Kunst / Expo binnenland

Neem deel! Doe mee! Doe het zelf!

recensie: Kunst als leven – Allan Kaprow

.

Allan Kaprow, de ‘vader van de happening‘, overleed vorig jaar. Wel werkte hij nog mee aan de voorbereidingen van de overzichtstentoonstelling over zijn oeuvre die nu te zien is in het Van Abbemuseum. Het exposeren van Kaprows werk in een museum lijkt vreemd, omdat deze kunstenaar zich altijd kritisch heeft opgesteld ten opzichte van musea. Hij wilde kunst maken die midden in het leven stond. Het museum stond volgens de kunstenaar juist buiten het dagelijkse leven en hij noemde het instituut dan ook een mausoleum. Het Van Abbemuseum probeert deze paradox niet alleen binnen, maar ook buiten de museummuren op te lossen.

Kaprow begon in 1947, tijdens zijn studie kunstgeschiedenis en filosofie, te schilderen. In 1957 en 1958 volgde hij, zoals wel meer kunstenaars, de ‘Experimental Composition’-lessen van de avant-garde componist John Cage. De componist gaf een eerste aanzet voor de ontwikkeling van de happening door een theatraal evenement te organiseren waarbij het toeval een belangrijke rol speelde. Onder invloed van Cage begon Kaprow, die ondertussen assemblages was gaan maken, zich te richten op toeval, improvisatie en het gebruik van alledaags materiaal. Uit de assemblages ontwikkelde zich de kunstvorm die hij het environment noemde, bestaande uit gevonden objecten en tweedehands materiaal. Toen de kunstenaar zich bewust werd van de rol van de bezoeker in het environment was de volgende stap in zijn werk om de bezoeker zelf iets te laten doen.

Zaaloverzicht, foto: Bram Saeys
Zaaloverzicht, foto: Bram Saeys

Doe mee!

Hieruit kwam de happening voort. Een happening, die de kunstenaar later ‘activiteit’ is gaan noemen, is een tijdelijk, soms zelfs theatraal evenement. Hoewel het volgens plan wordt uitgevoerd, zijn toeval en improvisatie belangrijke gegevens in de happening. De uitgevoerde handelingen kunnen variëren van het parkeren van een auto in zones met een parkeerverbod (Fine!) tot het voeren van een telefoongesprek (Satisfaction,
1976). Met de happening wilde Kaprow een nieuwe kunstvorm creëren om het belang van de directe ervaring te benadrukken. Traditionele kunstvormen konden volgens hem enkel een representatie van de ervaring geven, daarom wilde hij dat zijn werk dichter bij het leven kwam te staan. Veel van deze happenings vonden dan ook niet in musea of galeries plaats, maar op straat, in een winkel of thuis. Met de tijdelijkheid en alledaagsheid van de happenings trok Kaprow de waarde van kunst in twijfel.

Hoewel in het Van Abbemuseum ook Kaprows vroege werken zoals expressionistische schilderijen en Rauschenberg-achtige assemblages worden getoond, zijn de activiteiten rond de happenings die het museum organiseert het middelpunt van de tentoonstelling – die vorig jaar ook te zien was in het Haus der Kunst in München. De rol van de bezoeker wordt daarbij zoveel mogelijk getransformeerd van toeschouwer tot participant. Je wordt aangemoedigd deel te nemen aan de opnieuw geïnterpreteerde happenings die binnen én buiten het museum worden georganiseerd. Door het exposeren van de ‘partituren’ en foto’s van happenings, wordt je aangezet zelf aan de slag te gaan met het materiaal.

