Boeken / Fictie

De censuur omzeilen

recensie: Tomek Tryzna (vert. Karol Lesman) - Bleke Niko

Na de successen Meisje Niemand en Ga, heb lief keert de Poolse Tomek Tryzna nog één keer terug naar een opgroeiende jongeman in communistisch Polen. Bleke Niko ademt op absurdistische wijze.

Na het zien van Brigitte Bardot in Godards Le mépris wil Niko ook films gaan maken. Samen met de drie andere leden van het clubje waar hij in zit – voorzitter Oczko, de dandyeske dichter Filip en ‘bolwanging cherubijntje’ Kuba – gaat hij aan de slag. Vaak zijn ze vrienden, soms elkaars vijanden. 

Bleke Niko komt op gang wanneer dokter Wunde (de –r lees je er gemakkelijk aan) uit Hamburg schrijft dat hij een van Niko’s films heeft gezien op een klein filmfestival: om de maker te belonen en aan te moedigen zal hij een moderne, Westerse camera sturen. Het zijn de jaren zestig in communistisch Polen, dus dat is altijd welkom. Wat volgt zijn een hoop hilarische avonturen en vele absurdistische films.

Absurdisme


Bleke Niko lijkt zelf ook op een absurdistische film. De roman kent geen hoofdstukindeling en geen enkele witregel. De verschillende tijdslagen in Niko’s leven buitelen over elkaar heen en wisselen elkaar zonder enige waarschuwing af. Verhalen – het ene nog vreemder, nog onwerkelijker dan de andere – die eerder afgebroken zijn worden later in de roman weer afgemaakt. Een hele klus voor de lezer, maar ook goed gevonden: de drukke, springerige denk- en leefwereld van Niko komt zo echt tot leven.

Tryzna scoort punten met het opwekken van een tijdsbeeld. Dat Niko Le mépris in de bioscoop ziet, wanneer die film net uitgekomen is, plaatst het verhaal natuurlijk al in de jaren zestig. Maar ook andere elementen dragen goed bij aan de sfeer, zonder dat het kitscherig wordt: geen grauwe Sovjetflats of constant vallende sneeuw – al te makkelijk. Misschien werkt Bleke Niko juist wel omdat er nauwelijks aanwijzingen zijn van een soort Oostblok-exotische locatie. Het maakt de roman krachtiger en universeler.

Vrijheid en censuur
Wel krijgt de KGB, de inlichtingendienst van de Sovjet-Unie, gedurende het verhaal een steeds prominentere rol – of eigenlijk een steeds bedreigendere. Ondanks het uitblijven van (groot) succes blijft Niko filmpjes maken, waarbij hij zich steeds uitdrukkelijker als uitdaging stelt dat er geheime boodschappen in vervat moeten worden, zonder dat de KGB dat door zal hebben. De droom van hem en zijn vrienden is een speelfilm insturen naar een belangrijk buitenlands filmfestival om zo op te vallen en beroemd te worden.

Daarmee gaat Bleke Niko ook over verzet en de vrijheid van artiesten. Een scheppende vrijheid, die de censuur weet te omzeilen. Dat het verhaal daarbij verteld wordt door een van zich overtuigde jongeman maakt het humoristischer. Toch is Bleke Niko niet een en al leesgenot: Niko’s wereld mag door de elkaar in rap tempo afwisselende verhalen tot leven komen, het is soms ook lastig te volgen. Absurdisme is niet voor iedereen.