Film / Films

Melken met de hand

recensie: Paul dans sa vie

.

Voor de 75-jarige Paul Bedel begint elke dag hetzelfde. In de schemering melkt hij zijn koeien en aan de grote houten keukentafel leest hij de krant van gisteren (die zijn broer hem komt brengen). Al zijn hele leven woont Paul met zijn twee zussen, die evenals hij ongehuwd zijn, in een boerderij op de uiterste westkaap van Normandië. Hij boert zoals zijn ouders dat deden, met een roestige dorsmachine uit 1937 en een hooibalenmaker uit 1956. De tijd krijgt geen vat op hem, zoals de krijtrotsen al eeuwen weerstand bieden aan de schurende zeewind.

Genre op zich

~

Het lijkt inmiddels een genre op zich te zijn, de Franse plattelandsdocumentaire. Zo verscheen in 2002 Être et avoir (Nicolas Philibert), het uiterst succesvolle portret van een dorpsschooltje in de Auvergne. En Raymond Depardon volgde jarenlang een aantal boerengezinnen voor zijn meesterlijke Profils paysans-trilogie, waarvan La vie moderne het laatste deel is. Het zijn stuk voor stuk nostalgische films, die sterk appelleren aan een verlangen naar authenticiteit en innerlijke rust. Misdadig bijna, hoe mooi het boerenleven in beeld gebracht wordt.

Paul dans sa vie wijkt in meerdere opzichten af van deze plattelandsportretten. In de eerste plaats is het een opzichtig in documentairestijl geschoten film. Een beetje rommelig ook, met een voice-over, maar ook met de nerderige jongen Fabrice, die als een soort aangever door het beeld wandelt. Mauger maakt gebruik van video en legt minder nadruk op poëtische plaatjes dan in de andere plattelandsdocumentaires. Zijn film is geen romantische ode aan het boerenleven, met boeren en boerinnen die hun leven ondergaan als zenmeesters, maar vertelt vooral het verhaal van één man. En dat is prettig.

Trouw aan de grond

~

Terwijl de meeste boeren in de streek hun akkers verlieten om te gaan werken bij de kerncentrale die steeds aan de einder gloort, bleef Paul trouw aan de grond. In de ochtendnevel zoekt hij naar kreeften en alikruiken, ’s middags dunt hij zijn suikerbieten uit en als de avond valt is hij nog aan het sleutelen aan zijn tractor. Hij leeft van het land, maar hij beseft dat dat niet eeuwig kan doorgaan. Als hij aan de kant van de weg met kromme schouders zijn kar voorttrekt wordt hij gepasseerd door scheurende auto’s.

De buitenwereld sijpelt door in Paul dans sa vie en juist daaraan ontleent de film zijn kracht. Alles gaat nog als vroeger in huize Bedel. Het hooi wordt met grote vorken op hopen geveegd, er wordt met de hand gemolken en Paul en zijn zussen kennen alle koeien nog bij naam. Hoe mooi het ook klinkt, soms is het echt onhandig. Vooruitgang bestaat namelijk wel, maar Paul blijft het hardvochtig ontkennen. Dat is een tragisch gegeven: een oude man die op zijn eigen manier vecht tegen de vergankelijkheid. Het is een thema dat ons allen aangaat en tevens het knappe aan de film. Mauger presenteert ons geen geïsoleerde en gestileerde idylle, maar legt de vinger op de zere plek en stelt vragen die het boerenleven ver ontstijgen.