Boeken / Fictie

Kort van stuk, krachtig van inhoud

recensie: Hoe voelt het? – Sophie Kinsella
Cover 'Hoe voelt het?'

Sophie Kinsella, bestsellerauteur van onder andere de bekende én verfilmde Shopaholic!-serie, verscheen drie jaar geleden ineens ‘negatief’ in het nieuws: een kwaadaardige hersentumor legde haar leven lam. Inmiddels – herstellende van de operatie en behandeling – heeft ze de pen weer opgepakt en schreef ze een korte, fictieve autobiografische roman, genaamd Hoe voelt het?, over deze donkere periode.

Ze heeft alles wat haar hartje begeert: succes en faam vanwege haar boeken, een liefdevol huwelijk en vijf kinderen aan haar zij. Wat wil je nog meer in het leven? Nou, een goede gezondheid om mee te beginnen. Hoe kun je woorden vinden voor een periode waarin je diep in het donker tastte en iedere dag werd overvallen door een gevoel van onrechtvaardigheid, twijfels en immens verdriet? Kinsella vond de woorden niet zozeer voor zichzelf, maar wél voor Eve Monroe, het hoofdpersonage in Hoe voelt het?. Dat Eve het alter ego van Kinsella is, wordt al onmiskenbaar duidelijk in de eerste pagina’s, waarin wordt beschreven hoe het idee voor de Shopaholic!-serie ontstond. Deze boekenreeks werd een groot succes en op menige kaft stond pontificaal New York Times bestseller.

Personage als spreekbuis

Eve koopt een prachtige, fonkelende jurk die ook op de kaft van het boek prijkt; een jurk die symbool staat voor de mooie momenten die je in het leven moet vieren, maar ook voor het grote omkeerpunt in Kinsella’s carrière. De koopzucht van Kinsella heeft haar een boekenreeks opgeleverd die zowel veel lezers als veel geld heeft opgebracht (lees: 45 miljoen verkochte exemplaren). In deze boeken lees je over een innemende vrouw met ietwat sukkelige karaktereigenschappen en een enorm groot gat in haar hand dat steeds meer grip krijgt op haar leven. Natuurlijk kan ze rekenen op de hulp van een woest aantrekkelijke man. Een concept – de eeuwig single en onhandige dertigplusser die meer van haar leven wil maken – dat in talloze romans naar voren komt, al dan niet uitgebracht onder haar pseudoniem Kinsella, of haar echte naam Madeleine Wickham.

Nu is er een van Kinsella’s hand waarin een compleet andere toon wordt aangeslagen. De humor die Kinsella’s werk zo kenmerkt, is naar de achtergrond verdreven. Kinsella vertelt openhartig – met personage Eve als een soort ‘spreekbuis’ – over de periode vóór en na de ontdekking van de ongeneeslijke vorm van hersenkanker. Dit boek maakt duidelijk dat zo’n ongeneeslijke ziekte niet alleen een verregaande impact heeft op de patiënt, maar op het hele gezin.

Zo krijgt een potje scrabble aan de keukentafel ineens een beladen toon, omdat er ruimte is voor het stellen van de allerlastigste vragen. Vooral voor het jongste lid van de familie, de 10-jarige Isobel (Izzy), is het allemaal maar erg onbegrijpelijk en ‘oneerlijk’. Als ze een vraag heeft, maakt de hele familie haar borst al nat voor het antwoord: “Is ‘vlom’ een woord?” klinkt er dan onverwachts uit de mond van kleine Izzy. Verbazing, opluchting en een intense lachbui volgen elkaar op. Dat er ook momenten zijn die tussenpozen van ontspanning bieden, illustreert dat je na de eerste schok toch weer terugvalt in de alledaagse verhoudingen van weleer.

Kort maar krachtig

Niet alleen de toon van het boek, maar ook de dikte wijkt nogal af van wat de lezer van Kinsella gewend is. Ze staat niet bekend om de dikke pillen, maar dit boek telt slechts 124 bladzijden, inclusief de dankbetuiging. Hoewel het dus een korte novelle betreft, is het qua inhoud zeker een krachtig verhaal dat het predicaat ‘moedig’ verdient. Het is nogal dapper om zo open te vertellen over een zware periode in je leven en ook een inkijkje te geven in je persoonlijke leven. Een periode die je liever zou willen vergeten, maar die ook je toekomst heeft ingekleurd (en blijft vormgeven).

Kinsella geeft toe dat ze de volgorde van gebeurtenissen heeft veranderd en ook wat andere aanpassingen heeft doorgevoerd. Natuurlijk staan er ook details in die kloppen, zoals het memoriseren van kerstliedjes en hoe lastig dit bleek te zijn. Het voelde voor haar ‘bevrijdend om alles eerlijk en rauw op te schrijven’ en ze kon makkelijker over haar kinderen schrijven als ze hun een andere naam gaf. Voor Kinsella is fictie bij uitstek het middel om een verhaal zo goed mogelijk te vertellen: ze kan de werkelijkheid vervormen en verdraaien en niemand zal haar op haar vingers tikken (het is nu eenmaal fictie).

Fragmentarisch

De vorm waarin dit werk gegoten is, wijkt ook af van ander uitgebracht werk. Zulke korte hoofdstukken las men niet eerder en tussen de vertellingen door staan ook appjes weergegeven van mensen die als het ware de ‘Hulptroepen voor Eve’ vormen. Er zijn ‘Vroeg-wakker-gesprekken’ met haar man Nick en er zijn verhalen die overkomen als columns, boordevol anekdotes waarvan de titel al veel zegt: ‘Goed zo!’, ‘Een ommetje’ en ‘Overal die plastic stoelen’ (over de wachtruimtes). Niet alle humor is helemaal weggeslagen uit Kinsella, getuige het gedeelte genaamd ‘Word je behandeld tegen kanker? Een paar fijne tips van Eve Monroe’, waarin met sarcastische ondertoon een bestraling wordt vergeleken met het ondergaan van een gezichtsbehandeling en waarin Eve op haar beurt om tips voor scanvrees vraagt.

Trouwe lezers zullen de diepe wens koesteren dat Kinsella schone scan na schone scan zal ontvangen (inmiddels staat die teller al op vier). Niet voor niets heet het laatste hoofdstuk ‘Happy end’: al haar vrouwelijke hoofdpersonages kregen dit stuk voor stuk. Nu is het tijd voor Kinsella dat ze die ook krijgt, net zoals alle andere mensen die te maken krijgen met hersenkanker in hun leven. Hopelijk is haar brein straks vrij van alle pijn en is er enkel en alleen ruimte voor hetgeen wat er altijd al rondwaarde: talloze creatieve ideeën voor ontzettend succesvolle romans.