Film / Films

Geëngageerde cinema uit de favela’s van Kenia

recensie: The Constant Gardener

In The Constant Gardener (2005) maakt Fernando Meirelles drie jaar na het succes van City of God (Cidade de Deus) opnieuw indruk met een fraai vormgegeven film waar de sociale betrokkenheid van afdruipt.

~

Hoewel de regisseur na zijn film over het leven van jeugdbendes in de favela’s van Rio de Janeiro diverse grote aanbiedingen uit Hollywood heeft gehad, doet hij wat betreft inhoud en stijl van zijn nieuwe film geen concessies. In The Constant Gardener ontdekt de sterk sociaal betrokken diplomatenvrouw Tessa Quayle een sinister complot: westerse medicijnfabrikanten voeren in Kenia in het geheim experimenten uit op de arme bevolking. Wanneer Tessa onder mysterieuze wijze om het leven komt zet haar echtgenoot Justin haar gevaarlijke werkzaamheden voort.

Het perspectief waar Meirelles in The Constant Gardener voor kiest is op zijn minst verfrissend te noemen. Zonder dat de spanningsopbouw er onder lijdt vragen vooral de emotionele verwikkelingen tussen Justin en Tessa en de fascinerende verbeelding van het Afrikaanse continent om de aandacht. In beide gevallen gaat Meirelles door op de weg die hij met City of God is ingeslagen. Hij weet de frisheid in het acteerwerk te bewaren door veel met improvisatie te werken. Voor veel rollen in zijn film over de Braziliaanse sloppenwijkbewoners maakte Meirelles vooral gebruik van jeugdige bewoners van de wijk. Wanneer een jong straatrovertje tijdens de opnames van een gewelddadige scène buiten het script om eerst de lieve heer vraagt hem te beschermen – zoals hij het in zijn normale leven ook gewend is – kan daar natuurlijk geen acteerwerk aan tippen. Dezelfde spontaniteit wordt in The Constant Gardener bereikt door Fiennes en Weisz in hun liefdesleven te laten improviseren. Wanneer Justin Tessa met een webcam filmt terwijl ze in bad ligt, lijkt haar ietwat gegeneerde reactie levensecht. Een indrukwekkend resultaat van de vrijheid die aan de acteurs wordt geboden.

Het beste uit twee werelden

Voor het filmen in Kibera, een arme wijk van Nairobi, is vrijwel alleen gebruik gemaakt van een eenvoudige digitale videocamera. Voor de relatieve onopvallendheid van de cameraploeg valt in deze context veel te zeggen. Het normale leven wordt minder gehinderd en kan daardoor gefilmd worden zonder het in scène te hoeven zetten. Net als in City of God negeert Meirelles de genregrenzen tussen documentaire en fictie. Spelende straatkinderen zijn ook echt aan het spelen. Acteurs figureren hier meer in het dagelijks leven van de wijkbewoners dan andersom.

~

Het is niet bezwaarlijk dat het camerawerk dankzij het niet gebruiken van kranen en stellages ruwer is, de kleurrijke chaos laat zich erdoor beter vertalen naar de kijker. Waar dit soort scènes snel gemonteerd zijn gebruikt Meirelles op andere locaties een hele andere beeldtaal. De moord op Tessa komt alleen in beeld in de vorm van de doordraaiende banden van de ontspoorde jeep, opvliegende vogels die vanuit de lucht zijn gefilmd en een totaal niet waterpas gefilmd, maar niettemin wonderschoon shot van de kleurrijke mineralen op de plaats van de moord. Met een drietal fraaie, met suggestie geladen beelden vertelt Meirelles op onconventionele wijze zijn verhaal. In verschillende settings kiest de regisseur voor een beeldtaal die uiteen kan lopen tot de hectische beelden van een digitale camera in een arme wijk van een metropool tot uitermate gestileerde beelden van opvliegende vogels die sterk doen denken aan natuurfilms. Door niet voor één stijl te kiezen behoudt Meirelles het beste uit twee werelden.

Identificatie

Fernando Meirelles, zelf afkomstig uit een middenklasse gezin uit São Paulo, toont in de onderwerpskeuze van zijn films een sterke affiniteit met de sociale onderklasse van moderne metropolen. De regisseur doet met zijn documentairestijl zijn best de oorspronkelijke bewoners van de favela’s en Keniaanse buitenwijken zonder afstand te benaderen. Door ook op de feitelijke locatie te filmen kan de bevolking bovendien meedelen in de baten van de filmproductie. De betrokkenheid die hier uit spreekt verklaart Meirelles in een interview met cinema.nlals volgt:

Omdat ik uit Brazilië kom, kon ik de film op een andere manier maken dan een Brit gedaan zou hebben. Ik identificeerde me meer met de Kenianen dan met de Britten in het verhaal. Ik heb er veel Britse personages en plotlijntjes uitgehaald. Daarvoor in de plaats heb ik een aantal scènes bedacht in de straten van Nairobi. Met sfeer in plaats van plotontwikkeling.

~

Hiermee behoort Meirelles tot een slag filmmakers dat ondanks toenemende budgetten en het werken met goedbetaalde acteurs geen concessies aan vorm of inhoud doet: hij wil vooral eigen ideeën en stijlmiddelen uitbouwen. De Spaanse regisseur Almodóvar is hem hierbij tot voorbeeld:

Mijn ideale carrière zou zijn om te doen wat Pedro Almodóvar doet in Spanje, Braziliaanse films maken voor het internationale publiek. Dat zou perfect zijn.

Met The Constant Gardener zet Meirelles een goede stap in deze richting.

Extra op de dvd staat een interessante reportage over het filmen in de arme en afgelegen gebieden van Kenia. Daarnaast een interview met schrijver John le Carré en regisseur Fernando Meirelles ineen, over het proces van de boekverfilming. Hieruit blijkt ondermeer hoe eigenzinnig Meirelles in de verfilming te werk is gegaan. Hetzelfde kan geconcludeerd worden uit de deleted scenes: een groot aantal fraaie of verhelderende scènes zijn opgeofferd voor een meer kernachtige vertelling. De kwaliteit van het eindproduct heeft duidelijk voorop gestaan bij het maken van dergelijke beslissingen.