Film / Films

Leven en lijden van de kunstenaar

recensie: Kieslowski's Amator

In de even uitgelezen als dure reeks ‘Europese Klassieken’ van NRC Handelsblad (€ 24,95 per DVD, met extra’s van wisselende kwaliteit) verscheen als juli-schijf Krzysztof Kieslowskis Amator. Die film handelt over de klungelige Filip Mosz (een rol van acteur en regisseur Jerzy Stuhr, die ook meehielp het script voor Amator te schrijven), die een dure, nieuwe filmcamera gekocht heeft om zijn pasgeboren kind te kunnen vastleggen.

~

Krzysztof Kieslowski werd in zijn geboorteland Polen eerst bekend als documentairefilmer. Amator, één van Kieslowski weinige vroege fictiefilms, bracht hem in 1979 internationale roem. Toch zal de regisseur waarschijnlijk eerder de geschiedenis ingaan vanwege de latere Dekalog (tien televisiefilms over de tien geboden, waarvan enkele episoden later versneden werden tot A short film about killing en A short film about love) en de nog latere trilogie Trois Couleurs (onder andere geïnspireerd op de drie kreten van de Franse Revolutie: liberté, equalité & fraternité (en de bijbehorende kleuren)). Amator is heel klein en weinig abstract van opzet, met een ‘normaal mens’ als hoofdfiguur, en daardoor spreekt de film misschien wat makkelijker aan bij een groter publiek.

Morele verwarring

Filip heeft bepaald niet het meest gemakzuchtige tijdverdrijf gekozen. Niet iedereen houdt ervan om gefilmd te worden, en niet iedereen houdt van filmers. De opgewekte, kluchtige sfeer waarmee de film begint, dendert al gauw bergafwaarts als steeds meer mensen invloed willen uitoefenen op Filips nieuwe hobby. Op die manier snijdt Kieslowski in Amator de eisen en verantwoordelijkheden aan die komen kijken bij het kunstenaarschap. Arme Filip wordt verscheurd door de loyaliteitskwesties waarin hij verzeild raakt. Moet Mosz zich op zijn kop laten zitten door zijn baas en de misstanden in de fabriek en in de dorpspolitiek toch maar niet filmen? Is de mevrouw van de filmliga wel echt geïnteresseerd in zijn films, of zegt ze dat om Filip te verleiden? Dan kiest ze wel het goede moment, want de relatie met zijn vrouw Irka staat onder druk, omdat zij graag wil dat hij het filmen maar helemaal op zou geven: Filip besteedt de laatste tijd meer aandacht aan de camera dan aan zijn prille gezin. Filips vertwijfeling past goed in de Poolse stroming waartoe Kieslowski gerekend werd, en die bekend stond als de school van ‘morele verwarring’. Die had als streven ethische verantwoordelijkheden te schetsen en te onderzoeken.

Je hebt kwaliteit en je hebt kwaliteit

Stuhr volvoert Moszs gewetensstrijd met verve, en daarom is het jammer dat onder het kijken toch het vermoeden rijst dat NRC (en distributeur Homescreen) zich er misschien met een jantje-van-leiden vanaf heeft proberen te maken. Vooral in het begin, tijdens een nachtelijke scène, laat de beeldkwaliteit te wensen over, en naarmate de verwikkelingen complexer worden, vraag je je af of de ondertiteling niet af en toe een steekje laat vallen. Anderzijds dient NRC geprezen te worden om het uitstekende initiatief om een selecte groep films uit te brengen op DVD, die anders nooit, of pas na lange tijd, op die manier zouden verschijnen. En het schijnbare succes van de serie bewijst dat er wel degelijk een markt bestaat voor deze verzameling ‘kwaliteitsklassiekers’ (al verstaan de termen ‘markt’ en ‘kwaliteit’ elkaar vaak slecht).

Filips strubbelingen zijn niet van alle, maar misschien wel van deze tijden: wat de maatschappelijke en persoonlijke verantwoordelijkheden van de kunstenaar zijn, is op dit moment even relevant als vijfentwintig jaar terug, toen Polen nog achter het IJzeren Gordijn lag. Dat maakt de film alleen maar achtenswaardiger. Ondanks de typische Oost-Europese kledij en interieurs spreekt Amator ook nu nog aan.