kunt laten werken. De uitermate hoge kwaliteit van de begeleidende tekstborden zorgt er bovendien voor dat je niet alleen met een overweldigende etherische ervaring, maar ook verrijkt in kennis naar huis zweeft.