Boeken / Non-fictie

Wrede barmhartigheid

recensie: Theodore Dalrymple (vert. Jabik Veenbaas) - De Filantroop: testament van een seriemoordenaar

.

Over die ervaringen heeft Dalrymple,wiens echte naam Anthony Daniels luidt, reeds een aantal essaybundels en artikelen geschreven. Met zijn artikel ‘Barbarians at the Gates of Paris‘ uit 2002 werd hij bekend bij het grote publiek. In dat artikel had hij, naar aanleiding van zijn bezoeken aan de banlieues van de grote Franse steden, opgemerkt dat de situatie er explosief was, en drie jaar later bleek zijn gelijk. In Nederland verscheen onder andere De beschaving, of wat er van over is.

Selectieve moraal

In De Filantroop is Graham Underwood, voormalig medewerker bij Bureau Huisvesting van de gemeente Eastham, aan het woord. Niets aan de hand, ware het niet dat hij tevens tweeëntwintig mensen heeft omgebracht. Het boek is de weerslag van zijn testament, waarin hij minutieus te werk gaat om zijn beweegredenen te verklaren. Deze vorm zorgt ervoor dat Dalrymple van leer kan trekken tegen allerlei onderwerpen: intellectuelen, werklozen, de bio-industrie, televisie en de huidige consumptiemaatschappij. In elk van de twaalf hoofdstukken wijst Underwood ons op onze morele inconsequenties. Het feit dat Underwood een flink aantal mensen vermoord heeft, roept een enorme weerzin bij ons op, maar we vergeten daarbij dat wij ook schuldig zijn – zij het indirect – aan het ‘vermoorden’ van mensen en dieren.

Zoals gezegd maakt Dalrymple zich kwaad over zeer veel onderwerpen en dat levert frisse en gedurfde ideeën op. Hij pleit, onder andere, voor het serieus nemen van de lagere bevolkingsgroepen. En klaagt daarbij de intellectuelen aan voor het verwaarlozen van de werkende klasse. Maar dat de onderklasse niet vooruit komt in de huidige maatschappij verwijt Dalrymple deze groep zelf ook. Volgens hem ontbreekt het hen niet aan materiële zaken, maar leven ze desalniettemin een leeg en doelloos leven. De verzorgingsstaat houdt deze mensen in de onderklasse door hen kortstondige momenten van genot te verstrekken. De verveling waaraan zij, volgens Dalrymple, ten prooi is gevallen, wordt alleen maar bestreden met drank, drugs, het aangaan van steeds maar nieuwe seksuele relaties en zoeken naar steeds meer (gewelddadige) kicks.

Beschaving

Dalrymple neemt dit vooral de intellectuelen zeer kwalijk, nog meer dan hij het de onderklasse zelf kwalijk neemt. Intellectuelen zijn in de ban geraakt van het idee dat alles van waarde relatief is. Zodoende is er geen bepaalde standaard in onze beschaving meer aanwezig waar de onderklasse zich aan op kan trekken. Intellectuelen zijn veel meer bezig met het doorbreken van taboes – want die mogen er immers niet meer zijn – dan zich te realiseren dat enige zelfbeheersing van essentieel belang is voor een beschaving. Een ander gevaarlijk idee van deze groep is het reduceren van het feit dat een mens een vrije wil heeft. Deze ideeën dringen via de media – vooral de televisie – door tot de onderklasse en daar leidt het, in de ogen van Dalrymple, tot een waar drama. Zij voelen zich slachtoffer in plaats van dader en zeggen dat ze er niets aan kunnen doen en blijven derhalve passief.

Dalrymple hanteert hier, overigens, wel een nauwe definitie van intellectueel, alsof ze allemaal taboedoorbrekend, links en postmodernistisch zouden zijn. Het is vooral een gedateerde opvatting, wat enigszins verklaard wordt doordat de tekst geschreven is in 1995. Dat de Nederlandse uitgever er pas nu brood in ziet, heeft daar ongetwijfeld mee te maken. De algemene opinie is thans ontvankelijker voor denkers uit conservatieve kring met hun nadruk op beschaving en zelfredzaamheid.

Nadenken

Toch weet Dalrymple in zijn verdere betoog de klassieke scheiding links-rechts te overstijgen. Hoe komt het toch, zo wil Dalrymple zeggen, dat wij deze beschaving te grabbel gooien? Waarom moet ik met zeer sterke filosofische argumenten uitleggen dat de samenleving in deze huidige vorm net zo schuldig is aan het ‘vermoorden’ van onschuldige mensen en dieren als Graham Underwood, die terechtstaat voor de moord op 22 mensen? Zo wordt langzamerhand de hoofdschuldige in dit proces duidelijk: het gelijkheidsideaal. Het idee dat het niet uitmaakt wat je doet, dat alle mensen en culturen gelijk zijn, is fataal voor onze beschaving, stelt Dalrymple. In het televisieoptreden Buitenhof benadrukte Dalrymple onlangs nog het belang van nadenken. Nadenken over onze huidige samenleving, nadenken over je eigen positie daarin, nadenken of iets wel veroorloofd is, en nadenken over wat je bijdrage kan zijn aan die samenleving.

Graham Underwood dacht ook een bijdrage aan de samenleving te leveren door mensen te vermoorden. Zo ver hoeven we natuurlijk niet te gaan. Hiermee lijkt Dalrymple een open deur in te trappen, maar door zijn briljante, haast literaire, manier van argumenteren, zet hij je inderdaad aan het denken en daarmee is zijn missie geslaagd.