Los


Zo moet Words (1961) een taalcollage gaan vormen, waarbij de bezoeker uitgenodigd wordt om (willekeurige) woorden door een microfoon te spreken. Ook kun je zelfbedachte zinnen op de muur schrijven of woorden en zinnen uit kranten knippen om ze vervolgens op de muur te plakken. Het wordt een levendig geheel van contrasterende inzichten, meningen en melige grappen, maar bewerkstelligt ook een bewustwording van de mogelijkheden van taal en communicatie. In Stockroom, eveneens uit 1961, mag je bijna alles zelf doen. Er kunnen video’s van oorspronkelijke en geënsceneerde happenings worden bekeken en de ruimte kan veranderd worden met behulp van het materiaal, zoals houtskool, verf, papier, dozen en touw. Zo creëert elke nieuwe bezoeker een nieuwe situatie. Waar aan de vorige activiteiten nog voorzichtig wordt deelgenomen, gaat de bezoeker hier ‘helemaal los’. Het resultaat is een chaotische ruimte, waar dozen midden in de zaal worden gestapeld of opgehangen en de muren vol staan met tekeningen en leuzen.

Zaaloverzicht, foto: Peter Cox
Zaaloverzicht, foto: Peter Cox

Bureau voor actie

Naast deze activiteiten wordt er ook een selectie van het werkarchief van Allan Kaprow getoond. Op chronologische volgorde zijn verschillende ‘partituren’ te zien: de geschreven aanwijzingen voor een happening. Ook kun je zelf talloze (geënsceneerde) foto’s bekijken op een overheadprojector. Er worden geen reconstructies of verklarende teksten gegeven, omdat het museum wil benadrukken dat de fantasie van de bezoeker hier moet gaan opborrelen en de opgedane ervaring wordt omgezet in het eigen leven. Hoewel dit een pretentieus gegeven is, vormt het werkarchief de basis van de tentoonstelling door een mooi historisch beeld van de happening te geven. Het geeft daarmee ook een goede weergave van het oorspronkelijke werk van Kaprow. Tevens is dit ietwat traditionele gedeelte van de presentatie een houvast voor bezoekers – zeker degenen die weinig van Kaprow weten – voor het bevatten de rest van de tentoonstelling, waar alles afhangt van het toeval en participatie.

Een ander belangrijk onderdeel in de expositie is het zogenaamde ‘bureau voor actie’. Deze zaal is ingericht als kantoor, waar men een gekopieerde partituur van een happening mee kan nemen om thuis uit te voeren, zelf een happening kan verzinnen of zich via de computer aan kan melden voor de happenings die buiten de museummuren worden georganiseerd. Deze zijn de eigenlijke spil van de tentoonstelling. Het is, zoals gezegd, problematisch om het werk van Allan Kaprow te tonen binnen de witte muren van het museum. De museale setting creëert afstand en, belangrijker, het werk krijgt hiermee ‘artistieke waarde’, iets dat de kunstenaar juist verafschuwde. Door de bezoeker aan te zetten tot eigen initiatief wordt dit probleem gedeeltelijk opgelost. Onwennig in de nieuwe rol als participant moet het publiek duidelijk over de streep worden getrokken om mee te doen met leuzen als ‘Neem deel!’ ‘Doe mee!’ ‘Doe het zelf!’ De happenings komen daardoor soms wat moeizaam tot stand. De erfenis van Allan Kaprow kan eigenlijk alleen buiten het museum werkelijk tot leven komen. Zo vond laatst Entr’acte plaats in een openbaar toilet in een winkelpassage in Eindhoven. Deelnemers moesten hun natte handen en handdoeken schudden tot ze droog zijn, onder het roepen van ‘Schud!’ en ‘Klaar!’. Door de interactie met een nietsvermoedend winkelpubliek gaat zijn kunst daar daadwerkelijk de confrontatie aan met het dagelijkse leven.

Het is aan te raden om veel tijd uit te trekken voor het bezoeken van deze tentoonstelling. Laat alles op je inwerken, neem deel aan de verschillende activiteiten in het museum, denk er over na en leg verbanden. En bovenal, neem deel aan de happenings buiten het museum. Op een speciale website bij deze tentoonstelling kun je je aanmelden.