Boeken / Fictie

Steeds dieper de begeerte in

recensie: Tommy Wieringa - Een mooie jonge vrouw (Boekenweekgeschenk 2014)

Dit jaar was de eer aan Tommy Wieringa, winnaar van de Libris Literatuur Prijs en onlangs boven aan een schrijversranglijst geplaatst, om het Boekenweekgeschenk te schrijven. Een verhaal over begeerte, trouw en lust.

In de mediastorm die elk jaar begin maart losbarst, zijn we al veel te weten gekomen over Tommy Wieringa. Zijn geschenk, Een mooie jonge vrouw, een titel die als je hem vaker uitspreekt steeds meer bedwelmt, bouwt voort op een column van enkele jaren geleden. De stof voor de novelle heeft Wieringa ontleend aan zijn eigen omgeving.

Op de eerste pagina van het verhaal ontmoeten we een dan nog naamloos koppel op bezoek bij een ander stel. Hoe heeft dat eerste koppel elkaar ontmoet? Het antwoord omvat iets met haar kont en een terrasje in Utrecht. Zij heet Ruth Walta, hij Edward Landauer. Zij, 27, heeft moeite haar studie sociologie af te maken. Hij, 42, is een gevierd viroloog. Hij wil van hun ontmoeting een sprookje maken: ‘Lang geleden, in een ver land –’, maar zij kapt hem af. ‘Oké, geen sprookje dan,’ concludeert hij.

Geen sprookje

Hun verhaal is ook geen sprookje, zo veel laat Een mooie jonge vrouw wel zien. Edwards fascinatie voor de billen van het meisje dat later zijn vrouw wordt, lijkt een romantisch detail, een simpele verleiding. Wieringa legt echter zo ook genadeloos het seksisme van zijn hoofdpersoon bloot. Edward valt voor een buitenkant, een overwinning die ‘nooit kon worden opgeëist’ – we worden allemaal ouder en dan is zijn mooie jonge vrouw niet mooi en niet jong meer.

Het eerste deel van Een mooie jonge vrouw is het paradijs, gevuld met oneindige, warme zomerdagen. Edward en Ruth roeien geruisloos en kopen jam, maar van wie vermeldt Wieringa niet. Ze zijn alleen op de wereld. Maar het kwaad roert zich in deze tuin van Eden: ‘Een wezen dat ongeluk brengt voor wie haar gezang volgt, steeds dieper het woud in,’ noemt Edward zijn vrouw, en even later stelt hij zich voor hoe zij zich met soortgenoten, ‘nimfen zoals zij, [verzamelt] rond het spiegelende zwarte water.’ Kort daarna stelt Ruth de retorische vraag: ‘Dat het dus ook nooit meer beter zal worden dan dit?

Begeren

Het wordt inderdaad nooit meer beter. Op een gegeven moment besluiten Edward en Ruth te gaan trouwen. Niet lang daarna krijgen ze een zoon. Onmiddellijk begint het huwelijk te desintegreren. De tuin is verlaten, dit is de wereld. Het is geen nieuw materiaal waar Wieringa mee werkt, de midlifecrisis van zijn hoofdpersoon is zelfs voorspelbaar te noemen, maar onder zijn handen ontstaat er wel een nieuw verhaal. Zijn taal is altijd goed: sterk en verzorgd, en met mooie beelden die subtiel weergeven hoezeer we in Edwards hoofd zitten, hoezeer hij (ver)kleurt wat hij ziet. Hoe weinig hij zijn leven eigenlijk op orde heeft. Lees de novelle in Wieringa’s gedragen, lage stem en het wordt nog mooier.

Edward Landauer begeert iets wat hij niet kan krijgen: een mooie jonge vrouw. Om haar te behouden, moet hij de tijd stilzetten. Onmogelijk. Wat overblijft is een voorstelling van hoe het zou kunnen zijn, met af en toe prikken uit de pijnlijke realiteit: ‘hij werd niet jonger van haar, zij werd ouder van hem.’ Je kan je afvragen of hij Ruth wel begeert: is zijn doel niet jeugdigheid?

Succes

Het is een hachelijke onderneming, zo’n Boekenweekgeschenk. Wieringa vertelde bij Matthijs van Nieuwkerk in De Wereld Draait Door dat Adriaan van Dis hem had gezegd dat de novelle moeite heeft om ‘in je oeuvre te landen’. De lijst (halve) mislukkingen is dan ook lang, maar dit jaar lijkt de CPNB raak te hebben geschoten: in hetzelfde tv-optreden werd bekend gemaakt dat Wieringa’s novelle al aan zes landen is verkocht. Dat roept gelijk Cees Nootebooms Het volgende verhaal (1991) in herinnering, het boek dat zijn definitieve internationale doorbraak inluidde.

Of Wieringa dat succes ook ten deel zal vallen, moet nog blijken. Zijn Een mooie jonge vrouw is in ieder geval ijzersterk, het beste geschenk in jaren. In de nog geen honderd pagina’s die hem gegeven waren, vertelt Wieringa een volwaardig verhaal. Met zijn eerdere bestsellers – vooral Joe Speedboot (2005) en Dit zijn de namen (2012) – bewees hij al zijn literatuur aan de man te kunnen brengen. Met het zeer leesbare Een mooie jonge vrouw vindt hij waarschijnlijk echter zijn grootste publiek.

Deze novelle, zeker in het begin romantischer dan we van Wieringa gewend zijn, markeert misschien een nieuwe stap in zijn oeuvre. Toch zijn er zeker verbindingen aan te wijzen met eerder werk, voornamelijk met de prijswinnende roman Dit zijn de namen. Zo zoomen beide boeken in op wat oudere mannelijke hoofdpersonen die hun leven van betekenis willen voorzien, maar moeite hebben dat goed vorm te geven. Zwierig en zelfverzekerd leidt Wieringa zijn lezers naar een einde waar het buiten weer zomer is, maar Edwards wereld ingestort is. Het is pijnlijk accuraat. Beter dan dit kan het misschien niet worden – maar laten we het hopen. Meer van deze, graag.