Alles heeft een prijs
.
Mihram koestert zijn geldbundeltje, dat met een elastiekje samengebonden steeds weer in zijn borstzak verdwijnt. Het is een echte sjacheraar, die na het gebed in de moskee de gelovigen opwacht bij de deur om sigaretten te verkopen. Bij een grensovergang slijt hij nog gauw een fles parfum aan de dame in de auto achter hem. Handel drijven zit Mihram in het bloed.
Dat moet ook wel; simpelweg om te overleven. The Market – A Tale of Trade speelt zich af in 1994, ergens in de grensstreek van Oost-Turkije. Het zijn onzekere tijden vanwege het gewelddadige conflict tussen Koerden en de Turkse staat, die regisseur Ben Hopkins terloops in beeld brengt. Dagloners verdringen zich ’s ochtends aan het hek van de fabriek. Ruïnes van verlaten Koerdische dorpen markeren het landschap. Armoede heerst en een zekere mate van wetteloosheid waarin iemand als Mihram, een kleine handelaar en kruimeldief ineen, goed gedijt. ‘Ach, hoe komt de maan aan zijn licht?’, riposteert hij standaard als hem wordt gevraagd waar hij zijn waar of geld vandaan heeft.Tragikomische roadtrip
Hoe dan ook, Mihrams opzet om via allerhande creatieve omwegen uiteindelijk met het medicijn thuis te komen kan niet goed aflopen. Toch kun je het hem niet echt kwalijk nemen. Hopkins hoofdpersoon probeert, misschien wel tegen beter weten in, zijn lot in eigen hand te houden. Mihram voert de klassieke strijd aan van het individu tegen een veranderend systeem met nieuwe regels en wetmatigheden. Vraag en aanbod, jazeker, maar Mihram verliest langzamerhand zijn grip.
Universeel Turks verhaal