Film / Films

Michael Moore in verzekeringsland

recensie: Sicko

Na het vrije wapenbezit in Bowling for Columbine en de gevolgen van 11 september in Fahrenheit 9/11 (dat binnenkort vervolgd wordt) heeft Michael Moore nu een film gemaakt over een voor ons Europeanen minder pakkend onderwerp: de Amerikaanse gezondheidszorg. Saai wordt het echter allerminst. Volgens het Institute of Medicine overlijden jaarlijks 18.000 Amerikanen doordat ze niet verzekerd zijn. Dit simpele maar gruwelijke feit is genoeg voor Michael Moore om weer een buitengewoon bevlogen en overtuigende aanklacht te produceren.

De film begint met een grote verzameling getuigenissen van mensen die in financiële nood zijn geraakt door een ongeluk of ziekte. De één had geen geld om de premie te betalen, een ander kwam niet in aanmerking voor een verzekering wegens een verzwegen kwaaltje in het verleden, een derde kan alleen genezen met een behandeling die als te experimenteel wordt afgewezen. Het zijn stuk voor stuk hartverscheurende verhalen, die echter nogal droog worden opgetekend en waarbij Moore zelf niet in beeld komt.

Canada

~


De film verandert van toon als Moore naar Canada vertrekt – in Bowling for Columbine ook al het beloofde land – om daar plompverloren bij ziekenhuizen aan te kloppen en mensen in wachtruimtes aan te spreken. Ja, patiënten worden hier vrijwel direct geholpen. En nee, ze worden niet weggestuurd als ze de behandeling niet kunnen betalen. Sterker nog: er is niet eens een kassa te vinden waar je moet afrekenen! Moore herhaalt deze stunt in Groot-Brittannië, Frankrijk en zelfs Cuba, waar hij – al dan niet gespeeld – van de ene verbazing in de andere valt. In Frankrijk krijgen jonge moeders zelfs gratis kraamzorg! En iedere werknemer heeft recht op vijf weken vakantie per jaar! Niet dat dat er verder iets mee te maken heeft, maar het versterkt Moores betoog dat het overal in de wereld beter is dan in de VS. Noorwegen heeft hij uiteindelijk nog buiten beschouwing gelaten, omdat het ruimhartige systeem daar voor Amerikaanse kijkers te ongeloofwaardig zou overkomen.

Zoals bekend moet je bij de ‘documentaires’ van Michael Moore altijd op je hoede blijven. Hij houdt zich weliswaar keurig aan de feiten, te checken via zijn website, maar door die feiten selectief te presenteren en er een grote scheut humor overheen te gieten, word je heel gemakkelijk in één richting gestuurd. In Canada en Engeland zet hij nog wel kanttekeningen bij de systemen daar (zoals de lange wachtlijsten), maar in Frankrijk en Cuba laat hij alle kritiek varen. Zo vertelt hij niet dat Frankrijk volkomen stagneert, doordat elk verworven recht waar ook maar enigszins aan geknibbeld lijkt te worden kan rekenen op massale straatprotesten. En wat betreft Cuba hoef ik als tegenwicht alleen maar het woord ‘mensenrechten’ te noemen.

Propagandastunt

~


Dit neemt niet weg dat Michael Moore duidelijk een punt heeft in zijn kritiek op de Amerikaanse – puur op winst gerichte – verzekeringsmaatschappijen en farmaceutische bedrijven, en op het politieke systeem dat dit in stand houdt. Hij weet het communistische angstbeeld van de Republikeinen overtuigend en hilarisch te weerleggen, maar ook Democrate Hillary Clinton krijgt er van langs. Ook komt hij weer met een propagandastunt die al het eerdere in de schaduw stelt: met een groep zieken die eerder in de film geportretteerd werden reist hij af naar de enige plek op Amerikaans grondgebied waar de gezondheidszorg wél gratis en van topkwaliteit is: Guantánamo Bay. Jawel, de ‘vijanden van de natie’ worden beter behandeld dan de (vrijwillige) reddingswerkers van 11 september.