Boeken / Fictie

Eigenzinnig, maar triest

recensie: Willem Jansen - Triest!

Zwarte zwaarmoedigheid, vermengd met rasecht pessimisme. De titel van het debuut van Willem Jansen, Triest!, is zeker toepasselijk. Jansen heeft, naar eigen zeggen, bijna dertig jaar aan zijn verhalenbundel geschreven voor hij deze in eigen beheer liet uitgeven.

Triest!

, waarin vijf korte verhalen zijn gebundeld, is een selectie uit zijn werk.

~

De hoofdpersonen uit Triest! lijden aan een slecht zelfbeeld, wat de verhalen hun donkere karakter geeft. Ze zijn, op een enkele uitzondering na, ontevreden met hun leven, ze beseffen dat ze nodeloos klagen, maar weten (of menen) tegelijkertijd dat ze niet in staat zijn om daar iets aan te doen.

Doelloos

Vijf verhalen, waarbij steeds één welgekozen woord de titel vormt. Diep is een verhaal zonder doel. De hoofdpersoon gaat overdag naar zijn werk en komt ’s avonds weer naar huis, terwijl hij af en toe voorzichtig uit zijn schulp probeert te komen, maar uiteindelijk weinig uitvoert. In Hut staat een scheepskapper op zijn eerste bootreis centraal. De hoofdpersoon in Lucht slaagt er ondanks de meest vreemde beschouwingen toch nog in contacten te leggen, waarbij die beschouwingen en verzinsels het grootste deel van het verhaal vormen. Slag gaat over een man die zich langzaam meer thuis gaat voelen in zijn leven. Seinstoring is een lang betoog tegen bus- en treinreizen, waarbij de lezer rechtstreeks aangesproken wordt, met een nog warriger zinsbouw en een nog onsamenhangender verhaal dan de rest van de vertellingen.

Eigen stijl

Op de site van Gigaboek zegt Willem Jansen zelf over zijn werk:

Alsof ik geen eigen stijl heb, geen eigen geluid, dacht het toch wel na meer dan twintig jaar, bijna dertig zelfs, oefenen en krabbelen. Dan is er toch wel iets van patronen en routine ontstaan in dat geschrijf van mij. Als ik zo onbescheiden mag zijn, door die enorm lange oefenperiode klinkt in Triest! een echt nieuw geluid in de Nederlandse literatuur. Niks geen na-aperij, geheel oorspronkelijk en verfrissend.

In een ding heeft Willem Jansen gelijk: hij heeft een eigenzinnige stijl. Over de vraag of deze stijl verfrissend is, kunnen de meningen echter nogal verschillen. Jansens stijl is vrij chaotisch, met komma’s op vreemde plaatsen en vaak een opvallende afwezigheid van vraagtekens. Er zijn weinig fouten in zijn bundel aan te wijzen (hoewel een zin als “Ik hoop dat het beter met ze zal vergaan” niet thuishoort in een literaire bundel), maar toch voelt het alsof er iets niet klopt. Vooral de zinnen waarin de personages zelf aan het woord zijn, doen vaak vreemd aan. (“Ik heb er over nagedacht, tot tumor aan toe, methoden die het dragelijk zouden maken voor een tijdje dan.”) Vooral in Diep, Lucht en Seinstoring zijn hele stukken tekst verschrikkelijk onsamenhangend, zodat de lezer de draad van het verhaal gemakkelijk kwijt raakt.

~

De sfeer

Willem Jansen zet consequent een pessimistische sfeer neer. Hij is goed in staat de gevoelens van zijn hoofdpersonen neer te zetten. Op het gebied van beschrijvingen van situaties en omgevingen doet hij het evenmin slecht, hoewel ze soms ietwat te langdradig zijn. Het probleem is dat Willem Jansen dat pessimisme te ver doorvoert. Zijn personages zijn te passief, meer daadkracht zou geen van hen kwaad doen. Álles en íedereen ademt dezelfde pessimistische sfeer uit, zodat deze te nadrukkelijk in het boek aanwezig is.

Stank

Buiten zijn voorliefde voor pessimisme, heeft Willem Jansen ook iets met stank. In ieder verhaal wijdt hij daar op zijn minst een passage aan, variërend van enkele zinnen tot een halve pagina. In Hut zijn het de hoofden van de officieren die een onaangename geur verspreiden, in Slag is het de vriendin van een collega. Ook schrijven hoofdpersonen de voorwerpen in hun directe omgeving meermalen in termen van verrotting. Deze motieven versterken de zwartgallige atmosfeer in het boek.

Lichtpuntjes

Zelfs in Triest! zijn er gradaties in pessimisme. Zo nemen de hoofdpersonen in Hut en Slaghun eigen leven meer in handen dan de hoofdpersonen in de overige verhalen, die feitelijk geleefd worden door hun omgeving. In deze verhalen zit ook meer verhaallijn. Het begin- en eindpunt zijn beter afgebakend, en in tegenstelling tot met name Diep gebeurt er ook inderdaad iets. Deze beide verhalen zijn aan te wijzen als de lichtpuntjes in de bundel.

Al met al stemt deze verhalenbundel niet erg vrolijk. Er zijn echter boeken met positievere titels op komst, dus er is hoop: Vita Nova en Helder Leven, respectievelijk te verschijnen in januari 2006 en midden 2006.

Te bestellen via Gigaboek