Film / Films

De liefde voor een gebroken Ethiopië

recensie: Teza

Teza toont de spagaat van een Ethiopische arts die na een studie in Europa terugkeert naar Afrika. Tussen twee werelden in treft hij zijn land verscheurd aan. Regisseur Haile Gerima baseerde het verhaal op zijn eigen ervaringen en laat zowel de pijn als de liefde duidelijk zien.

Net als zoveel Afrikaanse intellectuelen heeft Anberber (Aaron Arefe) een helder doel voor ogen met zijn studie in Duitsland. Hij wil kennis opdoen in het Westen om die te gebruiken voor de wederopbouw van zijn geboorteland. Maar als hij na zijn studie medicijnen terugkeert in Ethiopië is het land verscheurd door het repressieve Marxistische regime van Haile Mariam Mengistu. En blijken zijn theorieën gelijk weer de prullenbak in te kunnen.

Geen sexy onderwerp

~

Teza draaide in 2009 al op het Rotterdamse IFFR en won de speciale juryprijs in Venetië, maar het duurde een jaar voordat een Nederlandse distributeur het aandurfde om de film in de bioscoop te brengen. Niet geheel onbegrijpelijk, want Afrika wordt doorgaans geen sexy onderwerp gevonden. Toch maakte regisseur Haile Gerima (1946), die zelf in zijn twintigerjaren naar de VS emigreerde, een warmbloedige en enthousiasmerende auteursfilm. Hij is duidelijk nog steeds verliefd op het Oost-Afrikaanse land en weet die liefde over te brengen met prachtige warme beelden en een effectieve soundtrack.

Door het jarenlange verblijf in het buitenland is Anberber vervreemd geraakt van zijn land. Ondanks zijn goede bedoelingen staat hij machteloos tegenover de complexe en dramatische Ethiopische situatie. De koffer vol politieke boeken die hij bij aankomst bij zich draagt, biedt niet de minste weerstand tegen de militaire junta. Hij moet lijdzaam toekijken hoe regeringssoldaten de boerenzonen tijdens het ploegen van het land plukken om te komen vechten.

Uitzichtloos

~

Als politieke film is Teza met gemak verontrustend te noemen. De situatie in Ethiopië, een land dat met haar typische problematiek ook andere postkoloniale Afrikaanse landen vertegenwoordigt, wordt als uitzichtloos gepresenteerd. Het verhaal dat Gerima wil vertellen is dan ook vooral persoonlijk. We volgen een ambitieuze jonge student op zijn weg naar de volwassenheid. Onderweg zwalkt hij heen en weer tussen zijn wortels en zijn nieuwe idealen. De structuur die daarbij hoort is soms verwarrend. Met flashbacks neemt Teza ons mee naar Anberbers kleurrijke studietijd in Duitsland, zijn terugkeer als arts en de tijd in zijn geboortedorp, waar hij zich terugtrekt om zijn wonden te likken. Samen met de lengte van de film (bijna tweeënhalf uur) is deze ingewikkelde vorm het grootste minpunt aan de film. Gelukkig weten Gerima en zijn vriendelijke hoofdrolspeler Aaron Arefe constant voldoende vragen op te roepen om de film overeind te houden.