Boeken / Fictie

Literaire klaagzang

recensie: Tahar Djaout (vert. Henne van der Kooy) - De laatste zomer van de rede

Als in 1991 islamisten de verkiezingen in Algerije dreigen te winnen, pleegt het leger een staatsgreep. Wat volgt is een sluipende en bloedige burgeroorlog. Tegen de achtergrond van dit conflict schreef Tahar Djaout zijn aanklacht tegen het opkomende fundamentalisme. De roman is tevens een hartstochtelijk en poëtisch pleidooi voor de kracht van literatuur en de verbeelding. Zijn boodschap bleef niet onopgemerkt: Tahar Djaout werd in 1993 vermoord.

De laatste zomer van de rede laat zich lezen als een duister en orwelliaans toekomstvisoen, waarin een samenleving op drift raakt. In een niet bij naam genoemd land maken we kennis met Boualem Yekker. Hij is boekhandelaar en muziekliefhebber, terwijl de abstracte Wakende Broeders slechts één boek erkennen en alle kunst als decadent en irrelevant van de hand doen. Als eenling probeert hij tegen de stroom in te gaan, maar hij raakt steeds verder geïsoleerd.

Fanatisme

Met Boualem wordt de lezer deelgenoot gemaakt van een gemeenschap die langzaam haar kleur en levenslust verliest. Wat rest is blind fanatisme. Terwijl de omgeving meer en meer verwordt tot een nachtmerrie, trekt de boekhandelaar zich terug. Een indringend beschreven proces van Innere Emigration toont het heden als lelijk en ellendig en de toekomst als verloren. Het verleden blijft over. Boeken zijn voor de boekhandelaar het laatste toevluchtsoord. Als zijn winkel wordt gesloten, lijkt het einde nabij.

Djaouts toon is fel en poëtisch. Hij laat zien hoe een maatschappij volledig in vervoering raakt, waarbij extase en delirium nooit ver van elkaar liggen. De mens wordt hierbij gereduceerd, gekuist en gezuiverd. Wat overblijft zijn geketende slaven. Herinneringen, losse beelden, dromen en incidenten wisselen elkaar af in een prachtige en indringende stijl:

De stad met al zijn regenbogen, die vroeger danste op het schuim, als een tienermeisje omhuld door zon en een azuurblauwe jurk, is een veld geworden met onbarmhartige doorns. De schoonheid, een onthoofde bloem. De liefde ligt teneer, een dode boom. Te willen zingen betekent ballingschap.

Engagement

De kracht van De laatste zomer van de rede ligt in de zorgvuldige constructie die ten grondslag ligt aan de tekst. Zo wordt er een steeds sterkere tegenstelling opgebouwd tussen de sympathieke boekhandelaar en de religieuze krachten om hem heen. Djaout neemt echter niet expliciet positie in, waardoor de lezer de waarschuwing voor islamitisch fundamentalisme zelf in kan vullen. Een positieve identificatie met het hoofdpersonage volgt al snel, gevolgd door een gestuurd leesproces, om bij een sluitende interpretatie uit te komen.

Daarmee beweegt de schrijver zich op de grens tussen politiek en literatuur. Noem het engagement, maar wel engagement dat gebonden is aan een historische en politieke context. Het maakt het besluit om het boek vijftien jaar later te vertalen en zonder inleiding uit te brengen, opmerkelijk. Het werk is krachtig genoeg om een dergelijke sprong te maken en wegen naar nieuwe interpretaties te openen. Een deel van de oorspronkelijke zeggingskracht gaat er echter wel mee verloren.

Â