Film / Films

Twee muzen onder een dak

recensie: Duska

.

Jos Stellings Duska is een film die in veel opzichten alleen visueel een verhaal probeert te vertellen. De eerste woorden komen pas na een kwartier, als de kijker zich heeft kunnen schikken aan het dagdromend leefpatroon van filmcriticus Bob (een charmante Gène Bervoets). Vervolgens zien we deze wereldvreemde figuur opgescheept zitten met een ongewenste Russische gast. De communicatieproblemen tussen beide personages worden door gebaren en mimiek levendig gehouden, maar een richtingloze sentimentaliteit doet de film uiteindelijk stranden.

Duska heeft de dagdromende filmcriticus Bob als hoofdpersonage. Heel toepasselijk woont hij tegenover een bioscoop. We volgen hem terwijl hij bezig is om een scenario te schrijven. De inspiratie heeft hem al in de steek gelaten, maar gelukkig is er een bioscoopcaissière (Sylvia Hoeks) die met haar nonchalante maar pure schoonheid voor een vorm van afleiding zorgt. Duska begint met deze voorspelbare romantische verhaallijn die door Stelling op een vrij kale wijze zonder dialogen wordt getoond.

~

Als het Bob lukt om zijn muze naar zijn schrijvershol te lokken, ontstaat er een breuk in het verhaal. Voordat Bob zijn passie kan consumeren wordt er aangebeld. Een kinderlijke Russische man die zichzelf Duska noemt, staat voor zijn deur en probeert hem duidelijk te maken dat zij elkaar kennen. De Russische acteur Sergei Makovetsky geeft op tragikomische wijze gestalte aan Duska. Hij is een naïeve nietsnut die Bobs leven ontregelt en maar niet wil vertrekken uit zijn appartement. Zijn aanwezigheid is niet dreigend, maar eerder onontkoombaar en lichtpathetisch. Gaandeweg wordt duidelijk wat de band tussen de mannen is en na een climax – waar veel te lang naartoe wordt gewerkt – besluit Bob dat hij genoeg heeft van Duska’s aanwezigheid.

Ongewenste gast

Duska bevat weinig dialogen en Stelling laat het spel tussen zijn acteurs door ongemakkelijke situaties tot leven komen. Gène Bervoets is subtiel in de rol van Bob en weet een personage neer te zetten met minimale middelen. Sylvia Hoeks is voornamelijk een beeldschone muze, maar blijft verder vrij leeg als karakter. Ze is niets meer dan een stereotiepe personificatie van inspiratie en de ongrijpbare vrouw. Makovetsky’s spel met gebaren en mimiek heeft iets weg van een tragische komiek uit het tijdperk van de zwijgende film. Maar zijn rol doet vooral denken aan een autistisch en zich van geen kwaad bewust zijnd kind. Hierdoor wekt Duska al snel irritatie op. Dit gevoel wordt versterkt doordat alle karakters het bereik hebben van een typetje, en daardoor een gebrek hebben aan dramatische diepgang. Een lange flashback van Bob die zijn relatie met Duska probeert te verklaren verheldert de plot verder ook niet.

~

Er zijn nog wel wat verwijzingen die je aan het denken kunnen zetten. Duska maakt gebruik van de Amsterdamse bioscoop Calypso als locatie en aan het einde van de film wordt deze gesloopt. Schuilt hierin misschien nog een statement van Stelling over de staat van de hedendaagse cinema? Stelling zei in een interview dat hij Duska’s personage had gebaseerd op een verhaal van een Oostenrijkse journalist die opgescheept zat met een vergelijkbare ongewenste gast. Afgezien van dit feit hebben de personages in hun simpele ontwikkeling eigenlijk meer iets weg van personificaties.

De film kan je daardoor zien als een allegorie op het creatieve proces. De inspiratie die Sylvia Hoeks bewerkstelligt met haar etherische schoonheid zijn koren op Bobs schrijversmolen. Stellings keuze om van hem een filmcriticus te maken is natuurlijk een grote knipoog naar deze opmerkelijke beroepsgroep. Bob is een wereldvreemde romanticus die eigenlijk niet veel anders doet dan films kijken en erover schrijven, ook al gebeurt er van dat laatste vrij weinig. Het personage van Duska kan gezien worden als de werkelijkheid die zijn kop opsteekt, terwijl de schrijver eigenlijk verlangt naar het samenzijn met zijn inspirerende muze. Duska vormt in dat opzicht een realistische en noodzakelijke muze, maar als Bob merkt dat hij die nodig heeft is het al te laat.

Uiteindelijk had de film interessanter kunnen zijn als de situatie beter was uitgewerkt door middel van ontwikkelde karakters. Maar het geheel heeft iets weg van een ouderwets absurdistische toneelstuk en de film eindigt op een noot die tussen melancholie en sentimentaliteit in zit zonder echt te overtuigen.