Film / Films

Bergmantragiek in betondorp

recensie: Autumn Ball (Sügisball)

Het debuut van de Estse regisseur Veiko Õunpuu is een portret van een hoofdstedelijke buitenwijk aan het eind van de jaren tachtig. De plek is mistroostig en de bewoners grijpen zich wanhopig vast aan elke greintje vrolijkheid en romantiek. Tevergeefs natuurlijk.

~

In een van de eerste scènes van Autumn Ball (2007), waarin de jonge schrijver Mati zijn vrouw probeert te wurgen, hangt een poster van Love Streams (1984) aan de muur. Het is een verwijzing naar het werk van de Amerikaanse filmmaker John Cassavetes, een voorbeeld voor de Estse regisseur Veiko Õunpuu. Cassavetes’ films gaan vaak over de dilemma’s van de middenklasse. Het zijn niet al te optimistische portretten van het burgerlijke leven, waarin de uitzichtloosheid tevergeefs bestreden wordt met drank, drugs en vrouwen. Net als in Autumn Ball.

Het is wanhoop en zwartgalligheid die de klok slaat. De woonkazerne die het decor vormt voor het debuut van Õunpuu wordt bevolkt door karakters die op zoek zijn naar geluk en liefde. De jonge schrijver krijgt zelfmoordneigingen als zijn vrouw bij hem weggaat, een alleenstaande moeder verwaarloost haar dochtertje, een eenzame kapper wordt voor pedofiel versleten omdat hij contact met het meisje zoekt en een cynische architect werkt zijn relatie kapot. Temidden van dat alles staat de sullige portier Theo, die elke avond een andere vrouw in zijn bed heeft, maar lijdt aan een chronische onverschilligheid.

Gestileerde taferelen

~

De losse verhalen hebben weinig met elkaar te maken. De film bestaat uit losse scènes met licht absurde, gestileerde taferelen, een vorm die in de verte doet denken aan de Zweedse cineast Roy Andersson (Songs from the Second Floor en You, the Living). Alleen ontbreekt het Õunpuu aan lichtvoetigheid. De komische noot is spaarzaam en raakt, naarmate de film vordert, in de verdrukking. De enige humor in dit Estse universum is zwart. Pikzwart. De mensen in de film zijn stuk voor stuk misantropen en de kijker kan zich niet aan de indruk onttrekken dat ze hun ongeluk voornamelijk aan zichzelf te danken hebben. Een beetje jammer is dat wel, want hierdoor zijn niet alle persoonlijke drama’s even aangrijpend

Een van de redenen dat de grauwe wereld van Autumn Ball toch fascineert, is het stijlvolle camerawerk. Õunpuu heeft zichtbaar talent voor ingetogen scènes en krachtige, vaak poëtische beelden. Geholpen door een uitstekende (zij het nogal aanwezige) soundtrack, wordt met beperkte middelen een sterke sfeer neergezet. De eerste beelden van de film tonen de schrijver op het balkon van zijn flat, in close up. De wind giert langs zijn hoofd en slaat zijn haren tegen zijn gezicht. Op de achtergrond klinken strijkers, die gieren als luchtalarmen. Je weet nog niets, maar het verontrustende, naargeestige gevoel is er al.

Zelfkwelling
Nadelen zijn er ook. Zo is de film met bijna twee uur aan de lange kant. Het gebrek aan samenhang vraagt om een oplettende, geïnteresseerde kijker. Liefst iemand die geniet van stuklopende huwelijken en zelfkwelling in een omgeving waar de cognac altijd onder handbereik is, maar nooit verlossing biedt. Waarmee niet gezegd is dat Õunpuu’s debuut een uitputtingsslag is. Hij toont zich een meester in het neerzetten van een ongemakkelijke wereld, die drijft op onwil en miscommunicatie. De vrouw van de architect typeert haar man tijdens een ruzie: ‘Je bent net een karakter uit een Bergmanfilm — niet eens menselijk meer. Een kleine petieterige man die lijdt onder het zwijgen van zijn god, kronkelend in zijn eigen zwart-wit wereld.’ Zo zijn bijna alle personages in Autumn Ball. En dat is een kunst op zich.