Boeken / Kunstboek

Alles Tracey

recensie: Tracey Emin - Traceyland

In de jaren negentig werd de Engelse kunstwereld opgeschrikt door de kunst van de Young British Artists. Kunstenaars als Damien Hirst en Jake & Dinos Chapman shockeerden het kunstestablishment met doorgezaagde dode koeien en gemuteerde etalagepoppen. Ook Tracey Emin (1963) behoorde tot deze groep kunstenaars, die hedendaagse kunst in Engeland weer tot het gesprek van de dag maakten. De laatste jaren hoorden we hier in Nederland niet zo veel meer van deze kunstenaars, maar de autobiografie Traceyland van Tracey Emin bracht daar afgelopen maand verandering in.

Emins werk onderscheidt zich van dat van kunstenaars als Hirst door het overweldigende persoonlijke karakter ervan. Alles wat Emin, kind van een Turkse vader en Engelse moeder, meemaakt – variërend van haar gevoelens over haar abortussen tot seksuele escapades in haar puberteit – verwerkt ze in haar kunstwerken. Een van de bekendste voorbeelden hiervan is My Bed, waarmee ze in 1999 genomineerd werd voor de Turner Prize, een belangrijke Engelse kunstprijs. Het tentoongestelde object was het bed, inclusief vieze lakens, vuile slipjes, lege drankflessen en pakjes sigaretten, waarin Emin drie dagen had doorgebracht, een zelfmoord overdenkend.

Het begint bij het schrijven

Margate
Margate

Traceyland vormt wat dat betreft een aanvulling op haar werk – of volgens Emin zelf een startpunt: “alles begint bij schrijven”. Voor mensen die bekend zijn met haar kunst zal Traceyland niet veel onthullingen bevatten. Sommige van haar werken zijn zelfs, in een bewerkte, want aan het papier aangepaste vorm, opgenomen in de autobiografie, zoals het indrukwekkende videowerk Why I Never Became a Dancer (1995). Eigenlijk is het jammer dat Emin ervoor heeft gekozen het werk op deze manier op te nemen in haar boek: de tekst die ze afdrukt vormt immers slechts een deel van het oorspronkelijke werk en zonder het beeld van de druk dansende Emin is het niet compleet. Wat nu rest is in feite alleen een – misschien schrijnende – herinnering, die ietwat afbreuk doet aan het kunstwerk zelf.

Why I Never Became a Dancer gaat over een jonge Tracey die na haar vele seksuele escapades bedacht had dat er veel meer voldoening te halen viel uit dansen. Ze besloot mee te doen met een danswedstrijd in de plaatselijke discotheek. Terwijl ze gelukkig danste in de plaatselijke disco, klonk boven de muziek uit, steeds luider: “Slut. Slut, Slut.” De jongens rond de dansvloer herinnerden haar aan alles wat ze eerder had gedaan. Dansend op deze video, inmiddels vele jaren later en onderwijl dit verhaal vertellend, neemt ze wraak op deze mannen, jongens, die haar destijds gebruikten:

Toen ik vijftien was, had ik ze allemaal gehad,
en Margate was te klein voor me,
en ik wist het onderscheid tussen goed en kwaad.
Dat die mannen wilden neuken met mij –
een veertienjarig meisje –
was omdat het geen mannen waren.
Ze waren zielig.
Voor mij was seks een avontuur geweest,
een leerschool, onschuld.
Een woeste ontsnapping aan

alle rotzooi om me heen
(…)

en ik dacht nog altijd met mijn lichaam

maar nu was het anders –
het ging om mij en het dansen

Vooral in het eerste gedeelte van Traceyland, Moederland, komen deze directe verwijzingen naar haar kunst voor. Emin vertelt in dit deel over haar jeugd in Margate, of over herinneringen die met haar jeugd te maken hebben. Het is misschien wel een van schrijnendste gedeeltes uit het boek. Een naïeve Tracey raakt verzeild in uiteenlopende en niet altijd even gemakkelijke situaties, waarin haar keuzes vrijer lijken dan ze in werkelijkheid zijn. In het tweede gedeelte, Vaderland, is er minder aandacht voor haar werk, maar meer voor de relatie met haar vader. Ze is bij hem op bezoek op Cyprus, waar ze een relatie krijgt met een oudere man. De kunstwereld lijkt ver weg, evenals de depressies, in dit enigszins romantische gedeelte.

Kunst = leven

Traceyland, het laatste deel, speelt zich af in de tijd dat ze bekend wordt met haar kunstwerken. Nu wordt duidelijk dat Traceyland niet echt een autobiografie ‘oude stijl’ is, waarin de auteur soms systematisch zijn leven opsomt. Er is niets te lezen over de moeilijkheden die ze had om haar plek te vinden in de kunstwereld, over de keuze om haar leven in haar werk te betrekken, of over de zoektocht als kunstenaar naar haar eigen stijl, de projecten die ze met anderen deed. Waar je zou verwachten dat het kunstenaarsschap centraal zou komen te staan, lijkt de kunst verder weg dan ooit. Aan de andere kant is het ook wel weer te begrijpen: Emins leven is immers Emins kunst. Dus de gebeurtenissen in haar leven, de abortussen, depressies en liefdeloze relaties waar ze over verhaalt, zijn in feite tegelijk ook haar werk.
De enige anekdote die naar de kunstwereld verwijst, is die over een dronken Emin op de Britse nationale televisie. Het losbandige leven met veel drank waar Emin om bekend staat, blijkt niet altijd even probleemloos. Tijdens een discussie over kunst op de avond van de uitreiking van Turner Prize is Emin zichtbaar en hoorbaar dronken. Haar vriendin en kunstenares Gilian Wearing belt haar de volgende ochtend lachend op en pas dan begint er wat te dagen.

Emin heeft veel meegemaakt en de rauwe manier waarop ze daarover verhaalt, is zeker indrukwekkend. Voor een leven zo vol gebeurtenissen is het boek echter opvallend dun. Dit komt misschien vooral doordat ze niet alles vertelt. Haar manier van schrijven is vooral associatief en daardoor soms warrig: dromen, denkbeelden en daadwerkelijke gebeurtenissen worden met elkaar vermengd. Traceyland is daardoor niet een gewone autobiografie, waarin de lezer van jaar tot jaar te weten komt wat er gebeurd is. Het is eerder een onderdeel van haar oeuvre, en van haar leven. Geen autobiografie die de balans opmaakt, maar een bijdrage aan haar oeuvre, en als het ware een kunstwerk op zich.