Boeken / Non-fictie

Lekker gezellig

recensie: Sylvia Witteman - Tot dusver niets aan de hand

Of het nu gaat over gebroken tenen, het einde der tijden of vriendinnen die een ambachtelijke zeepwinkel bezoeken: Tot dusver niets aan de hand bevat zeventig teksten over alledaagse dingen, allemaal geschreven in een humoristische, laagdrempelige stijl.

Het altijd gezellige toontje van Witteman ontstaat uit haar uitgesproken subjectieve blik. Zij schrijft over mensen, zoals jij en ik over hen praten. Ze observeert hen en zet snel en doeltreffend een beeld neer. Witteman doet niet alsof uiterlijk niet meetelt. Zo spreekt de typering ‘hippe tweeverdiener met creatief beroep’ meteen tot de verbeelding. Of wanneer de eerder genoemde zeepwinkel voorbij komt: ‘[E]en schommelig, dik blondje, met domme, goedhartige gelaatstrekken stapte stralend van verrukking de zeephel binnen.’

Schaarse afwisseling

Woorden als ‘detoneren’ kom je niet vaak tegen als het gaat om de juiste versiering van een fiets, en zijn dan ook leuk gevonden. Hetzelfde geldt voor een woordspeling als ‘dolende zolen’ in een stuk over verloren schoenen. Dit zijn welkome, maar helaas te schaarse afwisselingen met de eenvoudige en laagdrempelige stijl. Wel bewijst Witteman dat zij seks op een aangenaam botte manier kan beschrijven (‘de geschoren zak van Gerard Joling’).

Deze benadering mondt vaak uit in een sombere, bijna cynische boodschap. Zo beschrijft Witteman in ‘Strandfeest’ hoe zij urenlang op de winderige boulevard van Scheveningen naar de juiste strandtent voor een feest zoekt, waarbij zij anderen, in andere etablissementen, precies hetzelfde soort feestje ziet vieren. En in ‘Doodle’ kraakt Witteman de manier waarop Google de verjaardagen van overleden beroemdheden herdenkt af: ‘[H]oe uitbundig je ze ook viert, al die toeters, tierelantijntjes en deuntjes brengen je alleen maar dichter bij de dood.’

Anticlimax

Het gevaar bij gebundelde columns is dat je ze normaal gedoseerd leest, eentje per week bijvoorbeeld. Soms sla je er zelfs een over. Zet je ze naast elkaar, dan ontstaat er een ander beeld. En dan moet de columnist van goeden huize komen, wil hij/zij elke keer weer onderhoudend zijn. De kleine, geestige observaties van Witteman zijn echter niet opgewassen tegen een marathon van zeventig teksten achter elkaar. Het is opvallend hoe snel de gekozen benadering van Witteman doorslaat in een open deur. Of in een sisser. Sommige columns zijn gewoon een anticlimax.

Deze bundel krijgt lang geen honderd procent lof. Maar in ieder geval de moeite waard is ‘Tatjana’. Niet alleen vanwege de botte en banale wijze waarop Witteman zich seks voorstelt tussen Tatjana, Gerard Joling en toekijkers Patricia Paay en Nicky, om dit vervolgens af te zetten tegen haar eigen seksleven. Ook vanwege de manier waarop zij de lezer dwingt na te denken over seks in de showbizz. ‘Ook vraag ik me nu af of u bovenstaande informatie met meer dan gemiddelde belangstelling hebt gelezen. Ik vrees van wel.’