Film / Films

Wijze lessen van Al Pacino

recensie: Two for the Money

Two for the Money is een film met een hoog testosterongehalte: stoere, vlotgebekte mannen in nette pakken die sport kijken en tegen elkaar schreeuwen. Vaste prik voor hoofdrolspeler Al Pacino; een uitdaging voor tegenspeler Matthew McConaughey.

~

De film verschaft ons een kijkje in de keuken van het gokken en speelt voor de verandering eens niet in Las Vegas, maar in New York. Brandon Lane (McConaughey) heeft de gave om wedstrijduitslagen te voorspellen en neemt daarbij hoge financiële risico’s. Dit talent maakt hem de perfecte rekruut voor Walter Abraham (Pacino), hoofd van een groot sportuitslagenbureau. Walter neemt Brandon onder zijn vleugels en is vastbesloten hem succesvol te maken. Het geld stroomt binnen en alles lijkt voorspoedig te verlopen, totdat de twee overmoedig raken en elkaar beginnen te manipuleren en overtroeven.

Vaderfiguur

Al Pacino verkeert nog steeds in prima vorm. Hij leeft zich weer helemaal uit; hij schmiert en tiert, de oneliners stromen uit zijn mond, zoals we van hem gewend zijn. Soms is hij hiermee aandoenlijk, bijvoorbeeld wanneer hij optreedt als vaderfiguur voor Matthew McConaughey en hem ‘wijze’ lessen bijbrengt (‘Wat wij doen is het enige zekere in een onzekere wereld’). In The Devil’s Advocate (1997) en The Recruit (2003) nam hij ook al enkele jongere acteurs (Keanu Reeves en Colin Farrel) onder zijn hoede. Het is alsof hij het jonge talent in Hollywood nog wat kneepjes van het vak wil bijbrengen. Daar is niks mis mee en het is zelfs best nodig: Matthew McConaughey geeft aardig tegenspel, maar is vergeleken met Pacino maar een saaie piet.

Anderhalf uur perfect filmvermaak

~

Two for the money geeft het eerste anderhalf uur perfect filmvermaak. Hierna raakt de vaart er echter een beetje uit, en het einde is ronduit teleurstellend. Dat ligt niet aan beide acteurs, maar eerder aan regisseur D.J Caruso (The Salton Sea) en schrijver Dan Gilroy. Zij geven in het laatste half uur een te langdradige herhaling van zetten. De film stevent af op een voorspelbaar einde, dat bovendien ook nog erg sentimenteel blijkt te zijn. Maar dit is toch niet meer dan een smetje op een verder vakkundig gemaakte film, met de uitbarstingen van Al Pacino als hoogtepunten.

Vernieuwing

Het is heerlijk om Pacino, net als in zijn vorige rol (Shylock in The Merchant of Venice) weer te zien spuien op de grote, boze wereld. Daarmee blijft hij onovertroffen en blaast hij medespelers van het witte doek. Het is echter wel te hopen dat hij in de toekomst iets meer verscheidenheid in zijn rollen gaat aanbrengen. Anders kan Al Pacino gaan vervelen. Je hoeft maar naar de huidige carrière van die andere grote acteur Robert DeNiro te kijken, om in te zien dat Pacino zich moet blijven vernieuwen. Als Pacino de rol blijft aannemen van vlot gebekt modelfiguur voor zijn jongere protégé, zal hij, net als DeNiro, uiteindelijk een persiflage van zichzelf worden.